Een van de maatregelen is de ‘natuurkaart’. De kaart staat op een tablet en geeft alle beschermde flora en fauna in het maaigebied aan. De aannemers moeten de kaart verplicht bij zich hebben tijdens hun werk, zodat ze er rekening mee kunnen houden tijdens de werkzaamheden.
Dit is een van de maatregelen die het waterschap hanteert om ‘zo veilig mogelijk’ te maaien. Dit resulteert in allerlei maatregelen om de natuur te beschermen.
Reekalfjes verplaatsen
Locaties waar er kans bestaat dat er reekalfjes liggen, worden de dag voor het maaien ‘vreemd’ gemaakt om de dieren weg te houden; bijvoorbeeld door er zakken en schriklinten op te hangen. Daarnaast lopen de aannemers vlak voor het maaien nog een keer door het perceel dat ze gaan maaien om te kijken of er achtergebleven kalfjes zijn.
Eventueel gevonden reekalfjes worden aan de boszijde, buiten het te maaien areaal, gelegd. Bij het verplaatsen wordt hooi gebruikt, zodat er geen mensenlucht aan het kalfje zit. De reegeit zal zich dan weer bij het kalf voegen. Als het nodig is, kan de maaidatum worden uitgesteld.
Nesten beschermen
Bij het maaien wordt ook gelet op de nesten van vogels, open plekken in de vegetatie en het gedrag van vogels. Bijvoorbeeld of ze opvliegen, wegzwemmen, mank lopen of alarmeren. Als er duidelijke signalen zijn, dan wordt het nest gelokaliseerd en ingetekend in de speciale maai app.
Wanneer een nest wordt gevonden, geldt een beschermingszone van 5 meter voor en achter het nest. In deze zone wordt er niet gereden en niet gemaaid. Mocht het nest precies op het rijspoor liggen en er kan niet omheen gereden worden, dan wordt het nest opgepakt en verplaatst. Als het nest echt niet te behouden lijkt, dan wordt contact opgenomen met het waterschap.
Maaiseizoen tot 16 november
Het maaiseizoen duurt van 1 mei tot 16 november. “Dan maaien we onze onderhoudspaden en de bodems en oevers van onze waterlopen,” legt het waterschap uit. “Zo kunnen we bij hoosbuien voldoende water afvoeren en in andere delen van ons gebied ook beter water aanvoeren. Om water vast te houden, maaien we in veel kleine waterlopen juist minder bodems en taluds. We houden bij ons werk rekening met natuur en biodiversiteit door onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk gefaseerd uit te voeren.”