Voorlopig ontwerp RES Twente: meer wind dan zon
TWENTE – Het voorlopig ontwerp RES Twente is voorgelegd aan de B&W’s van de veertien Twentse gemeenten.
Ook Waterschap Vechtstromen en Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben het ontwerp voorgelegd gekregen. Het voorlopig ontwerp is bedoeld om de komende periode reacties te verzamelen van raadsleden, statenleden en belanghebbenden.
In het voorlopig ontwerp is een aantal procesafspraken opgenomen die moeten zorgen dat Twente richting 2030 een strategische koers vaart om de helft van het huidig elektriciteitsverbruik op te wekken met wind- en zonne-energie en gebouwen aardgasvrij te verwarmen.
Andere technieken dan wind- en zonne-energie, zoals waterstof, geothermie en aquathermie, worden gevolgd door de stuurgroep RES Twente, maar ze tellen nu niet mee.
Kernpunt: meer wind dan zon
Een van de belangrijkste afspraken die de Twentse RES-werkgroep maakt in het voorlopig ontwerp, is een verschuiving naar 60 procent windenergie en 40 procent zonne-energie. Nu is de verhouding precies andersom. Volgens de werkgroep is de verschuiving nodig omdat wind in verhouding meer rendement oplevert en de maatschappelijke kosten relatief laag zijn.Daarnaast wil de werkgroep de realisatie van de energieopgave combineren met andere opgave, zoals verduurzaming van de landbouw, verbeteren van de biodiversiteit en klimaatadaptatie.
Verder wil de werkgroep subregionaal samenwerken om tot een geoptimaliseerd regionaal voorstel te komen. Dat is bijvoorbeeld bij het vinden van de juiste zoekgebieden cruciaal. Deze gemeentegrensoverschrijdende samenwerking is al gestart, maar loopt door naar de RES Twente 2.0 en verder.
Zoekgebieden
Concrete zoekgebieden voor zonne- en windenergie zijn in het voorlopig ontwerp nog niet overal ingevuld. In eerste instantie bepalen de gemeenten welke zoekgebieden zij geschikt vinden. Parallel hieraan gaat de werkgroep gemeentegrensoverschrijdend aan de slagRegionaal verdrag
Nu het voorlopig ontwerp klaar is, zijn de gemeenten, waterschap en provincie aan zet om hierover in gesprek te gaan met de volksvertegenwoordigers. Het is nu niet hun taak om het voorlopig ontwerp vast te stellen, maar er wordt ze wel gevraagd of ze zich kunnen vinden in de afspraken die de werkgroep wil maken.
