Zeven ploegen in totaal – waarvan zes van Noaberkracht, een wordt uitbesteed – staan klaar om aan de slag te gaan. “Het is prachtig werk om zo’n operatie in goede banen te leiden,” stelt Jos Eidhof, teamleider gladheidsbestrijding van Noaberkracht.
Noaberkracht is de samenwerking tussen de gemeenten Dinkelland en Tubbergen. “Veiligheid is ons uitgangspunt: de wegen moeten zo schoon zijn dat hulpdiensten in een redelijke tijd ter plaatse kunnen zijn. Dat is onze prioriteit en dat geldt voor zowel de bebouwde kom als het buitengebied.”
Het resultaat van dat beleid is een strooiroute van maar liefst 330 kilometer. Daarin zijn ook alle verbindingsroutes tussen woonplaatsen opgenomen.
Ook zijn er afspraken met omliggende gemeenten zodat strooiroutes goed op elkaar aansluiten.
Zout met pekelwater
Het strooibeleid van de winterdienst is anders bij sneeuw dan bij gladheid. “We strooien preventief met nat zout, waarbij pekelwater wordt toegevoegd aan het droge zout. Anders zou de sneeuw direct vastplakken aan de straat. En vervolgens is het schuiven en blijven schuiven.”
De strooiers worden aangestuurd door een ingenieus gps-systeem. Dat bepaalt per locatie precies de hoeveelheid zout die gestrooid moet worden en hoe breed.
Niet iedereen blij
Meestal zijn inwoners blij met de winterdienst, maar niet alle reacties zijn goed.
“Gevaarlijke inhaalacties komen regelmatig voor, maar ook automobilisten die niet voor de winterdienst aan de kant willen. En soms zijn mensen het met elkaar niet eens over ons beleid. Dan worden we gebeld dat er gestrooid moet worden in een gladde woonwijk bijvoorbeeld maar dan treffen we ook teleurgestelde ouders en kinderen aan: zij kunnen dan niet meer sleetje rijden op straat. Tja, voor beide is wat te zeggen.”
Waar moet de sneeuw naartoe?
Waar moet de winterdienst eigenlijk naartoe met alle sneeuw die ze gaan schuiven?
“Dat is altijd de vraag. Schuiven we het op de stoep, dan is dat lastig voor voetgangers maar op straat laten liggen kan ook niet. We moeten altijd op zoek naar een geschikte plek om het naartoe te schuiven. Wat dat betreft is schuiven in het buitengebied een stuk gemakkelijker dan in de bebouwde kom. In het buitengebied schuiven we het zo de sloot in. Of desnoods het weiland.”