Ontzettend veel ooievaars in Twente; maar hoe komt dat eigenlijk?
REGIO – Ooievaars volop in het landschap in Noordoost-Twente. Hoe komt het eigenlijk dat er zo ontzettend veel ooievaars in onze streek te vinden zijn? Volgens Tierpark Nordhorn ligt het antwoord gedeeltelijk in de Grafschaft.
Een van de grootste ooievaarspopulaties in onze regio bevindt zich in Tierpark Nordhorn. In de boomtoppen van de dierentuin zie je honderden ooievaarsnesten. Dat zijn nesten van wilde en half wilde ooievaars. De dierentuin beschikt ook over tamme ooievaars. De bekendste is de ooievaar met de naam ‘Oma’. Zij heeft verkering met een wilde ooievaar. Elk jaar vliegt haar wilde vriend al vroeg naar Nordhorn om bij zijn geliefde te zijn.
En verderop zie je ze de laatste jaren ook steeds meer, ooievaars in het Nationaal Landschap Noordoost-Twente. Om ze welkom te heten, hebben inwoners her en der speciale palen geplaatst waar de ooievaars een nest kunnen maken. Op het Singraven bij Denekamp bijvoorbeeld op meerdere plekken. Dat een paal niet altijd nodig is, bewijzen de ooievaars van havezathe het Everloo in Volthe bij Rossum elk jaar weer. Die broeden namelijk op de schoorsteen van de keuken. En ja, die schoorsteen is gewoon in gebruik.
Volgens Tierpark Nordhorn is het verrassend dat er de laatste jaren zoveel ooievaars in onze regio zijn, gezien de veranderingen van het landschap. Vooral door de toename van de maisteelt zou je het tegendeel verwachten, maar de ooievaarspopulatie groeit juist.
Inheemse vogels?
Maar horen ooievaars eigenlijk thuis in Noordoost-Twente? Ja, zeggen ze bij Tierpark Nordhorn. In het begin van de 20ste eeuw waren er nog 4500 broedparen in Niedersachsen, de deelstaat waar Nordhorn toe behoort. Ook in omliggende streken waren meerdere broedparen te vinden. Dat aantal daalde sindsdien flink met als dieptepunt het jaar 1988 toen er nog maar 250 broedparen in Niedersachsen waren.
Sinds eind jaren ’80 werden de aantallen weer wat groter. Als verklaring hiervoor worden de inspanningen van de dierentuinen en ‘Pflegestationen’ genoemd. De jonge ooievaars die de dierentuinooievaars hebben voortgebracht, worden half wilde ooievaars genoemd. Zij hebben een ander trekgedrag dan hun wilde collega’s. De half wilde ooievaars trekken bijvoorbeeld niet helemaal meer dan West-Afrika om te overwinteren, maar doen dat in Spanje. Daar kunnen ze ook genoeg voedsel vinden. De reis naar Spanje is een stuk korter en met minder gevaar waardoor er meer ooievaars dan vroeger terugkomen.
Er dreigt nog wel een gevaar voor de Euregionale ooievaarspopulatie: er zijn steeds minder natte weilanden te vinden in onze streek. Daardoor kan er een voedseltekort voor ooievaars ontstaan.
Deze week: uitleg van Wonderryck
Speciaal voor Twente FM verdiept conservator Eric Mulder van Natura Docet Wonderryck Twente zich in het onderwerp ooievaars. Horen ze inderdaad thuis in het Nationaal Landschap Noordoost-Twente? Het resultaat van die zoektocht zie je binnenkort op twentefm.nl.
