OLDENZAAL - Dierenopvangcentrum Oldenzaal heeft het nieuwe kattenverblijf in gebruik genomen.
Eigenlijk had de opening een heel feestelijk moment moeten worden, maar door corona wordt dat uitgesteld. Twente FM mocht echter al een kijkje nemen in het verblijf en filmde er katten die zich al helemaal thuis voelen in hun nieuwe onderkomen.
Dierenopvangcentrum Oldenzaal had twee dingen om te vieren: in december 2019 vierde DOC Oldenzaal het 40-jarig bestaan én het nieuwe kattenverblijf is eind april in gebruik genomen. “We hadden beide feestelijkheden heel graag willen vieren, maar dat ging niet vanwege corona,” vertelt voorzitter Liesbeth van Hoorik. “De officiële opening stellen we dus maar uit naar een later moment, als iedereen weer welkom is om te komen kijken. Voor de katten werd de opening natuurlijk niet uitgesteld. Die hebben al hun intrek genomen in het nieuwe verblijf.”
De katten werden tot nu toe gehuisvest in houten noodgebouwen. Die zijn afgebroken en hebben plaatsgemaakt voor een stenen gebouw. Het nieuwe kattenverblijf is helemaal betaald middels crowdfunding, iets waar Van Hoorik zich voor in heeft gezet. Het resultaat mag er zijn: de katten hebben nu de beschikking over een nieuw, schoon en praktisch verblijf.
Dierenopvangcentrum Oldenzaal verwacht binnenkort grote drukte in het asiel. Medewerkster Debby Kok legt uit: “Juli, augustus en september zijn traditioneel de drukke maanden. Veel katten, gevonden kittens… Maar ook honden. Heel jonge kittens worden bovendien opgevangen bij onze gastgezinnen. Zou u een kat willen adopteren, dan raad ik aan om in de zomer bij ons te komen kijken. Wel even een afspraak maken.”
In het dierenpension van DOC Oldenzaal zijn momenteel geen dieren; wegens corona gaat niemand op vakantie en is er dus ook geen behoefte aan een pension.
Zijn er meer of minder asieldieren in coronatijd? “Er zijn momenteel minder asieldieren dan voorgaande jaren, maar we weten niet zeker of dat door corona komt. Dat zou wel logisch zijn. Mensen hebben immers meer tijd om op hun huisdier te letten, dus verwacht je logischerwijs minder zwerfdieren.”