TWENTE - Met anderhalve meter afstand en een gereserveerd kaartje kunnen Twentenaren vanaf 1 juni weer van de musea genieten.
Maar liefst 79 procent zegt na heropening weer evenveel of zelfs vaker naar een museum te gaan. 58 procent wacht echter meer dan een maand met het eerste bezoek. Aarzelingen zijn er vooral over de afstand tot de medebezoekers en de verwachte drukte in de musea. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy.
22% komt direct na heropening, 58% wacht meer dan een maand
Ondanks het enthousiasme om weer op museumbezoek te gaan na de sluiting sinds 12 maart, zegt toch 6 op de 10 museumliefhebbers nog meer dan een maand te wachten. In de Randstad is het aandeel directe bezoekers veruit het hoogst, waarbij Amsterdam met 40 procent de kroon spant. Twee derde van de museumbezoekers uit de oostelijke en zuidelijke provincies verwacht echter een museumbezoek langer dan een maand na heropening uit te stellen. 55-plussers zien toiletgebruik als groter probleem, vrouwen de deurklinken en trapleuningen Veruit de belangrijkste redenen van het bezoekuitstel zijn zorgen rond de afstand tot de medebezoekers en de verwachte drukte in de museumzalen en bij de entree.
Onder 55-plussers vormt het toiletgebruik een veel grotere belemmering, als ook de drukte. Ook over het aanraken van deurklinken en trapleuningen heeft de ouderendoelgroep meer zorgen. Voor vrouwen betekenen de deurklinken en trapleuningen in musea een veel groter obstakel dan voor mannen. ‘Het is belangrijk dat de musea goed inspelen op de aarzelingen die de bezoekers nog hebben. Door de genomen voorzorgsmaatregelen goed te communiceren kunnen veel zorgen worden weggenomen.
De Museumvereniging heeft voor de musea een protocol opgesteld. Musea kunnen aangeven dat ze dit protocol volgen en de bezoekers zo geruststellen’, aldus merkadviseur Hendrik Beerda. ‘Hierbij is het aan te raden om goed te kijken naar het bezoekersprofiel van het museum. Uit het onderzoek blijkt dat de zorgen onder ouderen bijvoorbeeld heel anders zijn dan onder jongeren.’