Twente heeft de ideale leefomgeving voor steenuilen, maar dit wordt steeds kleiner door het isoleren van woningen, de Rood voor Rood-regeling en verstedelijking. “De kwaliteit van het platteland gaat achteruit”, zegt Ben Nijeboer, vrijwilliger voor steenuilenwerkgroep Katoelenkiekers. Deze werkgroep probeert op verschillende manieren de steenuil te redden.
Door het isoleren van woningen wordt het voor de steenuil lastiger om zich te nestelen. De uilen leven onder andere in huizen en schuren. Vaak tussen muren en onder holle dakpannen. Volgens de voorzitter van de stichting Katoelenkiekers Henk van der Aa zijn dat precies de ruimtes die verdwijnen door isolatie en het opruimen van oude schuren of woningen in het kader van de Rood voor Rood-regeling.
Leegstaande gebouwen worden bij een Rood voor Rood-regeling gesloopt in ruil voor een bouwkavel. Het kavel moet op het oorspronkelijke erf komen te staan.
De werkgroep richt zich naast het ringen ook op het helpen van deze uilensoort. De steenuil wordt steeds meer bedreigd. Daarom hebben de Katoelenkiekers nestkasten waar de uilen worden gebroed. Bij het ringen krijgt de uil een nummer, zo kunnen zij de vogels van elkaar onderscheiden en houdt de stichting de populatie bij.
In Nederland broeden er ongeveer achtduizend uilen per jaar. Hiervan leeft de helft in Overijssel en de Achterhoek. ''Steenuilen is een soort die je ziet in kleinschalige landschappen. Daar staat Overijssel bekend om'', zegt vogelliefhebber Ben Nijeboer.
Door het ringen kunnen de vogels individueel herkend worden. ''Ook als de uilen dood worden gevonden'', zegt Nijeboer. Bij het ringen van de poot worden ook de vleugels van de vogels gemeten om hun leeftijd bij te houden. Ook worden ze gewogen, op deze manier houden ze de groei bij.
''Als de steenuil verdwijnt, is de recreatieve mogelijkheid van het landschap ook weg. Wij houden de vinger aan de pols, zo weten wij hoe het gaat met de vogels'', zegt Ben Nijeboer.