Ank Bijleveld is de nieuwe voorzitter van de Twente Board. Met ingang van volgende maand - twee jaar na de start van de aanjager van de sociaal-economische staat van de regio - neemt zij het stokje over van Wim Boomkamp. En ze heeft d’r zin an.
Bijleveld is geen onbekende in bestuurlijk Nederland. Veel bescheidener kun je het niet stellen, maar dit is Twente en wij houden van het understatement. De uit Goor afkomstige rasbestuurder was onder meer minister, staatssecretaris, commissaris van de Koningin èn de Koning en Overijssel, Tweede-Kamerlid en (tweemaal) burgemeester. “Maar ik ben altijd in Twente blijven wonen”, voegt ze daaraan toe in 1Twente Vandaag. “Ik ben verknocht aan Twente.”
Die bestuurlijke ervaring en de enorme Rolodex aan contacten die zij daarmee verzamelde, gaat zij nu twee jaar lang inzetten om de plannen van overheden, onderwijs en ondernemers van de veertien Twentse gemeenten ‘een stap verder te helpen’. Wat dat concreet betekent vat ze - vooralsnog - in keurig algemene bewoordingen. Boomkamp hanteert de voorzittershamer nog en ze zit nog niet in het zadel. “Vraag me dat over een half jaar nog maar eens.”
Wat Bijleveld nu al wel aanspreekt, zo stelt ze zelf verschillende malen, is de idee van het Bruto Twents Geluk. Dat is een term die Twente Board enige tijd geleden muntte, waarmee wordt aangegeven dat het samenwerkingsplatform niet alleen economische doelen nastreeft.
“We kunnen individueel geluk niet maken, maar we kunnen wel de randvoorwaarden scheppen om geluk mogelijk te maken”, vat Bijleveld het samen. “Het moet uiteindelijk ook terechtkomen bij inwoners; die moeten hier fijn kunnen wonen en werken en leven.”
Dan gaat het bijvoorbeeld om goede opleidingen; werkgelegenheid en snelle verbindingen tussen Twente, Duitsland en ook Zwolle en Arnhem. Om groen en duurzaam en gezond. Om goede woningen voor iedereen en bereikbare zorg.
Die doelen op zich zijn niet heel vernieuwend. Nieuw is wel de manier waarop veertien regionale gemeenten daarin gezamenlijk willen optrekken. “Waar willen we naartoe? Die lijn gezamenlijk uitzetten, dat is best bijzonder. Dat was echt weleens anders.” Bijleveld doelt op een recent verleden, dat zij zich als Commissaris van de Koningin/Koning nog goed kan herinneren, waarin die Twentse gemeenten elkaar nog weleens vliegen probeerden af te vangen.
Om de volgende stap te zetten die Bijleveld voor zich ziet, is veel geld nodig. In de portemonnee van Twente Board zit zo’n 90 miljoen euro èn een stevig mandaat van die Twentse gemeenten om daar de dingen mee te doen die gezamenlijk zijn en worden afgesproken.
In beginsel zijn die afspraken langs alle Twentse gemeenteraden gegaan. Die controleren ook of Twente Board zich aan die afspraken houdt. Daarmee zou het democratisch zijn afgedekt. Toch leven er in de regio ook twijfels. De Twente Board zelf staat op relatief grote afstand van die gemeenteraden, het uitvoeringsorgaan van de stichting is een BV. Dat maakt democratische controle van de uitgaven - gemeenschapsgeld - niet per se makkelijk.
Het is evenmin gemakkelijk om het Twents publiek uit te leggen wat de Twente Board nou concreet doet met al dat geld. Of welk effect dat heeft op hun dagelijkse bestaan. En zijn het dan de dingen waar Tukkers ècht op zitten te wachten?
Tegelijkertijd: veertien afzonderlijke politieke en bestuurlijke processen èn afstemming bij ieder project dat Twentebreed wordt opgepakt, is ook geen sinecure. Dat houdt enorm op en Twente wil vaart maken. In die zin is Twente Board toch ook een experiment: lukt het om de grote investeringen die nodig zijn om Twente beter, gezelliger, gelukkiger te maken verantwoord, democratisch en een beetje vlot te kunnen doen?
Het is aan Bijleveld om daarin in de komende twee jaren - dat is statutair zo vastgelegd - die ‘volgende stap’ in de nog prille geschiedenis van Twente Board te zetten. En dat zal nog altijd een stapje harder moeten zijn dan regio’s in het midden en westen van het land. ‘Er is nog altijd een groot verschil’, schrijft de nieuwe voorzitter in het persbericht over haar benoeming. Daarin refereert zij aan een onlangs verschenen rapport ‘Elke regio telt’.
“Dus je strategie moet nóg beter zijn en je moet boodschappenlijstjes hebben. Wat willen we bereiken en wat hebben we daarvoor nodig?”