Nederland is dichtbevolkt. Ruimte is schaars. De puzzel om de schoonheid van het landschap dat er nog is te behouden èn het land vooruit te helpen wordt steeds ingewikkelder. Enschede probeert hem in nauwe samenspraak met bewoners te leggen.
De druk op het relatief kleine - en mooie - buitengebied van Enschede is al jaren groot. Behalve aloude wensen op het gebied van bedrijvigheid en wegen, zijn er in de afgelopen jaren nieuwe uitdagingen bijgekomen. In rap tempo. Er moeten zonnevelden en/of windmolens komen. De landbouw moet vernieuwd. Droogte moet beheerst. Maar er wordt ook gewoond, geleefd en gerecreëerd.
De puzzel wordt nog wat ingewikkelder omdat de stad niet helemaal zelf over dat buitengebied gaat. Het Rijk en de Provincie hebben een flinke vinger in de ontwikkelpap. Er liggen afspraken, gemaakt op Europees, nationaal en provinciaal niveau. Daar kan het stadsbestuur niet zomaar omheen.
Enschede wil al die behoeften - ontwikkeling en leefbaarheid - bundelen en op elkaar afstemmen. Niet alleen achter de tekentafels van beleidsmakers, maar samen met inwoners. In buurtschap Broekheurne is in het afgelopen jaar zo’n ‘gebiedsproces’ doorlopen. De resultaten ervan liggen binnenkort bij de gemeenteraad.
“Als je dit doet, doet het dan met elkaar en leg het niet zomaar op.” Aan het woord is gebiedsregisseur Erik Back, trekker van dat proces in Broekheurne. Back is trots. “Het gebied is in staat geweest om met elkaar het gesprek te voeren, vanuit het belang wat er is, maar ook rekening te houden met elkaar.”
Dat gesprek heeft geleid tot een pakket plannen voor Broekheuren. Die ‘gebiedsagenda’ wordt binnenkort gepresenteerd aan het gemeentebestuur.
Eén van de - klassiek - heikele punten in het buurtschap was de komst van een groot zonneveld. “Daar hebben we opnieuw naar gekeken. Past het wel in het gebied, in de omgeving? Is dit wel de beste oplossing?” Het gesprek met de boer die land beschikbaar had gesteld voor het oorspronkelijke park en inwoners leidde tot een nieuw plan. Een aangepast zonnepark, fraaier, beter ingericht en zelfs groter.
Ook de windmolendiscussie, die allang in het gebied woedde, werd opnieuw gevoerd. Boeren wilden liever windmolens en land behouden voor veeteelt en akkerbouw. Inwoners dachten daar anders over. “In het gesprek daarover zeiden die boeren: ‘Wij wonen er niet dichtbij. Laat de inwoners maar beslissen over die windmolens.’”
Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Want boeren die stoppen of inleveren, moeten gecompenseerd. “We zijn hard bezig om de zakken met geld die daarvoor nodig zijn bij elkaar te krijgen”, zegt Back daarover.
Iets vergelijkbaars speelt bij de aanleg van zonnevelden. Daar worden commerciële partijen voor gezocht. Klinkt leuk, maar er is inmiddels breed consensus dat het beter is om ervoor te zorgen dat zo’n veld in lokaal-publieke handen komt. Dan verdwijnen de opbrengsten ervan niet in vreemde, vaak buitenlandse, zakken, maar kunnen die worden ingezet voor zaken waar inwoners eromheen iets aan hebben. Leefbaarheid, dus.
Erik Back, gebiedsregisseur Broekheurne in 1Twente Vandaag
Zover is Enschede nog niet. Maar met die ‘integrale gebiedsaanpak’, zoals het in ambtelijke taal heet, en de gebiedsagenda die dat oplevert, heeft de stad wel een significante stap gezet waar het gaat om draagvlak voor ontwikkeling.
En dat zou, zo stelt Back, best eens de eerste plek in Nederland kunnen zijn waar dat op deze manier is gebeurd. Toch is er een winstwaarschuwing: "Je hoort me niet zeggen dat er geen hobbels meer zullen komen. Dit zijn ingewikkelde processen."