Alina Horban is afkomstig uit Dnipro, zo’n tachtig kilometer boven Zaporizja, in het midden van Oekraïne. Drie dagen nadat de oorlog uitbrak, vluchtte ze naar Nederland. Haar thuisstad is nu getroffen door de gevolgen van de gebroken Kachovka-dam in de Dnjepr. Hij ligt aan die rivier. Haar oma en tante wonen in Nikopol, aan de oever van het inmiddels leeggestroomde stuwmeer voor die dam.
Formeel bewijs ontbreekt vooralsnog, maar alles wijst erop dat de dam in de Dnjepr begin deze maand door de Russen werd opgeblazen. Als direct gevolg zijn bovenstrooms enorme waterbekkens, maar ook landbouwgronden, drooggevallen. Voorbij de dam staan steden, dorpen en gronden blank. Honderdduizenden voelen de consequenties, onder wie familieleden en vrienden van Horban. De gevolgen op langere termijn zijn nauwelijks te overzien.
Horban voelt zich geen vluchteling, maar een tijdelijke gast. “Onze status is anders. Als de oorlog voorbij is, gaan we terug. We kunnen niet voor altijd blijven.” De recente catastrofe in het gebied waar zij vandaan komt, versterkt haar gevoel van vervreemding. “Het leven is goed hier, ik heb waardering voor wat Nederland Oekraïeners en mij geeft, maar ik wil terug naar huis.”
De contacten met familie en vrienden gaan - uiteraard - over de gevolgen van de damdoorbraak, die de achterblijvers dagelijks ondervinden. Nog steeds worden er mensen en dieren in het gebied geëvacueerd. Voor zover dat kan. In de door Rusland bezette gebieden, aan de oostkant van de rivier, kan dat niet, vertelt de Oekraïense. “Er wordt op je geschoten als je het toch probeert.” Steden en dorpen achter de westelijke oever, zoals Cherson en Zaporizja, liggen onder vuur.
Het meest acute probleem is de watervoorziening, volgens Horban. Natuurlijke bronnen zijn drooggevallen. Drinkwater is schaars. “Mijn grootmoeder en tante zitten al twee weken zonder. Zij moeten water kopen.” De prijzen voor een fles water zijn schrikbarend gestegen. Kostte een fles in de supermarkt voorheen - omgerekend - vijftig cent, inmiddels kan dat oplopen tot ruim zes euro. “Het gemiddelde inkomen is vierhonderdvijftig euro. Ik hoor verhalen dat mensen vechten om water.”
Horban ontvluchtte haar stad en land ruim een jaar geleden. “Ik had geen vrienden in een ander land, maar mijn beste vriend zat in Nederland.” Inmiddels woont ze in Enschede, waar ze werkt als serveerster. Niet haar eerste keus - zij was journalist voor een online platform in Dnipro - maar je hebt weinig vat meer op je leven als er oorlog uitbreekt in je land.
“Of je nou vertrekt of blijft, het is beide moeilijk.” De oorlog overviel haar, zoals zovelen. “Ik werd wakker van geluid, van de eerste bom. Niemand wist wat er aan de hand was.” Die eerste bom viel op het vliegveld, zo’n tien kilometer van haar huis. Drie lange dagen zat ze met koffie achter haar laptop. “Nieuws maken. Er gebeurde heel veel en je wilt de eerste zijn.”
Na die rush van de eerste dagen, met het naderende front, drong het besef door dat alles op losse schroeven stond. Nog altijd. “Dat vind ik moeilijk, plannen zit in mijn natuur. Ik plan veel, maar dat kan in één dag omver worden gegooid.” Horban denkt ook nu wel na over haar toekomst, maar plannen lukt niet meer. “Je weet het niet.”
De nieuwsberichten en beelden van de damdoorbraak zetten haar verblijf hier in een nieuw perspectief. “Je kijkt om je heen, ziet dat de mensen hier geen problemen hebben met water, voedsel of wat dan ook. Waarom helpt Europa niet meer, zoals beloofd? Ik wil niet dat mensen vergeten dat het oorlog is in Oekraïne.”
Even leek het erop dat die oorlog weleens een onverwacht snel einde zou kunnen krijgen; afgelopen zaterdag rukten de huurlingen van Wagner op naar Moskou. “Iedereen zat er met popcorn op schoot naar te kijken”, vertelt Horban. “We dachten dat zou krijgen wat hij verdient.” De opstand doofde als een nachtkaars. “We waren één dag blij.”
De kans is groot dat Horban nog wel een tijdje in Nederland zit. Tegen wil en dank, want op afstand toezien wat er thuis gebeurt, valt haar zwaar. “Voor sommigen zijn wij misschien vluchtelingen, maar we zijn in eerste plaats mensen, net als jij. Dat moet je niet vergeten.”