Boeren in Overijssel zullen de komende vier jaar niet gedwongen onteigend worden door de provincie, de woningbouw moet versneld worden en de afspraken rond de energietransitie staan als een huis. Het is een kleine greep uit het nieuwe coalitieakkoord voor de komende vier jaar dat BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP donderdagavond presenteerden in Zwolle. Voor alle coalitieplannen worden de komende jaren honderden miljoenen euro's extra uitgetrokken.
‘Schouder aan schouder’ is het coalitieakkoord voor de Statenperiode 2023-2027 getiteld. Een document waarin vooral wordt uitgegaan van bestaande afspraken. Agrariërs die hoopten op een rigoureuze verandering in het stikstofdossier komen dus bedrogen uit. De opgaven op het platteland, in de landbouw en in de natuur zijn volgens de coalitiepartners groot. “Het eerlijke verhaal is dat er veel zal veranderen”, schrijven ze. “Dat is ingewikkeld en de gevolgen zijn soms groot.”
Door het harde verkiezingsstandpunt van de BoerBurgerBeweging - geen gedwongen onteigening - kunnen boeren zich de komende vier jaar wellicht wat meer beschermd voelen. Maar de landbouwplannen, waarvan het concept al ingediend is in Den Haag, blijven leidend. Doelstellingen voor het verminderen van stikstofdeposities en het behouden of verbeteren van de water-, bodem- en natuurkwaliteit blijven rechtovereind staan. Stikstofregels moeten overigens geen belemmering vormen voor het behoud van paasvuren.
Een jaartal voor de stikstofmaatregelen - toch een heet hangijzer tijdens de campagne - wordt niet genoemd. In kleine lettertjes verwijst het akkoord naar de vastgestelde wet- en regelgeving. Nu staat 2035 nog in de wet, landelijk steggelen de partijen nog over vervroeging naar 2030. Als het gaat om maatregelen voor natuurherstel willen ze uitgaan van de feiten. “Waarbij we gezamenlijk bekijken wat de ‘werkelijke staat’ van het gebied is”, aldus de coalitiepartners. Daarbij willen zij gebruik maken van ‘deskundigenteams’.
Waar ook niet aan wordt getornd zijn de energiedoelstellingen voor 2030. De manier waarop deze moeten worden bereikt, verandert wel. De coalitie wil niet langer grote zonneparken op landbouwgrond toestaan en staat windturbines alleen nog toe in clusters van minimaal vier.
Vanaf 2030 wil de coalitie ook verder kijken dan alleen ‘zon en wind’. Geen enkele vorm van duurzame energie wordt bij voorbaat uitgesloten. Ondanks de wijzigingen in het beleid komen de energiedoelstellingen volgens de vijf partijen niet in gevaar. Er wordt namelijk ook uitgegaan van een aantal grote windclusters. Dit zijn het gebied langs de A1, de A35 (Almelo-Tubbergen-Twenterand), Ommen/Hardenberg en Zwolle-Staphorst-Dalfsen-Zwartewaterland.
Belangrijke prioriteit de komende vier jaar blijft de woningbouw. Er komt een bouwfonds, dat moet voorkomen dat bouwprojecten vertraging oplopen door financiële onzekerheid. Tot 2030 liggen veel woningbouwplannen al vast, die willen de partijen versnellen.
Daarna gaat de focus op bouwen binnen de bebouwde kom, in plaats van erbuiten. Wat betreft de komst en uitbreiding van bedrijven geldt dat Overijssel wil waken voor 'verdozing van het landschap', al krijgen lokaal gewortelde ondernemingen op dat gebied meer ruimte.
Voor belangrijke dossiers zoals het verliesgevende Twente Airport, geldt dat er nog geen kant-en-klare oplossingen liggen. Voor Twente Airport geldt dat de provincie er nog zeker twee jaar in blijft investeren. Als de luchthaven in 2025 nog niet winstgevend is, dan trekt de provincie de stekker eruit.
Lees verder de video (RTV Oost/reacties op coalitieakkoord)
Op gebied van mobiliteit krijgen de fiets en het ov prioriteit boven de auto. Dat komt onder meer tot uiting door de aanleg van meer fietssnelwegen. Wel wil de coalitie dat de verbetering en omlegging van de N35 bij Mariënheem en Raalte zo snel mogelijk weer uit de ijskast worden gehaald. De spoorlijn Zwolle-Enschede-Münster en een versnelling van de Berlijntrein via Hengelo blijven hoog op de agenda.
Voor al deze plannen trekken de partijen een flinke zak geld uit: de komende vier jaar wordt er 307 miljoen euro extra geïnvesteerd. Het grootste deel daarvan - 138 miljoen euro - gaat naar woningen, bereikbaarheid en ruimte. Waar het extra geld vandaan komt, daar wijdt het coalitieakkoord zich niet over uit. Wel wordt vooruit gekeken naar 2026, als er – net als bij gemeenten – fors wordt bezuinigd op de Rijksbijdrage, het zogeheten provinciefonds, terwijl de taken en kosten juist toenemen.
Het college van Gedeputeerde Staten wordt de komende jaren, naast commissaris van de Koning Andries Heidema, gevormd door de volgende bestuurders:
Liesbeth Grijsen (BBB): o.a. Wonen, Ruimtelijke Ordening en participatie.
Maurits von Martels (BBB): o.a. Landbouw en Natuur.
Erwin Hoogland (VVD): o.a. Regionale economie, Bedrijventerreinen, Toerisme & Recreatie en Technology Base.
Martijn Dadema (GroenLinks): o.a. Waterkwantiteit en -kwaliteit, Mobiliteit en dossier Kanaal Almelo-De Haandrik.
Tijs de Bree (PvdA): o.a. Energietransitie, Financiën en Cultuur.
Gert Harm ten Bolscher (SGP): o.a. Leefbaar platteland, Innovatie, Digitalisering en Arbeidsmarkt.