De gemeente Almelo sluit per januari 2024 nieuwe contracten af met aanbieders van huishoudelijke ondersteuning. Het voornemen was om ook de begeleidingsvoorzieningen in het kader van de Jeugdwet en Wmo per 2024 opnieuw in te kopen, maar de gemeente lijkt daar toch vanaf te wijken. Volgens wethouder Van Mierlo moet er nog een besluit worden genomen, maar zorgaanbieders ontvingen al bericht dat de inkoop van de begeleidingsvoorzieningen tot 2025 wordt uitgesteld.
Gemeenten zijn verplicht ondersteuning te bieden aan mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn en geen netwerk hebben om op terug te vallen. Dat staat in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Elke gemeente is verantwoordelijk voor zijn eigen inwoners. In de gemeente Almelo hebben op dit moment 2.738 inwoners huishoudelijke ondersteuning en maken 1.516 inwoners gebruik van ambulante voorzieningen vanuit de Wmo. De gemeente Almelo werkt daarvoor samen met zeven gecontracteerde aanbieders in huishoudelijke ondersteuning. Voor begeleidingsvoorzieningen in het kader van de Jeugdwet en Wmo zijn 212 aanbieders gecontracteerd.
Wmo staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning. Officieel heet deze wet Wmo 2015. Burgers die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn kunnen een beroep doen op de gemeente. Dat kan voor een algemene voorziening zoals een boodschappendienst of maaltijdverzorging, maar ook voor een maatwerkvoorziening. Bijvoorbeeld een vervoersvoorziening, dagbesteding, woningaanpassingen of huishoudelijke hulp.
Bij het aanvragen van ondersteuning hebben burgers meestal de keuze tussen een PGB (Persoonsgebonden Budget) of ZIN (Zorg in Natura). Bij een PGB koopt de cliënt zelf zorg in. Bij ZIN bepaalt de gemeente uit welke zorgorganisatie er gekozen kan worden. De gemeente heeft daarvoor contracten met zorgaanbieders.
Per januari 2024 lopen de contracten met de aanbieders van huishoudelijke ondersteuning af. De overeenkomsten kunnen niet meer worden verlengd en daarom is opnieuw inkopen noodzakelijk. Voor de andere ambulante (hulpverlening waarmee mensen in hun eigen omgeving ondersteuning krijgen, red.) voorzieningen is verlenging wel mogelijk, maar volgens de gemeente niet gewenst. Zo staat in het collegevoorstel van 29 maart 2023.
In de regio wordt op dit moment de voorbereidingen getroffen om per januari 2025 opnieuw in te kopen. Gemeente Almelo wilde de inkoop van Jeugd en Wmo in eerste instantie per 2024 zelfstandig uitvoeren. In het collegevoorstel wordt gevraagd in te stemmen met de start van de inkoop van huishoudelijke ondersteuning en ambulante voorzieningen Jeugd en Wmo per 1 januari 2024.
De gemeente wijkt daar nu, wat betreft Jeugdwet en Wmo, vanaf. Naar verluidt, want verantwoordelijk wethouder Eugène Van Mierlo wil dit in een interview met 1Twente niet bevestigen. “Ik wil graag zoveel als mogelijk aansluiten bij de planning die er in de regio wordt gevoerd, maar het college moet op een ordentelijke manier geïnformeerd worden en hier met mij, als portefeuillehouder, een goed gesprek over kunnen voeren. Als wij een jaar naar achteren gaan, dus inkopen per januari 2025, dan betekent dat het een en ander. Dat moet voorbereid worden.”
Volgens Van Mierlo is de insteek om daar op zo’n kort mogelijke termijn helderheid over te verschaffen. “Liever binnen weken dan maanden.” In theorie is het volgens de wethouder nog steeds mogelijk dat er per januari 2024 wordt ingekocht. “Daar moet echt nog een besluit over worden genomen.”
De uitspraak van de wethouder staat haaks op de inhoud van een brief die op 31 mei 2023 naar de zorgaanbieders is verstuurd. In die brief staat: ‘De gemeente Almelo neemt het besluit om de inkoopvoorzieningen met een jaar uit te stellen naar 1 januari 2025.’ De brief is in bezit van de redactie van 1Twente.
Een van de redenen voor uitstel is, zo is in de brief te lezen, dat de gemeente Almelo de administratieve last tot een minimum wil beperken en zoveel mogelijk wil aansluiten bij de regionale voorwaarden. Een andere reden is dat de gemeente meer inzicht wil krijgen in de ontwikkelingen van de voorzieningen zodat zowel aanbieders als de gemeente Almelo hier beter op kunnen anticiperen.
Onderaan de brief wordt het nog eens bevestigd: ‘Gemeente Almelo zal de huidige overeenkomst Ondersteuning Jeugd en Wmo dan ook met een jaar verlengen.’
Op de vraag hoe het kan dat de wethouder aangeeft dat er nog een besluit moet worden genomen terwijl de aanbieders anders zijn geïnformeerd, laat een woordvoerder van de gemeente Almelo desgevraagd weten. 'Gedurende de marktconsultaties en vanuit de relatie met zorgaanbieders heeft een medewerker van de gemeente de aanbieders willen informeren. Hij liep met deze brief van eind mei vooruit op een besluit dat het college nog moet nemen.' Volgens de woordvoerder zal het college op korte termijn besluiten over de inkoop.
Wethouder Van Mierlo: “Het is niet goed gegaan als je het hebt over het politiek bestuurlijke proces. En hoewel de intenties juist waren, had het op dit punt anders gemoeten.”
Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben de gemeenten overgenomen van de Rijksoverheid. Dit heet decentralisatie. Na de decentralisatie in 2015 stonden gemeenten voor de opgave om zelf de aanbestedingen in te regelen. “Dat was pionieren”, legt wethouder Van Mierlo uit. “Gemeenten waren toen nog niet zo ervaren in inkopen in dit domein.”
In Twente werd in die tijd het OZJT/Samen14 opgericht. Een samenwerking tussen de veertien Twentse gemeenten op het gebied van Jeugdhulp en Wmo-zorg. In eerste instantie werd er regionaal ingekocht, maar in 2018 kiezen de gemeenten Almelo en Hof van Twente bewust voor een andere aanpak. “We hebben toen strakkere kwaliteits- en integriteitseisen aan de voorkant gesteld. Op deze manier doe je een soort voorwas en kun je op voorhand het kaf van het koren scheiden.”
Van Mierlo benadrukt dat de gemeente Almelo op voorhand een screening wil doen. “Zodat je kunt controleren of de organisaties integere partners zijn.” Het is een andere benadering, die volgens de wethouder de afgelopen jaren veel aandacht heeft gekregen. “Juist ook vanuit de insteek om zorgfraude te voorkomen en aan te pakken.”
Van Mierlo is naast wethouder ook regionaal portefeuillehouder Aanpak Zorgfraude Twente. “Eind 2022 zijn we met alle veertien Twentse gemeenten tot een versterkte aanpak van zorgfraude gekomen. In die versterkte aanpak hebben we een aantal concrete producten gedefinieerd. Een daarvan is het toewerken naar eenzelfde set eisen voor de eerstvolgende inkoop.” Dat is volgens de wethouder belangrijk, want zorgaanbieders zitten in de hele regio en het is daarom fijn dat gemeenten dezelfde eisen hanteren. “Ook om malafide bedrijven te weren.”
Zo zijn er volgens de wethouder in het verleden zorgbureaus geweest waar de gemeente Almelo het contract van had ontbonden, maar waar er in een andere gemeente nog met dat bureau werd samengewerkt. “Omdat ze nog moesten kijken hoe dat contract moest worden ontbonden. Het is dan eigenlijk niet uit te leggen waarom de ene gemeente er nog wel mee werkt en de andere niet.”
Bovendien loopt men met die verschillende eisen volgens Van Mierlo ook tegen barrières aan. “Informatie, zoals onderzoeksrapporten van de sociale recherche, mogen niet met andere gemeenten gedeeld worden
Daar komt verandering in, want bij de komende aanbestedingen leggen volgens van Mierlo alle gemeenten dezelfde set eisen op. In Almelo was er al eerder een pilot op dit gebied. “Dat ging met name over aanbieders van beschermd wonen en toepassing van de wet Bibob (integriteitstoets, red.). De wet maakt het mogelijk om de wet Bibob niet alleen bij vastgoedtransacties, maar ook bij de inkoop van zorgcontracten toe te passen. Dat heeft goede resultaten opgeleverd."
Wet Bibob staat voor Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Bij de aanvraag van vergunningen op het gebied van Recreatie en Amusement, Milieu en Bouwen, vastgoedtransacties met de gemeente en overheidsopdrachten kan de gemeente een Bibob-onderzoek doen. Met zo'n integriteitsonderzoek wil de gemeente voorkomen dat ze ongewild criminele activiteiten faciliteert. Ook beschermt de gemeente op deze manier bonafide ondernemers.
Of de ambulante voorzieningen per januari 2024 opnieuw worden ingekocht of dat de gemeente de contracten verlengd tot 2025 en daarmee aansluit bij de regionale inkoop blijft, ondanks de brief naar de zorgaanbieders, onduidelijk. "Dat is afhankelijk van de uitkomst van het besluit hierover door het college. Dat besluit bepaalt of we verlengen dan wel gaan inkopen."