Wandelaar Ben Kamphuis (64) uit Almelo werd als twintiger geconfronteerd met het overlijden van zijn vader. Deze week debuteert hij in de Nijmeegse vierdaagse. "Je lichaam is de tempel waarin je leeft. Die moet je onderhouden."
Het is niet de afstand van 50 kilometer die hem in filosofische sferen doet belanden. Ben Kamphuis kan die afstand makkelijk aan, zo blijkt na de derde dag van de Nijmeegse vierdaagse. Nee, het is hem bittere ernst. Toen onwillige knieën hem het hardlopen onmogelijk maakten, ging hij wandelen. Veel wandelen. Met z’n gezin op vakantie en thuis in de eigen omgeving met echtgenote Angela of met zijn zonen van berghut naar berghut in Oostenrijk. “Er is niets mooier dan wandelen als je van de natuur houdt. En het is gezond. Je moet er iets voor doen om fit en vitaal te blijven. Mijn vader deed dat niet. Net als zoveel vaders van die generatie dat niet deden. Er moest gewerkt worden. Wat als hij wel meer had bewogen en gezonder had geleefd? Sporten paste niet in het dagelijkse plaatje. Het heeft mij in ieder geval gevormd om wel gezond te leven en te bewegen. Gelukkig is dat later makkelijker geworden.”
Nu loopt hij de vierdaagse van Nijmegen. Voor het eerst en in z’n uppie. Broer Frans moest vorige maand afhaken wegens een gebroken middenvoetsbeentje. “We hadden de afspraak vorig jaar al gemaakt en keken uit naar ons gezamenlijke debuut hier in Nijmegen. Zijn blessure betekende een fikse streep door de rekening”, vertelt Ben. “Waarschijnlijk heeft hij de training voor Nijmegen iets te snel opgevoerd. Dan ligt zo’n blessure op de loer. De keuze wel of niet alleen gaan was niet heel moeilijk. Ik had voldoende kilometers gemaakt in de voorbereiding.”
Zozeer zelfs dat hij kort voor de start besloot geen 30 maar 50 kilometer per dag af te leggen. En dat gaat hem opmerkelijk makkelijk af. Zonder daar vooraf nou heel goed over te hebben nagedacht. Het was meer de Pipi Langkous beslissing. Zo van ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar denk dat ik ’t kan’. Ben ervaart ‘Nijmegen’ als een groot wandelfeest. Hij wordt blij van de vele duizenden enthousiastelingen op de route. Je moet er alleen niet teveel voor je hebben lopen als je een stevig tempo aanhoudt met een tempo van tegen de 7 kilometer per uur. "Daar kwam ik de eerste dag achter. Het voornemen was vroeg van start te gaan. Maar 5 uur in de ochtend is kennelijk al te laat. Dan heb je de hele meute al voor je uitlopen. Daarom ben ik dinsdag een uur eerder van start gegaan. Om precies te zijn 3 minuten over 4. Dan gaat het goed.”
Ook na dag 3 hoor je Ben niet klagen over de sleet die er best eens in zou kunnen zitten op 64-jarige leeftijd. De Albergse supermarktondernemer Ronnie Munster is ter plekke. “Toeval of niet. Ik kwam hem tegen. Hij is daar vrijwillig masseur en verricht wonderen. Na twee dagen ging het nog steeds goed. Maar het blijft de eerste keer dat je ook die derde dag loopt. Die moet je ook ervaren, net als morgen als we voor de slotdag op pad gaan. Ook dat is weer een eerste keer. We hebben goede hoop dat we het volbrengen.”
En het zal niet bij deze ene keer blijven. “De afspraak met Frans staat voor volgend jaar. Ik weet niet of ik m’n broer die 50 kilometer per dag kan aandoen. Dan wordt het gewoon de 30 kilometer per dag zoals we hadden afgesproken. Ook een mooie afstand.”
De intocht morgen over de beroemde Via Gladiola met vele duizenden mensen langs de kant, zal een ervaring op zich worden. “Je kent het van horen zeggen en van de televisie. Maar dat haalt het niet bij je eigen beleving heb ik al vernomen. We gaan het meemaken. Het zal fijn zijn om de familie weer vast te kunnen houden.”