De bodem- en waterkwaliteit verbeteren, bouwmaterialen produceren, CO2 verminderen en een verdienmodel creëren voor de Twentse boer: volgens Janneke Paalhaar van Twentse Bouwboeren kan dat allemaal tegelijkertijd.
Tenminste, als Twentse boeren bereid zijn bepaalde gewassen te verbouwen die dienen als grondstof voor bouwmaterialen. Daarvoor moet een regionale keten opgezet worden, waarbij verbouwers, verwerkers én bouwers elkaar vinden.
Kalverhouder Patrick Ensink uit Tilligte verbouwt op een perceel van bijna drie hectare miscanthus oftewel olifantsgras. “We zochten een oplossing voor strooisel in de stallen. Daar is miscanthus een mooie oplossing voor.”
Ensink pootte het gras in het voorjaar 2020. “Je poot het een keer, daarna kun je zo’n twintig jaar jaarlijks oogsten. Je hoeft alleen het eerste jaar maar iets te doen aan onkruidbestrijding, het gewas kan tegen droogte en heeft geen bemesting nodig.”
De winterdag vallen de bladeren er af, de stengels blijven staan. “Voor wild is dat een prachtige plek. Je moet er niet gek van opkijken dat er in de winterdag tien, twaalf reeën uit het perceel komen zetten. Ook hazen en fazanten zitten hier graag ‘s winters: mooi beschut, weinig wind en een lekker warm bedje van de bladeren die op de grond zij gevallen.”
Inmiddels heeft Ensink twee keer geoogst. "Oogsten gebeurt in het voorjaar. Dan ziet het er uit als verdord riet en is het zodanig droog dat het geoogst kan worden met een gewone maïshakselaar. En daarna gaat het zo de kachel in, gebruiken we het als strooisel in de stallen voor de kalveren en als mulch voor onder de struiken in de tuin.”
Miscanthus kan ook voor andere bewerkingen gebruikt worden, zegt Janneke Paalhaar, ketenregisseur voor het project Twentse Bouwboeren. “Dit biedt Patrick mogelijkheden biedt voor zijn eigen bedrijf, maar het kan ook toegepast kan worden als bouwmateriaal. Twentse Bouwboeren werkt in Twente aan het opzetten van een keten van vezelgewassen voor bouwmaterialen. Van land naar pand.”
Project Twentse Bouwboeren ziet biobased bouwen als een kans voor het opzetten van een duurzame regionale keten waarbij de agrarische sector en de bouw bij elkaar gebracht worden. Traditionele bouwmaterialen zijn namelijk goed vervangbaar door materialen met grondstoffen uit landbouwgewassen, zoals vezelhennep, stro en olifantsgras.
Met biobased bouwen is de impact op het milieu aanzienlijk kleiner en wordt de bodem- en waterkwaliteit verbeterd.
Het project is opgezet door Building Balance, de Land Bouwers, Rabobank Twente/Achterhoek en Waterschap Vechtstromen.
www.twentsebouwboeren.nl
Het project Twentse Bouwboeren is dit jaar opgestart. “We hebben inmiddels een aantal informatiebijeenkomsten gehouden voor agrariërs. Daarnaast hebben we boeren en bouwers bij elkaar gebracht, toekomstige producenten en afnemers.”
“We stimuleren agrariërs om meer vezelgewassen te telen, en we stimuleren bouwbedrijven om met die vezelgewassen, de biobased bouwmaterialen, te bouwen.”
Naast miscanthus kunnen daar ook gewassen als zonnekroon, en eenjarige gewassen als hennep en vlas, voor gebruikt worden. “Het zijn sterke gewassen die diep wortelen, droogteresistent zijn, en tijdens de groei veel CO2 opnemen. Voor de bouw heeft dit het voordeel dat natuurlijke grondstoffen CO2 permanent vastleggen in bouwmaterialen en dus in een woning of gebouw”, benadrukt Paalhaar.
De verschillende houtige vezelgewassen kunnen voor diverse materialen gebruikt worden. Vezels voor isolatiematten, getest en gecertificeerd en al verkrijgbaar bij bouwhandels. “Het prikt niet, zoals glaswol.” Vezels die gebruikt worden om in spouwmuren te blazen, voor verpakkingsmateriaal, plaatmateriaal en bouwstenen voor zowel binnen- als buitenmuren.
Tussen de verbouw van de vezel en het gebruik in de bouw zit het verwerkingsproces. Een keten daarvoor is er op dit moment nog niet, geeft Paalhaar aan. “Hier ligt een kans voor agrariërs om zich bijvoorbeeld te verenigingen in een collectief, om zelf in die verwerking hun rol te pakken. Hakselen, het ontstoffen, opslaan, en je zou zelfs dit vezelmateriaal in balen kunnen persen en dan met een busje naar de stad toe kunnen rijden en het daar in panden inblazen als isolatiemateriaal.”
Wat levert het de boer en de bouwer op? “Voor alle sectoren die een rol kunnen spelen in die keten is het nog niet duidelijk wat de opbrengst is voor de boer en wat de kostprijs is voor de bouwer. We werken eraan om daar inzicht in te krijgen. Onder andere door het opzetten van pilots, een aantal woningen biobased te bouwen en te kijken waar we tegenaan lopen.”
Er zijn nog wat meer hobbels te nemen. “De producten dienen gecertificeerd en moeten voldoen aan de eisen op het gebied van brandveiligheid en wind- en waterdicht zijn. Maar er zijn al bouwmaterialen beschikbaar bij de bouwhandel, en dat worden er steeds meer. Als de vraag er maar is, dan ontstaat ook het aanbod, en dus ook die keten.”
Twentse Bouwboeren gaat ervan uit dat voor de verbouw van deze gewassen kansen liggen voor agrariërs uit Twente.
“We zien dat het zowel aan de landbouwkant als aan de bouwkant steeds lastiger wordt om op dezelfde voet als vroeger, door te gaan. De landbouw heeft grote opgaves als het gaat om stikstof, om waterkwaliteit, om CO2. Met name in de meer extensiveringsgebieden, waar door wet en regelgeving minder mest en minder bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt. Bij grondwaterbeschermingsgebieden, Natura 2000 gebieden en langs beekdalen biedt de verbouw van vezelgewassen heel veel kansen. Die kansen liggen ook zeker waar het droog is, op de Twentse zandgronden.”
Miscanthus is een oeroude grassoort uit Zuid-Oost-Azië, groeit snel en wordt 3,5 meter hoog. In ruwe vorm kan dit rietachtige gewas dienen als stalstrooisel of kachelbrandstof, maar na bewerking zijn er ook bouwmaterialen, papier, bioplastics of biobrandstoffen van te maken.
Het gewas produceert geen pollen; goed nieuws voor mensen met hooikoortsklachten. Planten worden niet gezaaid, maar geplant. De planten hebben eerst een jaar nodig om zich te vestigen, daarna kan er ieder jaar ongeveer 20 ton miscanthus per hectare geoogst worden. In het eerste jaar is enige onkruidbestrijding nodig. Insecticiden hoeven niet gebruikt te worden, bemesting is niet nodig en irrigatie evenmin. Het olifantsgras neemt grote hoeveelheden CO2 op, wat bijdraagt aan een vermindering van broeikaskassen.
Bron: Universiteit Wageningen