In het buitengebied van Almelo staat de boerderij van Janet Pouwels. Op het eerste oog is daar weinig anders aan te zien dan bij andere boerderijen. Er loopt een zwarte labrador tevreden over het terrein te sjokken en er staan koeien in een weiland. Toch is deze boerderij wél anders dan anderen. Op het erf zit namelijk Stichting Reeënopvang Twente.
In één van de schuren van Pouwels zit het binnenverblijf van de reeën. “Als we zometeen in de buurt van het verblijf komen, dan praat ik niet meer. Anders schrikken ze en rennen ze weg”, fluistert Pouwels.
Bij Stichting Reeënopvang Twente worden reeën opgevangen die niet meer zelfredzaam zijn. Dit kan bijvoorbeeld zijn als de moeder het reekalf heeft verstoten of als de moeder dood is. Pouwels waarschuwt meteen: “Als je een reekalf in zijn eentje ziet liggen, raak hem absoluut niet aan!” Wanneer een reekalf naar mens of hond ruikt, wordt het automatisch verstoten door zijn moeder. “Soms kan een reekalf wel uren alleen liggen omdat de moeder op pad is. Dus als je een ree ziet liggen, laat het eerst liggen. Ligt het na een aantal uur nog steeds alleen, bel dan naar ons.”
Voorzichtig haalt Pouwels de deur van de schuur van het slot en sluipt naar binnen. Aan de rechterkant van de schuur hangt een bord waarop staat wanneer de reeën binnengekomen zijn. Onder dat bord staat een tafel waarop het voer voor de reekalfjes klaargemaakt wordt. Pouwels trekt laarzen aan, ze gaat straks de wei in van de diertjes en het gras staat daar tot kniehoogte. Eerst wenkt ze naar een deur met daarin een klein luikje waar je doorheen kan kijken. Voorzichtig kijken we door het luikje van het binnenverblijf. In het stro ligt een reekalfje en binnen een seconde heeft ze ons gespot. Het reekalfje neemt van de schrik een sprint naar buiten. “Je hebt echt geluk gehad met het maken van die foto”, lacht Pouwels.
Pouwels wandelt naar buiten om de reekalfjes meer wei te geven. Voorzichtig loopt ze de wei in om een deur in het midden open te zetten zodat de reeën beide gedeeltes kunnen gebruiken. De drie reekalfjes houden haar nauwlettend in de gaten. Dichtbij komen om een foto te maken is onmogelijk. “Gelukkig ook maar”, zegt Pouwels. Ze is blij dat de beestjes steeds meer verwilderd raken.
“Als reekalfjes binnenkomen voeden we ze eerst met de fles, maar daar proberen we wel zo snel mogelijk van af te stappen”, legt Pouwels uit. “Daarna zetten we alleen nog maar eten neer.” Pouwels is niet de enige die voor de reekalfjes zorgt. Dit doet ze in samenwerking met een aantal vrijwilligers en de boswachter. “Als de kalfjes van de fles afgaat, dan gaan de vrijwilligers het bos in om hun eten te halen." Door niet meer bij de reeën in de buurt te komen en ze eten uit hun eigen leefomgeving te geven raken de beestjes verwilderd. Zo kunnen ze in het wild weer op hun eigen benen staan.
“Ik verwacht dat we deze reeën begin september weer kunnen terugzetten”, zegt Pouwels. “Dit doen we altijd in overleg met de boswachter. We zetten ze vaak weer terug daar waar ze gevonden zijn maar deze zullen hier in de buurt terug gezet worden.” Van één reekalfje is namelijk niet te achterhalen waar ze vandaan komt omdat ze in het water gevonden is. Een ander reekalfje is vanaf een ander adres naar Almelo gekomen zodat ze leerde socialiseren met de andere twee reeën.
Pouwels spreekt met veel liefde en passie voor de reeënopvang op haar erf. Wanneer we haar vragen of haar nog echt iets van het hart moet als het over de opvang gaat, heeft ze snel haar woordje klaar: “Ik hoop dat steeds meer mensen beseffen dat ze de dieren echt niet mogen aanraken. Als je een ree ziet liggen, laat het eerst liggen. Ligt het na een aantal uur nog steeds alleen, bel dan naar ons en dan zoeken we naar een goede oplossing met mensen die daar verstand van hebben.”