Overerfbare armoede. Het is een van de verhalen van Enschede. Onze stad behoort tot de drie steden in Nederland waar kinderen de minste kansen hebben, omdat de sociale problematiek van generatie op generatie wordt doorgegeven. De gemeenteraad van Enschede wil de kansen van die kinderen vergroten en maakt daarvoor 3 miljoen euro per jaar vrij. Wethouder Harmjan Vedder weet precies op welke scholen de problemen het grootst zijn: “We gaan op die plekken gericht investeren.”
De wethouder heeft tien jaar de tijd om die kansengelijkheid vorm te geven. “Dan willen we uit die top drie.” Enschede kampt al decennia met het armoedespook en scoort steevast hoog onder de steden met sociale problematiek.
Misschien wel de grootste slachtoffers zijn de kinderen die onder zulke omstandigheden nauwelijks kans hebben zich te ontwikkelen en zich dus te ontworstelen aan de armoede. “Dat wijst onderzoek uit. Er is onderzocht hoeveel Enschedeërs verdienen. Hoe het gaat met kinderen die in armoede opgroeiden en hoe het dertig jaar later met ze gaat.”
De conclusies uit al die rapporten zijn niet bepaald bemoedigend. Vandaar dat de wethouder die drie miljoen gaat inzetten om onder andere het onderwijs en de jeugdhulp extra instrumenten te geven. “We willen dat de kinderen hun gaven en talenten kunnen ontwikkelen.”
Uit de onderzoeken blijkt ook dat er een relatie is tussen de plek waar je opgroeit en de kansen die je op scholen hebt. “Natuurlijk hoeft niet iedereen naar de universiteit, maar er zijn wel heel veel omstandigheden die kinderen belemmeren een goede opleiding te volgen.” Hij weet precies op welke scholen de problemen het grootst zijn. Uit de cijfers blijkt dat er met de kinderen veel aan de hand zijn.
De plannen om te hulp te schieten zijn nog niet helemaal ingevuld, maar het is zeker dat extra wordt geïnvesteerd in die scholen en wijken. Het gaat om versteviging van de naschoolse programma’s zodat ‘kinderen in aanraking komen met sport en cultuur’.
Op de scholen worden bibliotheken ingericht, opdat ‘ze elke week een boek mee kunnen nemen’. Er komen meer schoolwijkcoaches en er komen meer uren voor hun werk beschikbaar. “Als het nodig is, krijgen de gezinnen extra hulp.”
Een ander instrument om gezinnen te helpen, is de werving van vrijwillige buurtgezinnen. Humanitas maakt daar werk van, zegt Vedder. “Als jij in een gezin ziet dat het pannetje overkookt, dan is het fijn dat er gezinnen zijn die even helpen om de kinderen een dag of weekend over te nemen.”
“Goede bedoelingen zijn niet genoeg. Als het met zoveel kinderen slecht gaat, moeten we daar iets aan doen.” Op vijftien plekken in Enschede komen er schoolwijkcoaches.
In Enschede West in het Nije Terphoes zijn allerlei instellingen bezig met een familiehuis of ‘plekken in de wijk van hoop’. In zo’n familiehuis zijn het wijkwerk, GGD, kinderopvang en partijen die bezig zijn met jeugd en gezin aanwezig om een ontmoetingscentrum voor ouder en kind te maken. Als het aan Vedder ligt, blijft het overigens niet bij één familiehuis. “Het is een manier om dichter bij de ouders te komen.”