Het bestuur van de Wissink's Möl in Usselo vreest dat een eventuele komst van industriële turbines langs de N18, het functioneren van de traditionele windmolen geen goed doet. De ruim 120 jaar oude molen, een rijksmonument, zou wel eens last kunnen krijgen van grote windturbines in de directe omgeving. Dat schrijft Stichting Wissink's Molen in een brief aan het provinciebestuur in Zwolle.
Het molenbestuur trekt aan de bel, omdat zij vreest dat straks door het bos de bomen niet meer te zien zijn. Of vrij vertaald: dat door het plaatsen van enkele 230 meter hoge windturbines, de karakteristieke Wissink's Möl met zijn 25 meter tiphoogte totaal uit zicht verdwijnt. In eigen situatieschetsen, die uit protest bij de molen zijn opgehangen, probeert Stichting Wissink's Molen haar punt duidelijk te maken.
Vooralsnog zijn er geen plannen voor windturbines in het buitengebied bij Usselo. Maar onlangs heeft de gemeenteraad - onder voorbehoud - een gebied langs de N18 tussen Usselo en de grens met Haaksbergen aangewezen als potentieel ontwikkelgebied. Het college van B&W wil zo de regie in eigen hand houden. De lezing wil dat als het zoekgebied niet was vastgesteld, de provincie eventuele kansrijke initiatieven op het gehele grondgebied van Enschede zonder tussenkomst van de gemeenteraad had kunnen toestaan.
Het provinciebestuur voerde met dat vooruitzicht de druk op gemeenten die nog geen zoekgebieden hadden aangewezen de afgelopen maanden op. Landelijk worden nog (nieuwe) afstandsregels voor windturbines opgesteld. Dat kan zeker tot medio 2024 duren. In afwachting daarvan staat de gemeenteraad geen ontwikkeling toe. Dit najaar worden informatie- en praatsessies met bewoners van Boekelo en Usselo belegd. Maar nu er voorkeurslocaties zijn aangewezen, kunnen initiatiefnemers zich al wel melden.
Stichting Wissinks Molen wacht de inspraakavonden of een daadwerkelijk plan niet af. In een brief aan het Overijsselse provinciebestuur wordt gevraagd om de gemeente Enschede te wijzen op de zogeheten molenbeschermingszone. 'Naast dat het plaatsen van zulke grote windturbines voor de Wissink's Möl heel ontsierend is zal er ook schade worden berokkend aan de windbiotoop van de molen', aldus de stichting.
Zo'n beschermingszone werkt zo: in bestemmingsplannen wordt een beperkt gebied rondom een traditionele windmolen gevrijwaard van bebouwing of andere obstakels die het functioneren van de molen (de 'windvang') negatief kunnen beïnvloeden. Ook bouwwerken die de waarde van een molen als 'landschapsbepalend element' aantasten, zijn niet gewenst.
Normaal gesproken gelden de bovenstaande regels tot een afstand van 400 meter van de molen. Ook in Usselo is dat het geval. De mogelijke locaties van windturbines - volgens eerdere onderzoeken - zijn respectievelijk 700, 800 en 1150 meter van de traditionele korenmolen verwijderd (zie kaart). Buiten de molenbeschermingszone dus. Toch ziet de stichting aanknopingspunten: het bestuur denkt dat verstoring van luchtstromen (turbulentie) door de rotorbladen van grote windturbines de wind uit de zeilen zal nemen van de Wissink's Möl. Het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel heeft voor zover bekend nog niet op de brief gereageerd.
De Wissink's Möl, een zogeheten standerdmolen, is in 1802 gebouwd. Lange tijd stond de molen waar hij nu ook staat: langs de weg van Usselo naar Haaksbergen. In 1921 kocht textielfabrikant Jan Bernhard van Heek het bouwwerk, om het vervolgens te verplaatsen naar Buurse. De korenmolen raakte in verslechterde staat, werd in de jaren zeventig afgebroken en is in 1981 weer teruggeplaatst op de oorspronkelijke plek.
Hoewel de Wissink's Möl dus een geschiedenis heeft van verhuizingen, kan dit volgens de beheerder in de toekomst niet meer aan de orde zijn. 'Verplaatsing van de Wissink's Möl lijkt ons geen reële optie', schrijft het molenbestuur. 'Dit is een historische plek en verplaatsing van de molen zal een enorm bedrag aan gemeenschapsgeld gaan kosten.'