Henk Lubberding zei het wel te kunnen plaatsen waarom de ploegleider lang aan Dietrich Thurau vasthield in de Tour de France van 1977. Hennie Kuiper rechtvaardigt ook op latere leeftijd zijn besluit om in de Olympische wegwedstrijd van München 1972 van start te gaan nadat Palestijnse terroristen een bloedbad hadden aangericht. En Rob Kleinsman had meer met de Ronde van Italië dan met de Tour. De drie oud-profs gunden een volle zaal in het ‘Huis van katoen en Nu’ woensdagavond een inkijkje achter de schermen van het metier in de jaren zeventig en tachtig.
Het beeld van Hennie Kuiper met een kapot achterwiel langs de keitjes in Parijs Roubaix spreekt nog steeds tot de verbeelding. De Olympisch- en wereldkampioen wilde toch even kwijt dat hij nooit met dat wiel in de lucht heeft staan wachten op de ploegleiderswagen. ”Het is echt wonderlijk hoe vaak mensen vertellen dat beeld nog steeds voor ogen te hebben. Maar dat beeld bestaat helemaal niet. Het zal ooit ergens zijn geroepen en werd vervolgens opgeslagen in het collectief geheugen.” Henk Lubberding wist dat te beamen: ”Je stond in je handen te klappen omdat de ploegleider op moest schieten. Dan kun je geen wiel omhoog houden.”
Het Huis van katoen en Nu was tot bijna de laatste stoel bezet met veelal wielerliefhebbers die de historie van de drie heren achter de tafel eigenlijk wel kennen, maar het graag nog een keer van de henzelf hoorde. Zo ook ingewijde en oud-burgemeester Bernard Kobes. Een liefhebber van de wielersport die veel renners en oud renners persoonlijk kent. Op de vraag of het een beetje klopt wat Kuiper, Lubberding en Kleinsman het publiek voorspiegelden”, ging het antwoord met een glimlach en vette knipoog gepaard: ”Ze maken het mooi kloppend.” Kobes zei na afloop te hebben genoten. ”Het zijn prachtige verhalen van grote jongens uit de wielersport. Een heerlijke avond voor de liefhebber.”
Het wielercafé werd geleid door presentator Eddy van der Ley en was een opwarmertje naar de profronde van Almelo die vrijdagavond wordt verreden.