De inzameling van kunststof verpakkingen verloopt na dertien jaar alles behalve vlekkeloos. Bijna alle plastic-, metaal- en drankverpakkingen (pmd) die Twentenaren via milieupleinen en (ondergrondse) verzamelcontainers aanbieden, belanden - net als het restafval - in de verbrandingsoven van Twence. Dat blijkt uit jaarverslagen van afvalinzamelaar Twente Milieu. Gemeenten denken daarom na over andere manieren van inzamelen.
De goede bedoelingen van het scheiden ten spijt, kan de Twentenaar die zijn plasticzak vol kunststof verpakkingsmaterialen in een container aan straat of bij het milieuplein achterlaat er bijna vergif op innemen dat die zak in de verbrandingsoven in Hengelo eindigt. Het plasticafval van deze huishoudens - vooral de hoogbouwbewoners - is simpelweg te vervuild om nog van enige recyclewaarde te zijn. Waar ging het mis?
In 2010 is landelijk begonnen met het inzamelen van plastic verpakkingen, blikjes en drankkartons. Mede gedreven door bestuurlijke afspraken zoals Naar een afvalloos Twente heeft de inzameling van kunststof een enorme vlucht genomen. Immers, de doelstellingen voor 2030 verlangen zo min mogelijk restafval (dus meer recycling, is het idee) en de grootste afvalstroom in het restafval van huishoudens bestond op dat moment uit pmd.
Dit artikel baseert zich op de cijfers van de negen gemeenten die de inzameling van huisvuil bij Twente Milieu hebben belegd. Het gaat om Enschede, Hengelo, Almelo, Hof van Twente, Oldenzaal, Wierden, Haaksbergen, Borne en Losser. In vrijwel al deze gemeenten wordt er zowel plasticafval aan huis opgehaald als via milieupleinen. Alleen in Wierden is er slechts sprake van huis-aan-huis-inzameling.
Uiteindelijk heeft deze focus binnen het afvalbeleid in meerdere gemeenten geleid tot invoering van diftar, het betalen per aanbod van een zak of container met restafval. Dat afval wordt namelijk verbrand en 'de vervuiler betaalt' is het credo. Van al het plastic dat in Nederland op de markt wordt gebracht, wordt bijna de helft gerecycled. Maar dat is inclusief bedrijfsafval. Ondanks dat het Centraal Planbureau in 2017 vraagtekens zette bij de milieuopbrengsten en de doelmatigheid van 'financiële prikkels' bij huisvuilinzameling zoals bij diftar, spreken (lokale) overheden vaak over een succes.
Het succes is dan vooral gebaseerd op de hoeveelheid afval dat als pmd wordt ingezameld. Dat varieert van 34 kilo per inwoner in Almelo tot 57 kilo per inwoner in Hengelo. Gemeenten krijgen per duizend kilo pmd een vergoeding vanuit het Afvalfonds. Dat waren ooit riante vergoedingen van enkele honderden euro's (hoe meer pmd, hoe lucratiever dus), maar die zijn inmiddels teruggeschroefd tot 245 euro per ton.
In ieder geval in Enschede is aantoonbaar dat sinds de invoering van diftar de kosten die gemoeid zijn met afvaldump fors zijn gestegen. Met extra boa's en cameratoezicht wordt geprobeerd dat een halt toe te roepen. Nu blijkt dat er ook bij de kwaliteit van het ingezamelde materiaal grote vraagtekens te zetten zijn. Ook bij gemeenten die geen difar-systeem kennen, zoals Almelo.
Het Twentse pmd-materiaal is namelijk sterk vervuild. Zo ernstig, dat de inhoud van vrijwel alle ondergrondse containers of de oranje 'huisjes' aan straat uiteindelijk naar Twence wordt gebracht. Dan hebben Enschedese huishoudens er via het warmtenet in ieder geval nog warmte van, zou je kunnen zeggen, maar dit is niet bepaald de bedoeling.
Om misverstanden te voorkomen: dit wil niet zeggen dat er alleen troep en rommel in de pmd-inzamelcontainers zit. "Bijna een derde is een zuivere stroom", weet Henkjan Fikken. Hij is voorzitter van de ambtelijke werkgroep pmd, die Twentse gemeenten in het leven hebben geroepen. Binnen die werkgroep wordt de vervuilingsgraad van kunstafval gevolgd.
De andere 67 procent in de pmd-verzamelcontainers bestaat dus uit andere afvalstromen zoals papier en restafval, maar ook uit zogeheten stoorstoffen. Kinderspeelgoed kan bijvoorbeeld van kunststof zijn, maar is hard plastic en valt niet onder verpakkingen. "Maar denk ook aan een ketchupfles met inhoud die is leeggelopen, waardoor het afval vervuild is", aldus Fikken.
Al het pmd-materiaal dat wordt ingezameld, wordt eerst naar de overslaglocatie van PreZero (voorheen Suez) aan het Twentekanaal in Hengelo gebracht. Daar wordt elke vracht gekeurd aan de hand van een protocol. Het komt er kortgezegd op neer dat als meer dan 15 procent van het aangetroffen afval niet bij het pmd thuishoort, de hele vracht wordt afgekeurd. De lading gaat dan naar de afvalenergiecentrale van Twence en de gemeente ontvangt géén vergoeding vanuit het Afvalfonds.
De laatste jaren wordt er strenger toegezien op vervuiling. En dat is terug te zien in de cijfers. Zoals eerder aangegeven is 98 procent van het Twentse pmd-afval uit straatcontainers afgekeurd. Maar ook de kwaliteit van de huis-aan-huis ingezamelde verpakkingen bij de maandelijkse ronde van de vuilniswagen laat te wensen over. Een voorbeeld: in Enschede werd in 2021 nog 42 procent van die vrachten direct goedgekeurd, maar vorig jaar was dat nog maar 1 procent. Het beeld bij de andere acht gemeenten die bij Twente Milieu zijn aangesloten is eigenlijk hetzelfde: nergens is de goedkeur hoger dan 3 procent (Wierden).
Maar... in tegenstelling tot de (ondergrondse) verzamelcontainers wordt het huis-aan-huis ingezamelde pmd-materiaal amper afgekeurd. De vervuilingsgraad van deze stromen ligt namelijk tussen 15 en 35 procent. Normaal gesproken betekent dat afkeur en verbranding. Maar speciaal voor deze stromen hebben de Twentse gemeenten en Nedvang (de organisatie achter het Afvalfonds) een overeenkomst gesloten.
Het deels vervuilde kunststof wordt overgedragen aan Nedvang, dat verder zorg draagt voor eventuele uitsortering en recycling. In ruil daarvoor krijgen de gemeenten niet de volle vergoeding van 245 euro per ton, maar slechts 130 euro. Zodoende valt 97 procent van het aan huis ingezamelde pmd uit Twente in deze 'tussencategorie'.
De afvalkeurmeesters bij ProZero in Hengelo maken gebruik van het beoordelingsprotocol pmd. Hierin staat dat een vracht volledig moet worden afgekeurd als er meer dan 15 procent vervuiling is (150 kg of 1 m³ per ton afval), dat niet eenvoudig te verwijderen is. Denk hierbij ook aan lege spuitbussen, verpakkingen met inhoud, papieren broodzakken met kunststof vensters en lege verfblikken. Als er sprake is van vervuiling door gevaarlijk afval, klein chemisch afval, medisch afval of dierlijk afval (slachtafval) dan wordt de vracht altijd - ook bij kleine hoeveelheden - afgekeurd.
Volgens Henkjan Fikken valt de vervuiling in deze vrachten reuze mee. "Dat zit dichter bij de 15 procent dan bij de 35 procent stoorstoffen", zegt de voorzitter van de ambtelijke pmd-werkgroep. Er is dus hoop op verbetering. "En als gemeenten vinden we dat die controle ook wel aan de strenge kant is."
Die klacht is niet nieuw. Het college van de gemeente Dinkelland - dat overigens bij afvalinzamelaar ROVA is aangesloten - liet zich twee jaar geleden al kritisch uit over de keurmeesters in Hengelo. Toch is het bij de gratie van het Afvalfonds dat Twentse gemeenten financieel nog iets overhouden aan de middelmatig vervuilde pmd-vrachten.
Een aantal jaren geleden was de inzameling van pmd nog een lucratieve bezigheid. Gemeenten mogen weliswaar geen winst maken met hun afvalbeleid, maar mede door de vergoedingen bleef de afvalstoffenheffing relatief laag. Nu er nauwelijks nog plasticafval direct wordt goedgekeurd, is de situatie voor sommige gemeenten drastisch veranderd. "Het kost de gemeente geld", aldus Henkjan Fikken. "Bij ons in Hengelo gaat het al met al om zo'n 1 miljoen euro. Uiteindelijk betalen de inwoners dat via de afvalstoffenheffing."
Dat met die kosten zit zo. In Hengelo wordt in totaal ruim 4,6 miljoen kilo aan pmd opgehaald. Daarvan wordt 67.000 kilo goedgekeurd en nog eens 2 miljoen kilo tegen een gereduceerd tarief aan Nedvang overgedragen. In totaal goed voor een vergoeding van 287.000 euro. Het transport en de verbranding van de 2,5 miljoen kilo afgekeurd pmd komt voor rekening van de gemeente. Dat is 165 euro per ton, dus 412.000 euro. Maar de gemeente loopt ook nog eens de vergoeding voor de (deels) afgekeurde vrachten mis. Met deze inkomstenderving komt de schadepost uit op 977.000 euro.
In Enschede zijn de kosten 483.000 euro of - als de misgelopen vergoeding volledig wordt meegerekend - maar liefst 2 miljoen euro. De vraag is wel of dat laatste realistisch is. Immers bestaat een deel van de afgekeurde vrachten uit restafval, dat hoe dan ook verbrand had moeten worden.
Hoe dan ook: de vervuilingsgraad van het plasticafval in Twente ligt te hoog en dat kost geld. En dat baart ook de ambtelijke werkgroep voor pmd zorgen. "Daarom zijn we aan het onderzoeken of er andere vormen van inzameling mogelijk zijn", aldus Henkjan Fikken. "Bijvoorbeeld door het afval eerst met een sterke magneet te filteren. Maar ook of we weer terug kunnen naar de inzameling met plasticzakken aan straat."
Met name de (ondergrondse) verzamelcontainers aan straat vormen een probleem. Fikken: "Hoe anoniemer de inzameling, hoe meer vervuiling. Als je doorzichtige plasticzakken aan straat ophaalt, dan is het bovendien voor de vuilnismannen makkelijker te controleren. Als er zwaar restafval in wordt gegooid, dan scheurt de zak."
Aan het nut van het apart inzamelen van pmd - in ieder geval bij hoogbouw - wordt dus niet getwijfeld. "Het gaat ook om gedrag van de inwoners. Als er netjes wordt gescheiden, dan is er geen afkeur en dan hoeft de afvalstoffenheffing niet verhoogd te worden."