Woningnood en jarenlange leegstand. Het grote geld dat omgaat in vastgoedprojecten versus de werkelijke belangen van inwoners. Dat, en de bescherming van kwetsbare flora en fauna, zijn de motieven voor de kraak van het voormalige Wegener-complex in Enschede. Het zijn dezelfde redenen waarom een halve eeuw geleden de Nederlandse krakersbeweging ontstond.
Wie die krakersbeweging wegzet als een stel losgeslagen, stenengooiende anarchisten gaat toch wat te kort door de bocht. De werkelijkheid is complexer. Er lag een forse maatschappelijke misstand aan die beweging ten grondslag. En het is niet zonder reden dat er in de loop der jaren zorgvuldig in elkaar gesleutelde wetgeving rond kraken en leegstand is ontstaan.
Het recht op een betaalbare en fatsoenlijke woning is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet, maar het is ook een mensenrecht. Het is een van de klassieke zorgtaken voor de overheid, net als toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en een eerlijke verdeling van welvaart. In de jaren 80 was er sprake van een gierende woningnood èn grote leegstand.
Dat wonen is vastgelegd als een grond- en een mensenrecht is het belangrijkste antwoord op de vraag waarom de politie niet meteen ingrijpt als iemand een pand kraakt (en iets doet dat niet legaal is). De wetgever - nationaal en internationaal - vindt het recht op wonen zo belangrijk, dat je een goede reden moet hebben om iemand zijn huis uit te zetten.
Let op: wonen is iets anders dan een pand bezitten. Dat is natuurlijk logisch, maar in dit verband is het een belangrijk onderscheid. Een kraker (maar dat geldt voor iedereen die in een pand woont dat van iemand anders is) ontzegt de eigenaar van het pand niet dat eigenaarschap. Hij steelt niets, hij neemt het alleen in gebruik. In dit geval betekent dat: wonen.
Kraken is dus illegaal en strafbaar, maar wonen is een fundamenteel recht. Strikt genomen kan een kraak weliswaar strafbaar zijn, maar is het wonen (of het gebruik) dat er een gevolg van is legitiem en rechtmatig. Die afweging is niet aan de overheid - en dus de politie - en in beginsel zelfs niet aan de eigenaar, maar aan de rechter.
Na een kraak kan de eigenaar de nieuwe gebruiker, als hij die niet in zijn pand wil, verzoeken vrijwillig te vertrekken. Doet die dat niet, met een beroep op dat woonrecht, dan volgt een zorgvuldige juridische procedure om vast te stellen of er grond is voor uitzetting. Die is er meestal wel, maar niet altijd.
Pandjesbazen, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars lieten huizen en gebouwen vaak jarenlang leegstaan. Dat was goedkoper dan er iets nuttigs mee te doen en zij speculeerden op toekomstige gebiedsontwikkeling, die de prijzen van gebouwen en grond fors op zouden stuwen.
Die tegenstelling tussen de grote behoefte aan woningen en andere ruimte en die leegstand omwille van (het grote) geld, was de brandstof die de krakersbeweging vaart gaf. Woningzoekenden, maar ook culturele initiatieven die plek zochten, verschaften zich toegang tot gebouwen die al geruime tijd leegstonden.
Een regionaal voorbeeld is poppodium Metropool, voortgekomen uit het roemruchte Hengelose jongerencentrum Babylon dat zich uit (ruimte)nood vestigde in een gekraakt pand. Zoals talloze poppodia in Nederland, overigens. De parallellen met wat de krakers van het voormalige Wegener-pand willen zijn legio. Ook hen gaat het om de frictie tussen behoefte aan ruimte, onder meer voor de alternatieve jongerencultuur, en jarenlange leegstand. Onnodige en onterechte leegstand, in hun ogen.
In de gemeentelijke plannen voor het complex langs de Getfertsingel en het Cromhoffpark - zeg: het terrein van en rond het geraakte Wegener-pand - is veel te weinig rekening gehouden met Enschedeërs met een woon- of ruimtebehoefte en een laag inkomen. Vindt kraker Joachim Brandenburg. Tien tot vijftien procent sociale huur, de rest middensegment of daarboven.
Hij staat daarmee in de oorspronkelijke krakerstraditie. De beweging dreef op een principieel protest tegen leegstand èn was heel praktisch: er is ruimte nodig, er moet gewoond worden en daar staat iets geschikts al jaren leeg. Een en een is twee. In de jaren 80 van de vorige eeuw nam het kraken van leegstaande panden een grote vlucht, met enorme krakersbolwerken in Nijmegen en Amsterdam als resultaat.
Uiteraard kwam er gedonder van dat massale gekraak - uitzettingen, verzet, grootschalige rellen - maar het leidde ook tot een maatschappelijk en politiek debat. In gekraakte panden werd zelden alleen maar gewoond; het waren levendige ontmoetingsplekken waar van alles van de grond kwam en er werd politiek bedreven. Vooral rond de vraag wat belangrijker is: het recht op bezit of het grondrecht wonen.
Het behoeft geen discussie dat de woningnood - of dat nou om koop- of (sociale) huurwoniningen gaat - groot is. Ook in Enschede. Op ieder vrijkomend huurflatje komen honderden reacties, talloze Enschedeërs wachten al jaren op een geschikte plek. Langdurige leegstand van woningen valt dan ook reuze mee; landelijk gaat dat om minder dan een half procent.
Bij kantoren en winkels is het beeld heel anders: voor corona stond tien procent langdurig leeg. Dat is na de pandemie erger geworden. Ombouwen tot woningen is kostbaar, sociale huur levert weinig op, toekomstige of geplande projectontwikkeling juist heel veel. Het (grote) geld versus gebrek aan (woon)ruimte.
Ook dat is kraker Brandenburg een doorn in het oog. Een grote groep vooral jonge Enschedeërs en creatievelingen vraagt al jaren om plekken voor ontmoeting en ontwikkeling, de bekende broedplaatsen. Tot nu toe zijn er alleen tijdelijke locaties beschikbaar gesteld. Dat is niet goed voor het welzijn van groepen studenten van buiten Enschede, zonder sociaal netwerk in de stad, maar ook niet voor de stad zelf, stelt Brandenburg. Talentvolle jonge inwoners vertrekken, simpelweg omdat er geen plek is waar zij zich verder kunnen ontwikkelen.
Daar komt bij dat de mogelijkheden die wel geboden worden - soms ook de tijdelijke - voor veel mensen uit die groep onbetaalbaar zijn. Dat geldt volgens Brandenburg bijvoorbeeld voor de huurprijs van de voormalige brandweerkazerne, die is aangeboden aan een aantal cultuurclubs die tot oktober nog aan het Stationsplein zitten. Die is veel te hoog. Dat geldt ook voor atelier-ruimte en bijbehorende huisvesting in ‘tiny houses’ op het Robsonterrein.
Overigens handelen de krakers - Brandenburg doet dat samen met Niek Wolthuis - niet namens of in opdracht van andere culturele partijen in de stad. Hun belangrijkste achterban is wèl te vinden in het alternatieve creatieve circuit.
Ook op het voormalige Wegener-terrein zijn ateliers gepland, maar die zijn voor toekomstige bewoners van het nog te realiseren Cromhoffproject. Opnieuw onbetaalbaar dus voor jonge, aanstormende kunstenaars en creatievelingen, vermoedt Brandenburg. De kunstenaars van Studio Complex, die nu een deel van het terrein in gebruik hebben en er alvast wat leven en hippigheid brengen, mogen straks weer wieberen, voorspelt hij.
De kraker ziet tal van mogelijkheden in het gekraakte pand. Voor nachtclubs, exposities, oefenruimtes, werkplaatsen, ateliers, evenementen en ontmoeting. Precies dat waar behoefte aan is.
Lange tijd was kraken legaal, mits het gekraakte object al langer dan een jaar leegstond. In 2010 veranderde de wetgeving en werd het strafbaar. Maar met de krakerswet werd ook de leegstandswet aangepast.
Overheden hebben een rol gekregen in het voorkomen van langdurige leegstand en kunnen zelfs ingrijpen. Als de eigenaar van een lang leegstand pand geen goed verhaal heeft, kan het College een geschikte gebruiker aanwijzen. Het idee: leegstand en kraken hangen met elkaar samen, kraken mag niet maar leegstand - de aanleiding voor kraken - is ook niet oké.
In het geval van het gekraakte Wegener-complex geldt dat de overheid ook eigenaar is - en het is dus publiek bezit. Wat Brandenburg betreft laat de gemeente geschikte ruimte veel te lang leegstaan en verzaakt ze haar zorgtaken. Het zijn vooral projectontwikkelaars die beter worden van de plannen met het terrein, vindt hij. Niet de inwoners met een smalle beurs. Of de stad.
Brandenburg wil met burgemeester Roelof Bleker en vastgoedwethouder Jeroen Diepemaat in gesprek, maar die hebben woensdag laten weten dat in dit stadium niet te willen. Diepemaat schrijft onder meer het volgende:
‘Normaal gesproken staan we altijd open voor een gesprek over belangrijke thema’s als cultuur, woningbouw en huisvesting van de culturele sector. Hier hebben wij ons altijd voor ingezet en dit blijven wij uiteraard doen.
De normale manier om zo’n gesprek te starten is een telefoontje of een e-mailbericht. En niet een illegale kraak van een pand waarin we nota bene culturele initiatieven een plek willen bieden.’
De gemeente heeft woensdag bij de politie aangifte gedaan van lokaalvredebreuk en vernieling.