Het staat er echt, in de nieuwe toekomstvisie van Enschede. Er moet volgens het college van B&W serieus worden nagedacht over de aanleg van een tramverbinding tussen Enschede en Hengelo, via de campus van de UT. Daarmee wordt een plan van meer dan een eeuw oud weer uit het stof gehaald. De komende jaren wordt gekeken in hoeverre zo'n verbinding haalbaar is.
Als het aan het college ligt, komt er voor 2030 al meer duidelijkheid over de potentie van een tramlijn. Al voorziet wethouder Jeroen Diepemaat die ambitie van een winstwaarschuwing: "Dit wil niet zeggen dat we binnen vijf jaar een tramlijn gaan aanleggen." Tussen een wens uitspreken en een wens laten uitkomen zit namelijk een verschil. De vraag is of zo'n tramverbinding (financieel) haalbaar is. Juist dat zal onderwerp van onderzoek worden.
Feit is dat de wethouder, die verantwoordelijk is voor het opstellen van het toekomstbeeld van Enschede, wil blijven dromen over praktische oplossingen voor vraagstukken. "In een tram kan je gewoon veel meer passagiers tegelijk vervoeren dan in bussen", zegt Diepemaat. Het zou een aanvulling zijn voor het vervoer tussen Enschede en Hengelo, met in het midden de campus van de universiteit.
Vanaf 1 januari 2024 vervangt de Omgevingswet alle wetten en regels voor wonen, ruimte, infrastructuur, milieu en water. Het verplicht alle gemeenten om een Omgevingsvisie op te stellen. Dit is een toekomstvisie. Enschede is al meer dan een jaar geleden met die visie begonnen. Aan de hand van enquêtes hebben inwoners hun mening kunnen geven over wat zij belangrijk vinden van het Enschede van de toekomst. Hieruit zijn drie 'verhaallijnen' opgesteld: groene leefstad, ondernemende kennisstad, internationale cultuurstad. Die verhaallijnen - en de bestaande ontwikkelplannen - liggen aan de basis voor het toekomstbeeld.
De tram is geen doel op zichzelf. Het wordt gezien als de meest logische keuze om het openbaar vervoer tussen Enschede, UT en Hengelo efficiënter en sneller te maken. Opvallend is de ambitie wel. Vlak na de Eerste Wereldoorlog is er door de Twentsche Elektrische Tramweg Maatschappij (TET) serieus nagedacht over een tramlijn naar Almelo via Hengelo.
Het plan kwam nooit van de grond. Het bleef bij de bestaande tramverbinding tussen het Volkspark en de grens in Glanerbrug. In 1928 werd die lijn opgeheven. Is het, nu er wordt nagedacht over een tramlijn naar Hengelo, direct tijd voor een terugkeer van de tram naar Glanerbrug? "Wie weet", aldus Diepemaat. "Als er behoefte aan is."
De geografische lijn tussen de centra van Hengelo, Enschede en Gronau komt in de bovengenoemde ambitie niet toevallig uit de lucht vallen. Het hele toekomstbeeld van Enschede is erop gebaseerd. Dat is niet gek, omdat dat toekomstbeeld in de basis uitgaat van alle plannen en visies die de afgelopen jaren zijn gemaakt.
Neem bijvoorbeeld het lobbyproject SHE (Spoorzone Hengelo-Enschede) waarin de buursteden gezamenlijk bij het Rijk en de EU geld proberen los te weken voor stedelijke ontwikkeling langs de spoorlijn. Maar ook de wens van Enschede om een betere verbinding met het Duitse achterland te hebben komt daarin terug.
Het opstellen van een toekomstbeeld, een omgevingsvisie zoals dat formeel heet, is verplicht. In het document staan concrete actiepunten richting 2030, maar ook doorkijkjes naar 2050. Dat alles op basis van de kennis van nu. Er kan in de loop der jaren nog veel veranderen, maar door alle bestaande wensen en visies te bundelen ontstaat er een beeld van waar Enschede in ruimtelijk opzicht naartoe wil groeien.
De omgevingsvisie van Enschede wordt dus vooral een verzameling van zaken die we al (kunnen) weten. De gemeente wil groeien vanuit het hart (meer verstedelijking in de binnenstad en rond wijkcentra) en door te bouwen langs de spoorlijn. Autoverkeer in drukke woongebieden wordt teruggeschroefd. Het Kennispark, Technology Base Twente en het havengebied zijn de economische paradepaardjes. En landgoederen vormen een groene ring rondom de stad.
Geen hogere wiskunde dus. Al is het toekomstbeeld ook geen losse flodder, maar een leidraad. Met het vastleggen van de ambities, gaat een soort van verwachting uit. Diepemaat: "Het zou in ieder geval raar zijn als wij in de omgevingsvisie een locatie aanwijzen waar wij ruimte zien voor een nieuw bedrijventerrein, maar vervolgens een andere plek gaan kiezen."
Uitgerekend het voorbeeld van het bedrijventerrein zien we in deze versie van het toekomstbeeld van Enschede niet terug. Het college wil ergens in het landelijk gebied een nieuw bedrijventerrein van 30 hectare mogelijk maken. In het stadhuis wordt de zoektocht naar een geschikte locatie nog afgerond. Ook andere concrete gevolgen van het toekomstbeeld voor Enschede moeten nog worden uitgewerkt. Zodra dat is gedaan, wordt het hele plan voorgelegd aan de gemeenteraad. Dat zal in de loop van 2024 zijn.