De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een alternatief voorstel op tafel gelegd om huishoudelijke hulp toe te kunnen kennen op een manier die de hoogste rechter begin 2019 ontoelaatbaar vond. Het Diaconaal Platform Enschede, belangenbehartiger van onder meer inwoners die thuiszorg ontvangen, heeft geen goed woord over voor die poging van de VNG. Ondertussen legt Enschede de laatste hand aan nieuwe contracten met aanbieders van huishoudhulp.
Sinds de uitspraak van die hoogste rechter - de Centrale Raad van Beroep (CRvB) - is er gesteggel over de manier waarop Enschede huishoudhulp toekent. De werkwijze is weliswaar wat aangepast, maar in de basis nog hetzelfde, vindt dat Diaconaal Platform Enschede (DPE). Dat geldt ook voor het nieuwe plan van de VNG. De belangenclub voorziet dat Enschede zich opnieuw voor jaren vastlegt met een werkwijze die juridisch niet deugt en afhankelijke inwoners structureel tekortdoet.
Het DPE staat niet alleen in haar kritiek. Landelijke belangenbehartigers als Ieder(In), Per Saldo, Mantelzorg NL en de Nederlandse patiëntenfederatie zien ook niets in het VNG-voorstel. Eerder dit jaar torpedeerden zij een voorstel voor wijziging van de Wmo, de wet die huishoudhulp regelt, met datzelfde doel: werkwijzen zoals die in Enschede van een juridische basis voorzien. De staatssecretaris besloot in februari het voorstel niet in te dienen, het was te omstreden.
Het DPE roert al geruime tijd de trom bij het ministerie over de Enschedese werkwijze en trekt daarbij gezamenlijk op met die landelijke belangenbehartigers.
De VNG komt nu met een handreiking die ‘gepast beschikken’ mogelijk moet maken, een nieuwe variant van het door de rechter verboden ‘resultaatgericht beschikken’, zoals de omstreden werkwijze wordt genoemd.
Onderzoeksbureau Berenschot stelt dat ongeveer dertig procent van de Nederlandse gemeenten hulp in de huishouding toekent op basis van een resultaatgerichte beschikking (of: beslissing). Gemeenten hebben een behoorlijke mate van vrijheid om te bepalen hoe zij dat precies doen en de werkwijzen verschillen op onderdelen, maar in de kern komt het op hetzelfde neer: hulp in de huishouding moet leiden tot een resultaat (een ‘schoon en leefbaar huis’) en wordt niet, of niet duidelijk genoeg, vertaald in uren zorg die worden geleverd.
Met de uitspraak van de rechter over de kern van die werkwijzen - dat resultaatgerichte beslissen - ontstond er een fors probleem in gemeenteland.
Bij ‘resultaatgericht beschikken’ of ‘indiceren’ wordt het recht op huishoudelijke hulp vastgesteld in een resultaat: de geboden hulp moet een ‘schoon en leefbaar’ huis opleveren. Niet, of onvoldoende duidelijk, in een aantal uren hulp.
Belangenorganisaties als het DPE stellen dat de invoering van dat ‘resultaatgericht beslissen’ gepaard ging met een forse bezuiniging: huishoudens kregen minder uren hulp. Dat stellen ook de landelijke belangenclubs: in alle gemeenten die ‘resultaatgericht’ invoerden, is bezuinigd op de uren hulp.
De rechter oordeelde dat ‘schoon en leefbaar’ een te vaag criterium is en inwoners te weinig rechtszekerheid biedt. In Enschede is daarna een indicatie van het aantal uren toegevoegd aan beslissingen over huishoudelijke hulp. Maar dat gaat om een jaartotaal èn thuiszorgorganisaties kunnen die uren flexibel inzetten. Daarbij zijn die uren gebaseerd op gemiddelden.
Het DPE hekelt die werkwijze. Het werkelijke aantal geleverde uren hulp is niet na te gaan of te controleren en daarmee hebben inwoners nog altijd geen rechtszekerheid. En hulp in de huishouding moet op maat worden geleverd. Een urenberekening op basis van gemiddelden past daar niet bij.
Een eenmaal vastgestelde en ingezette werkwijze gooi je niet zomaar om. En er waren afspraken gemaakt met thuishulporganisaties op basis van die werkwijze. Die kun je niet zomaar verbreken; dan haal je het hele financiële fundament onder de thuiszorg vandaan. Het kwam er op neer dat Enschede, min of meer gedwongen, doorging met een werkwijze die de rechter als onrechtmatig had bestempeld.
Enschede heeft na die gerechtelijke uitspraak de werkwijze enigszins aangepast: er werden uren toegevoegd aan beslissingen over huishoudelijke hulp. Maar die moesten flexibel ingezet kunnen worden en het was (en is) voor inwoners niet te controleren of zij aan het eind van de rit die uren hulp ook echt hadden ontvangen.
De lopende contracten met zorgorganisaties werden verlengd, omdat de minister een wetswijziging aankondigde waarmee de Enschedese werkwijze juridisch wèl door de beugel zou kunnen. Dat was begin 2019. Begin dit jaar - drie jaar later - werd duidelijk dat die wetswijziging er niet gaat komen. Omdat er, kort gezegd, geen wetsregel te verzinnen is die dat resultaatgerichte, zoals gemeenten dat willen, en de rechtszekerheid die de rechter eist met elkaar verenigt
De handreiking waarmee de VNG nu komt stuit op hetzelfde bezwaar; het is oude wijn in nieuwe zakken, vinden belangenbehartigers. De kritiek is niet van de lucht: die oude, door de rechter afgekeurde wijn biedt gemeenten de mogelijkheid fors te snijden in de kosten voor huishoudelijke hulp, en dat gebeurt dan ook, stellen Ieder(In), Per Saldo en het Enschedese Diaconaal Platform. Inwoners die afhankelijk zijn van die hulp, zijn dan de dupe.
De insteek van de handreiking, zo vinden zij, is voorkomen dat gemeenten hun werkwijze moeten aanpassen (en bezuinigingen terugdraaien). Niet de vraag wat inwoners nodig hebben: zekerheid over hun recht en hulp die op hun persoonlijke situatie is afgestemd.
Ondertussen legt Enschede de laatste hand aan contracten met veertien zorgorganisaties, die per 2024 acht jaar lang huishoudelijke hulp mogen gaan leveren in de stad en Twente. De informatie die bij de aanbestedingsprocedure daarvoor is aangeleverd, geeft inderdaad weinig aanleiding om te denken dat er wezenlijk nieuwe afspraken worden gemaakt.
Anders gezegd: als die handreiking ‘gepast beschikken’ van de VNG ook niet de rechtszekerheid biedt die de rechter wil, kon het maar zo zijn dat Enschede (opnieuw) een route heeft doorgezet die juridisch doodloopt. Alle signalen ten spijt.
Het DPE beraadt zich, met de landelijke belangenbehartigers, op verdergaande stappen om ‘het jarenlange gemarchandeer van de VNG en gemeenten met het recht van inwoners’ een halt toe te roepen.
Aanleiding voor dit artikel was onder meer een recente publicatie op ‘binnenlandsbestuur.nl', nadat 1Twente begin deze maand opnieuw aandacht besteedde aan deze kwestie. Meer over de discussie rond de Wmo en hulp in de huishouding vindt je in het dossier op onze website.