Diaconaal Platform-voorzitter Jan Veldhuizen opende maandagavond tijdens de gemeenteraadsvergadering een frontale aanval op VVD-wethouder Jeroen Diepemaat. Aanleiding is de jarenlang slepende kwestie rond de manier waarop huishoudelijke hulp in de stad wordt vastgesteld en uitgevoerd. Veldhuizen noemt die illegaal en onwettig en verweet de wethouder de gemeenteraad daarover stelselmatig niet correct te hebben geïnformeerd.
De voorvechter van Enschedeërs in een kwetsbare positie was inspreker, voorafgaand aan een gesprek in de gemeenteraad over aanpassingen van het Wmo-beleid. Die Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) regelt onder meer hulp in de huishouding.
Volgens Veldhuizen laten die aanpassingen een onwettige werkwijze in stand. Daarbij zijn volgens hem duizenden Enschedese gezinnen gekort in uren thuishulp en wordt daar niets aan gedaan. Deze week zal het platform een verzoek om een integriteitsonderzoek bij de burgemeester neerleggen. Veldhuizen dreigde met een bestuursrechtelijk en eventueel zelfs een strafrechtelijk onderzoek.
Er vielen harde woorden, maandagavond. Veldhuizen verweet de wethouder niet integer te zijn en zijn zorgplicht jegens inwoners te verzaken met als belangrijkste doel de begroting sluitend te krijgen. Er is, zo stelde hij, zeven jaar sprake van wanbeleid dat duizenden Enschedese gezinnen tekort doet, hardnekkig onwettig handelen en onbehoorlijk bestuur.
Wethouder Diepemaat reageerde ontdaan op de aantijgingen. Hij noemde de verwijten van Veldhuizen ‘ongefundeerd’ en vond ze ‘niet kunnen’. “Ik weet dat je als wethouder een dikke huid moet hebben, maar dit vind ik wel erg lastig. Niet alleen voor mezelf, ook voor de club ambtenaren hier achter me.”
Het beleidsvoorstel dat maandagavond voorlag gaat over veel meer dan die huishoudelijke hulp alleen. In het gesprek in de raad werd verder nauwelijks inhoudelijk ingegaan op de harde woorden van Veldhuizen aan het begin. Over twee weken, in de reguliere gemeenteraadsvergadering, moet het een hamerstuk worden. Raadsfracties die nog wijzigingen willen, kunnen het als bespreekpunt op de agenda laten zetten.
In zijn afsluitende woorden - insprekers krijgen na een debat over ‘hun’ onderwerp altijd ruimte om nog iets te zeggen - nam Veldhuizen niets terug van zijn eerdere harde woorden. “Ik vertegenwoordig uw inwoners. Als ik zo tekeer ga, reken maar dat ik wat in mijn zak heb. Als het hard moet, dan gaat het hard.”
Dat die woorden van Veldhuizen niet tot verdere discussie in de gemeenteraad leidden - ook in de wandelgangen tussen debatten door en achteraf ging het er niet over - is opmerkelijk. De belangenbehartiger heeft in de voorbije jaren voortdurend de dialoog gezocht, niet de confrontatie. Dat hij dat nu wel doet, zou als een signaal opgevat kunnen worden.
Daarbij heeft hij een aantal inhoudelijke punten, knelpunten en vraagstukken in de uitvoering van de paragraaf in de Wmo over huishoudelijke hulp die in het hele land spelen. Dat zijn er, samengevat, vier:
Daarmee is het nog steeds de vraag of Enschede, zoals door het College wordt gesteld, handelt binnen de wettelijke kaders zoals die onder meer zijn neergelegd in een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, begin 2019.
De nieuwe verordening lijkt geen wezenlijke beleidsverandering op die punten in te luiden. Datzelfde geldt voor de afspraken met nieuwe zorgaanbieders die op dit moment in de maak zijn en voor acht jaar gaan gelden.
Bureau Berenschot, dat de gewraakte werkwijze tegen het licht hield, en de Vereniging Nederlandse Gemeenten adviseerden gemeenten terughoudend te zijn bij nieuwe afspraken met zorgaanbieders en daarin rekening te houden met een mogelijke beleidswijziging in de nabije toekomst. Het is onduidelijk of en hoe dat advies in Enschede is opgevolgd.
Meer lezen over dit onderwerp? Kijk in het dossier op de website van 1Twente.