Wat betekent de Twentse hulp nou eigenlijk voor Oekraïners die getroffen zijn door oorlogsgeweld? Om een antwoord te vinden op die vraag, reizen 1Twente-verslaggevers Ernst Bergboer en Jessy Soepenberg medio oktober mee met een vrachtwagen vol hulpgoederen vanuit Twente naar Oekraïne. De journalisten doen dagelijks verslag van hun ervaringen op de kanalen van de streekomroep.
Sinds het begin van de oorlog met Rusland verzamelt Stichting Oost-Europa Dinkelland hulpgoederen voor Oekraïners in nood. Gemiddeld eens per maand rijdt een Oekraïense vrachtauto vol Twentse spullen vanuit Denekamp bijna 2000 kilometer oostwaarts naar Kyiv. Bergboer en Soepenberg volgen het transport dat op woensdag 18 oktober vertrekt.
Bij de vracht zit dit keer onder meer een schoolinterieur dat is gedoneerd door De Zevenster in Oldenzaal. Dit wordt vervoerd naar scholen in drie dorpjes ten noorden van Kyiv. De eigen inboedel van die scholen werd vernietigd door vijandige soldaten. Eerder eindigden bijvoorbeeld een therapeutisch bad bij een ziekenhuis en zijn diverse bedden geleverd aan gezinnen.
Om de impact van de oorlog goed te doorleven, verblijven de verslaggevers bij gezinnen die hulpgoederen hebben ontvangen. Ze gaan aan de slag om een aantal verhalen te schrijven en video’s te maken over de regio, de invloed van het conflict en de menselijke kant van het nieuws dat ons bereikt. "Conflicten raken de essentie van het menselijk bestaan en ik vind het mijn taak als journalist om die verhalen te vertellen", aldus Ernst Bergboer.
Het was dan ook niet verrassend dat Bergboer op de redactie van 1Twente met het idee kwam om naar Oekraïne af te reizen. "Toen hij bij me vroeg om mee te gaan heb ik gezegd dat ik daar wel even goed over moest nadenken", zegt cameravrouw Jessy Soepenberg. Waarop Bergboer corrigeert: "Je zei: 'Gaaf! Maar ik moet er heel even over nadenken'."
Het is ook niet niks om naar een oorlogsgebied af te reizen, legt Soepenberg uit. Om goed voorbereid te zijn op eventuele gevaarlijke situaties, volgden de journalisten dan ook een HEAT-training voor oorlogscorrespondentie van het Ministerie van Defensie. "Dat was een intense maar zeer nuttige ervaring”, zegt ze. “Ik heb het gevoel dat we goed zijn voorbereid, voor zover dat mogelijk is."
De 1Twente-verslaggevers reizen een transport van Stichting Oost-Europa Dinkelland achterna. Eerder dit jaar maakte Twente FM een reportage over de voorbereidingen op zo'n transport. Of er gevaren zijn? "Dat zijn er in principe twee: stroomuitval of een raketinslag", zegt Soepenberg. "Maar we houden elke dag contact met de veiligheidsadviseur van de NOS"', vult Bergboer aan. "Die kan ons vertellen wat de situatie is. En als we ons ergens niet goed bij voelen, doen we het niet."
Directeur Flip van Willigen is trots op de inzet en motivatie van de redactie. "Als omroep is het onze taak om te laten zien wat er speelt in Twente. Het is mooi om te zien wat de invloed is van Twente in de wereld en vice versa en dat wij daar mede door hulp van het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten de aandacht aan kunnen geven die het verdient. Stiekem vind ik het ook wel spannend, maar ik ben vooral echt trots op Ernst en Jessy."