Joris Luyendijk in Pathmos en op Universiteit Twente: hoe types als hij de baas spelen (en hoe dat anders kan)

Luyendijk geeft donderdag twee lezingen over ‘de zeven vinkjes’ die hij en andere mazzelaars kunnen zetten bij hun achtergrond en afkomst, en op grond waarvan zij de lakens uitdelen. Na beide lezingen gaat hij met het publiek in gesprek over de zin en onzin van die rolverdeling in onze maatschappij.

Mazzelaars en pechvogels

Opper-‘zeven-vinker’ Koning Willem Alexander haalde in de Troonrede van afgelopen september de twee woorden aan waar het hier om gaat: kansengelijkheid en armoedebestrijding. Dat is niet zonder reden. Zes op de tien Nederlanders kan amper rondkomen, al leven ze in een van de meest welvarende landen ter wereld.

Er is iets grondig mis met de manier waarop die welvaart en dat succes zijn verdeeld. Volgens Luyendijk spelen achtergrond en afkomst daarin een grote rol. Hij is niet de enige die dat stelt; in de serie over armoede van 1Twente vindt je een aantal publicaties over de relatie tussen afkomst en de kansen die je in je leven krijgt.

Samengevat: ben je toevallig aan de goede kant van de streep geboren, dan is de kans levensgroot dat je het in sociaal-economisch opzicht een aardig eind schopt. Stond je wieg in een ander postcodegebied, dan wordt het lastig. En wie in zijn jeugd armoede heeft gekend, ontsnapt daar later niet meer zo gemakkelijk aan. Ongeacht je talenten en vaardigheden.

Luyendijk analyseerde dat fenomeen en komt vertellen over wat hij ontdekte in wijkcentrum De Boei (Pathmos) en in de Vrijhof op het UT-terrein. De toegang is vrij, aanmelden is wel gewenst. Organisatoren van de bijeenkomsten zijn Stop Armoede 053, Pakhuis Oost en Studium Generale.