Een cajón is een handtrommel met een slagvlak van hout en komt oorspronkelijk uit Peru. In Hengelo zijn de broers Richard en Eduard Lohn in 2008 verzot geraakt op het instrument en ze zijn zich tien jaar geleden gaan toeleggen op het zelf maken van die instrumenten. Met succes.
“Mijn broer en ik zijn nogal van dingen maken", vertelt Eduard Lohn in de studio van 1Twente in Hengelo bij het programma Uurtje Apart. "Het was winter en we wilden wat gaan knutselen en zijn toen bij de cajón gekomen.”
Of het toeval was? Ze zijn allebei muzikaal en hebben een beroep in de houtbewerking. Eén en één is twee zou je kunnen zeggen. In 2008 maakten de twee broers een eerste prototype naar een model dat ze op internet tegenkwamen. Ze wilden de cajón maken in Spaanse flamenco-stijl, daar zitten snaren in. Er zijn ook varianten die geen snaren hebben. “Wij vinden de Spaanse variant eigenlijk mooier.”
Vervolgens zijn ze die versie verder gaan verbeteren en zo ontwikkelden ze een handgemaakte cajón met karakteristiek geluid. Inmiddels is de hobby uitgegroeid tot een eigen bedrijfje en worden de instrumenten op bestelling gemaakt. “We zijn geen commerciële bouwers. We maken een afspraak met iemand en die vertelt waar hij van houdt. Vervolgens wordt de cajón op maat gemaakt en helemaal naar wens.”
De gebroeders Lohn gebruiken massief hout om het instrument te maken. Dat geeft het mooiste geluid. "Je kunt ze ook uit gelaagd hout maken, zoals triplex of multiplex. Dat is goedkoper. De meeste commerciële bouwers gebruiken populierenhout." In de studio staat een cajón van grenen. “Deze heeft een heel mooie klank. We hebben ook weleens een kist gemaakt van notenhout, die geeft weer een wat ander geluid.”
Het maken van een cajón duurt minstens een tot anderhalve maand. Het hout, waarvan het instrument wordt gemaakt, word helemaal verlijmd. Daar komt geen schroef aan te pas. Alleen de slagplaat zelf wordt geschroefd. “Als je ‘m maakt, is het hout nog vers. Het instrument heeft een bepaalde droogtijd nodig. Het is net als een gitaar, als die nat is, dan heb je er ook niets aan.”
Een cajón is een handtrommel met een slagvlak van hout en komt oorspronkelijk uit Peru, waar dit instrument veel wordt gebruikt als begeleidingsinstrument voor dansen als de tondero, de zamacueca en de Peruaanse wals. Het slagvlak van de cajón wordt met de handen bespeeld, terwijl de muzikant op de houten kist zit. De cajón is ooit uit armoede ontstaan. Tijdens de lange overtocht vanuit Zuid-Europa naar Zuid-Amerika waren meestal geen muziekinstrumenten aan boord, maar wel - al dan niet lege - kisten. Deze werden gebruikt als percussie-instrumenten, waaruit uiteindelijk de cajón ontstond. In landen als Peru en Cuba werd de cajón al snel populair als instrument en onderdeel van de muziekcultuur. (Bron: WikiPedia)
In de studio laat Marco Trienen horen hoe een cajón klinkt. Hij is van oudsher drummer en geeft cajónworkshops aan scholen en bedrijven. Trienen laat de 'bas', 'snare' en 'slap' horen. “De bas kun je zien als de bassdrum als bij een drumstel en de snare is de toon. Het derde geluidje is de slap. Dat is een hoog geluidje die bovenin de cajón zit. Die drie kun je combineren en vervolgens kun je complete ritmes spelen.”
Marco vertelt over het verschil tussen een fabriekscajón en een handgemaakte van de gebroeders Lohn. "De baspoort, een rond gat voor de akoestiek, is in tegenstelling tot fabriekcajóns onder het midden geplaatst. Je hebt daardoor een diepere bas en het tweede verschil is dat de slagplaat niet is behandeld met een beschermende laag. De sound is daardoor puur natuur en niet gedempt."
De muzikant mocht jaren geleden het eerste exemplaar testen, dat de gebroeders Lohn maakten. Hij ging erop zitten, begon te spelen en...? Hij lacht: “Ik ben er niet meer vanaf gekomen en was er meteen gek van.”
Om techniek van de cajón echt goed onder de knie te krijgen, is veel oefenen noodzakelijk. Het is wel zo dat vrijwel iedereen na een eerste muziekles al een liedje kan meespelen. “Muziek kent geen taal. Iedereen kan meedoen. Of je nu directeur bent of magazijnmedewerker, iedereen speelt zo met elkaar mee.”
Marco legt uit: “Als drummer gebruik je je voeten, maar met een cajón gebruik je alleen je twee handen. Je moet dus alles compenseren met je twee handen, dat vereist wel wat oefening." Eduard vult aan: “De cajón klinkt als een drumstel, maar het neemt veel minder ruimte in. Het is ook laagdrempelig. De eerste ritmes zijn best wel makkelijk om te leren.”
Het radioprogamma Uurtje Apart is iedere donderdag te horen van 22:00 tot 23:00 uur bij 1Twente Hengelo.
Bart Eugelink van de Hengelose band 60s Dylan gebruikt ook een cajón. Hij bespeelt het instrument, overigens niet gemaakt door de gebroeders Lohn, in het nummer Worried Man Blues: