Van heuvelachtige essen tot kabbelende beekjes naar boerenlandschappen. Het Twentse landschap is omvangrijk. Dat is dan niet alleen in natuur, maar ook in geschiedenis. Omdat het landschap van Enschede door de tijd erg is veranderd, komt Stichting Historische Sociëteit Enschede – Lonneker (SHSEL) met een boekenreeks over boerenbedrijven in de gemeente Enschede. Vanaf vrijdag is het vierde deel te koop bij het genootschap.
Het Twentse landschap wordt soms wel een lappendeken genoemd. Het is afwisselend, met akkers en weilanden. Hier en daar een boerderij, houtwal of een beek. "Boerderijen waren vroeger veel talrijker. Vaak waren ze klein van schaal met een aantal koeien en konden de bewoners vaak net rondkomen", vertelt Han ter Beek. "Door allerlei oorzaken verdwijnen boerderijen uit het landschap. Wij, als comité, inventariseren de bestaande en verdwenen boerenbedrijven in de gemeente Enschede." Van Beek is binnen de SHSEL onderdeel van de boerencommissie.
"Ik denk soms: gelukkig hebben we de pandemie gehad, daardoor had ik vier jaar om het boek samen te stellen", verzucht ter Beek. "Het boek heeft in de afgelopen vijftien jaar een stuk of zeven à acht schrijvers gehad. Sommigen zijn overleden en anderen zijn gestopt. Ik heb toen de handschoen opgepakt en heb alle verhalen verzameld, herschreven of uitgebreid."
Het nieuwe boek is het vierde deel in de serie over Boerderijen in Enschede. Voorzitter van de Historische Sociëteit Dick Buursink vertelt in 1TwenteVandaag over de ontstaansgeschiedenis van de reeks. "Dit project is zo’n dertig jaar geleden begonnen. In totaal moeten er tien boeken komen. We zijn begonnen in de Eschmarke. Daarna hebben we de boerderijen in de Broekheurne beschreven. Het vorige deel ging over Usselo en het Rutbeek. We pakken bewust eerst de boerderijen buiten de stadsgrenzen. Mensen hier weten de geschiedenis van sommige erven nog. In de stad is die kennis verdwenen omdat het nu bebouwd is."
In de boekenserie willen de schrijvers niet de bekende geschiedenis vertellen van de boerderijen. “Het gaat juist over de bewonersgeschiedenis van de Boekelose boerderijen. Wanneer zijn ze gebouwd en wie hebben er gewoond en wat is er allemaal veranderd”, legt Buursink uit.
Van Enschede tot ’s Heerenberg moet je over de grond van Van Heek lopen. Volgens de ex-PvdA-wethouder is dit spreekwoord een waarheid als een koe. "Door de enorme opkomst van de textielindustrie in Enschede trokken veel mensen naar de stad. Sommige boeren hadden het water aan de lippen staan. Door de verkoop van hun boerenbedrijf aan de textielbaronnen hadden ze weer wat geld."
De bewoners trokken naar de groeiende stad of bleven op hun boerderijen. De mensen werden in het Twents wönners genoemd. Het is te vergelijken met het huidige huren. Maar in plaats van een woning, wordt er ook landbouwgrond gehuurd. Vaak stond er dan grotere boerderij of huis in de buurt. "In Boekelo is dat Hof te Boekelo geweest", vertelt Boerderijdeskundige ter Beek.
Lees verder onder de afbeelding.
"Hof te Boekelo was een Havezate. Het is een versterkt huis, te vergelijken met een soort burcht. In het huis hebben een aantal rijke families gewoond, zoals de Ripperda’s. Ze hadden dan wat kleinere boerderijen op hun erf staan, de wönnerserven. Die pachters moesten geld afstaan om daar te wonen."
Inmiddels bestaat, net zoals vele van die kleine boerderijen, het huis niet meer. Ongeveer tien procent van de boerderijen in Boekelo zijn nog bewoond. De rest is afgebroken.
Het boek Boerderijen in Boekelo is gepresenteerd in Café de Buren in Boekelo. Inmiddels is het vierde deel in de boerderijenreeks beschikbaar voor iedereen. De voorbereiding voor de volgende boeken zijn al getroffen. Van Beek: "Boek vijf zal gaan over de boerderijen in Twekkelo, de buurtschap die door een gemeentegrens in tweeën is gesplitst. Ik ben al een aantal jaar bezig met het boek, maar het moet niet weer vijftien jaar duren."