Het zou maar zo kunnen zijn dat het carnaval de katholieke kerk overleeft, zegt Rob ten Haaft. Waar de kerken langzaam leeglopen, blijven carnavalsverenigingen stabiel qua ledental. In elk geval in Hengelo. Rob ten Haaft is de echte naam van de nieuwe stadsprins van Hengelo, die als Rob de 2e de komende maanden de scepter zwaait over de metaalstad. Samen met z'n adjudanten Bjorn en Peter was hij te gast in de novembereditie van Hengeloos Peil.
Rob ten Haaft moet een beetje lachen om de vraag, maar het is inderdaad niet geheel denkbeeldig: als over enkele decennia de laatste katholieke kerk aan de eredienst is onttrokken, zal er bij Club Merlijn (of elders in de stad) nog altijd carnaval gevierd worden. "Het is van oudsher natuurlijk een katholiek feest en ik ben ook katholiek opgevoed, maar ik ga allang niet meer naar de kerk. En binnen de vereniging zie je ook niet veel meer terug van die katholieke oorsprong."
Zoals zoveel zaken in het leven is er in deze tijden veel aan verandering onderhevig. Vroeger konden vrouwen bijvoorbeeld geen prins worden en was het prinsschap voorbehouden aan mannen met een dikke portemonnee. Dat is anno 2023 heel anders, vertelt Ten Haaft: "Bij de Windbuul'n kunnen vrouwen zeker ook adjudant of prins worden, maar dat is nog niet voorgekomen. Bij wijze van grap hebben we op de elfde van de elfde eerst de echtgenotes van het prinsenduo laten opkomen, waardoor iedereen even op het verkeerde been stond." Uiteindelijk bleek het prinsentrio met Prins Rob de 2e en adjudanten Bjorn en Peter toch weer ouderwets van het mannelijk geslacht.
Die 'dikke portemonnee' is ook iets van vroeger, bezweert de kersverse prins: "Je maakt het zo gek als je zelf wilt. Iedereen die dat wil kan in principe prins worden. Of je nu directeur bent of bijstandsmoeder. We hebben bij de vereniging een potje voor potentiële prinsen die het financieel niet zo breed hebben."
Rob ten Haaft werd 52 jaar geleden geboren in Rotterdam, verhuisde heel jong naar Goes en kwam op z'n 10e met z'n ouders naar Hengelo. "Mijn moeder was Brabantse, dus we gingen met carnaval altijd optochten bekijken, met name in Roosendaal. Ik vond dat altijd geweldig. Later in Hengelo ben ik het carnaval een beetje uit het oog verloren, maar sinds ik in 2006 betrokken raakte bij De Windbuul'n is het gevoel weer helemaal terug." Ten Haaft was er lid van de Raad van 11, is al jaren bestuurslid en was in 2016 al eens adjudant onder z'n huidige adjudant Bjorn. Hij woont samen met vriendin Iris en labradoodle Mo.
Dat Rob geen tweedehands prinsenpak draagt, maar zich een gloednieuw pak liet aanmeten, is geen must, vertelt adjudant én oud-prins Bjorn Engbersen: "Een nieuw pak is best prijzig, maar je kunt best prins of prinses worden in een gedragen pak. We hebben pakken van oud-prinsen beschikbaar voor mensen die de middelen niet hebben."
De Stadsprins wordt al sinds jaar en dag geleverd door De Windbuul'n, samen met de Noorkermennekes de grootste carnavalsvereniging van Hengelo. Toch is dat niet bij voorbaat een uitgemaakte zaak, legt de prins uit: "Het is nog nooit gebeurd dat een andere club de prins levert, maar het kan wel. Hij of zij wordt dan ook automatisch prins van De Windbuul'n. Zo'n geval kan zich bijvoorbeeld voordoen als wij niemand kunnen vinden in ons bestand of als iemand van een andere vereniging laat weten heel graag Stadsprins te worden. De banden tussen de verenigingen zijn wel zo goed dat dat prima bespreekbaar is."
Hij is het niet eens met de stelling dat carnaval boven de grote rivieren niks voorstelt: "Hengelo telt maar liefst zes verenigingen, waaronder zelfs eentje voor mensen met een verstandelijke beperking. Er wordt hier volop carnaval gevierd, maar buiten de grote optochten om, moet je het wel opzoeken. Da's het verschil met bijvoorbeeld Brabant, daar kun je er de komende maanden echt niet om heen."
Rob maakte acht jaar geleden als adjudant onder Prins Bjorn al eens deel uit van een prinsentrio: "Dat was een geweldig jaar. Een jubileumjaar (De Windbuul'n bestonden 66 jaar (11 maal 6, red.) vol met festiviteiten. Daarom heb ik er heel veel zin in om dit jaar prins te zijn. En over een paar jaar hoop ik weer adjudant te zijn onder Peter, die dit jaar mijn adjudant is."