Tien jaar cultuur en ontmoeting in Enschedees Tankstation: ‘Dit is de eerste plek die ik vond’

Hodge is Amerikaanse. Opgegroeid in Californië, de wereld rondgetrokken en geland in Enschede. Het is kenmerkend voor Tankstation; buiten de UT-campus zul je in de stad nauwelijks een internationaler gezelschap bij elkaar vinden. Engels en Nederlands wisselen elkaar dan ook als voertaal af.

Ontmoeting en creativiteit

Tankstation is wat het van meet af aan was: een plek waar mensen, beeldende kunst en podiumkunsten samenkomen, met een centrale plaats voor eten. Ontmoeting en creativiteit zijn de peilers. “Dit was de eerste plek die ik vond”, zegt beoogd directeur Hodge. Ze is er blijven hangen. “Het gevoel dat je ergens bijhoort, ergens deel van uitmaakt. Dat is heel belangrijk en het maakt dat je je verbonden voelt met mensen, met de stad.”

De opzet is in de loop der jaren nauwelijks veranderd: een kern van trekkers en veel andere vrijwilligers, een grote keuken waar internationaal en vegetarisch of veganistisch wordt gekookt, een grote zaal met tweedehands meubels en een podium.

Voorin, aan de straatkant, een expositieruimte. Ergens halverwege een weggeefwinkel, in het achterste deel een paar ateliers.

Vrijplaats

Bezoekers hebben een grote inbreng in wat er op dat podium gebeurt. Regelmatig vinden er jam-sessies plaats, waar niet zelden uitstekend wordt gemusiceerd. Talenten van het conservatorium en ‘gewoon’ uit de stad hebben er een warme plek gevonden waar ze kunnen freewheelen. Erik Kappelhof - levenskunstenaar, vrijdenker en inmiddels bestuurslid, typeert het als een vrijplaats, waar ruimte is voor iedereen.

Een of twee keer per maand staat de microfoon open voor wie iets wil bijdragen, wat dan ook. Stand-up comedy, poëzie, een lied of een anekdote - ga je goddelijke gang. De toegang is gratis, eten kost een tientje, drankprijzen lijken op het randje van quitte-spelen te zitten. De sfeer is gemoedelijk.

Van Theehuis naar Tankstation

Het culturele vulpunt is gegroeid, zowel in bezoekersaantallen als waar het de programmering betreft. Maar in de kern is het allemaal nog net zoals het begon, in een wrak kraakpand op de hoek van de Kneedweg en het Gronausevoetpad. Vier jaar voordat ‘Tankstation’ er kwam. In 2009 begon AKI-student Linzi Lemmens daar een theehuis, met dezelfde ingrediënten: eten, ontmoeting, kunst en zo af en toe een bandje. In dat pandje was een tijdlang een zieltogend café-annex-theehuis gevestigd, voor het leeg kwam te staan en verpauperde.

Lemmens en compaan Marcel Langeveld vonden er woonruimte, verbouwden de boel beneden en doopten het geheel ‘Het Theehuis’. Net als later ‘Het Tankstation’, dat is gevestigd in een voormalige garage-met-bezinepomp-voor-de-deur. Buren waren er blij mee, ritselden gordijnen en meubels en hielpen met opknappen. Leven in de brouwerij.

Woningcorporatie Domijn, eigenaar van het verpauperde pand, zag het nut en er kwam een tijdelijke huurovereenkomst. Lang verhaal kort: in 2013 liep dat af en vonden Lemmens en co een nieuw onderkomen in de voormalige garage aan de Deurningerstraat.

Lemmens begon, naast ‘Het Tankstation’, een mobiele veganistische studio: Het Bakblik. “De keuken is mijn atelier”, zei ze. Een heiligdom waar niet zomaar iedereen toegang had. Ze vertrok een paar jaar later, al heeft dat Bakblik nog regelmatig op Enschedese evenementen gestaan. Yasamin Owrang, Iraanse, nam de scepter over.

Hodge is sinds twee jaar directeur, ofschoon die titel eigenlijk niet zo past bij ‘Het Tankstation’. Daarvoor is het Cultureel Vulpunt te informeel, teveel een vrijplaats.

Showcase

Donderdag viert Tankstation dus een eerste lustrum. ‘Een showcase van wie we zijn en wat we doen’, zegt Hodge over de opzet. Vier chefs uit verschillende landen koken, drie bands uit vervlogen en nieuwe tijden treden op en er opent een expositie van bevriende kunstenaars.

De expo opent om 17 uur. Om 18 uur wordt er gegeten, vanaf 20 uur is er muziek. Reserveren voor het eten is wel nodig.

Tankstation Cultureel Vulpunt is elke dinsdag- en donderdagavond open.