De naam Kees Verheul zal relatief weinig Hengeloërs iets zeggen. Toch is de 84 jaar geleden aan de Anninksweg in Hengelo geboren Verheul volgens kenners een groot schrijver. 'Weinig schrijvers hebben de Nederlandse literatuur zo internationaal inhoud gegeven', schreef De Groene Amsterdammer acht jaar geleden. Verheul wordt geëerd met een paneel in zijn geboortestraat. Woensdag 27 december is de onthulling.
Dat 'internationale' zit 'm in z'n oeuvre. Dat strekt zich volgens De Groene Amsterdammer uit 'van Hengelo tot Sint-Petersburg, van Gezelle tot Gogol, van Brodsky’s New England tot Ovidius’ Rome'.
De Stichting Hengelo Leest vindt het daarom niet meer dan terecht dat Verheul een monumentje krijgt in z'n geboortestad. H.H. ter Balkt, Willem Wilmink, Bert Schierbeek, Margot Vos en Ellen Deckwitz gingen hem voor in de serie 'Literatuur op de Muur'; overal in het centrum hangen dichtregels van deze bekende Tukkers op de muren.
Op woensdag 27 december wordt op de muur van een woning aan de Anninksweg een paneel onthuld met daarop een citaat van de essayist, romanschrijver en vertaler. Verheul behaalde zijn gymnasiumdiploma op de Bataafse Kamp en studeerde Engels en slavistiek aan de Universiteit Utrecht. Tegenwoordig woont hij in het Rosa Spierhuis, een woon- en werkgemeenschap van oudere kunstenaars en wetenschappers, in het Noord-Hollandse Laren.
Het citaat aan de Anninksweg komt uit de novelle Kleine knieval. De plaatsing van het paneel is een initiatief van de Stichting Hengelo Leest en is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de Gemeente Hengelo, de bedrijven Hubo Hengelo (Torenlaan) en Moldovan. Kees Verheul zal zijn citaat zelf onthullen op woensdag 27 december om 11.30 uur.
Verheul doceerde van 1979 tot zijn pensionering op 16 december 2005 Russische Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij vertaalde poëzie van Anna Achmatova, Osip Mandelstam, Innokenti Annenski en Joseph Brodsky, de memoires van Nadezjda Mandelstam en een aantal boeken van Andrej Platonov.
Talloze publicaties en vertalingen staan op zijn naam. In enkele boeken, zoals de novelle Een vierkant in de toendra (1993) en de roman Een jongen met vier benen speelt zijn geboortestad en geboortehuis aan de Anninksweg 30 een grote rol.
In 1977 kreeg Verheul de Busken Huetprijs voor Verlaat debuut en andere opstellen. In 1991 ontving Verheul, samen met een aantal collega-vertalers, de Aleida Schot-prijs voor vertalingen van poëzie van Joseph Brodsky, waarmee hij bevriend was.