‘Wanneer hij aan het begin van de Anninksweg naar zijn beek staarde, zag hij meer dan in zijn mooiste plaatjesboek’. Een greep uit het citaat dat sinds woensdag op de muur aan Anninksweg 14 in Hengelo hangt. De liefde voor die straat en de Drienerbeek is er bij schrijver en slavist Kees Verheul nog steeds.
Ondanks de regen hebben zo'n veertig mensen zich verzameld op de parkeerplaats naast Anninksweg 14, waar het citaat van schrijver hangt. Na een aantal woorden van bewonderaars van Verheul en een kort gedicht van stadsdichter Wouter Munsterman trekt de 84-jarige schrijver het rode doek van de plaquette.
In bekenstad Hengelo speelde de Drienerbeek voor de schrijver (en voor veel andere Hengeloërs) een belangrijke rol. De door de industrie verkleurde en verontreinigde beken van toen zijn verweven geraakt met de geschiedenis van de stad: “Met de keuze van de beek als onderwerp voor de versiering van de blinde muur ben ik honderd procent gelukkig”, zegt Verheul tegen het verzamelde publiek. Het citaat op de muur komt uit zijn novelle Kleine knieval (1998).
Tot zijn zeventiende woonde Verheul aan de Anninksweg 30 en vanuit zijn slaapkamer keek hij uit op de Drienerbeek en het Algemeen Ziekenhuis, waar tot in de late uren operaties werden uitgevoerd. “Voor het poëtische kinderbewustzijn betekenden de beek en het ziekenhuis de poort in Hengelo van de dood en het leven.”
Lees verder onder de afbeelding.
Verheul studeerde Russische Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en verbleef over de hele wereld, waaronder in Rusland, de toenmalige Sovjet-Unie. Ver achter het IJzeren Gordijn, in steden als Leningrad en Moskou, bestudeerde en vertaalde de oud-Hengeloër werken van twintigste-eeuwse Russische dichters zoals Anna Achmatova, Joseph Brodsky en Nadjezjda Mandelstam.
Rusland heeft hem altijd getrokken en hij schreef ook meerdere boeken over zijn tijd in het land, zoals Kontakt met de vijand (1975) en Rusland begint bij de IJssel (1984).
Hij raakte bevriend met de Russische dichter Joseph Brodsky, die in 1987 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg. Ook heeft de schrijver novelles geschreven, waaronder Een vierkant in de toendra (1993) en Een jongen met vier benen (1982). Laatstgenoemde speelt zich af aan de Anninksweg 30.
Muurliteratuur is een initiatief van stichting Hengelo Leest. “Ik denk dat het heel mooi is dat we in Hengelo bewustzijn hebben van welke literaire talenten wij in Hengelo hebben of die hier hebben gewoond”, zegt Hengelo Leest-voorzitter Irene van Deuveren.
Inmiddels is het de zesde tekst die op een Hengelose gevel prijkt. H.H. ter Balkt, Willem Wilmink, Bert Schierbeek, Margot Vos en Ellen Deckwitz gingen Verheul voor in de serie.
“Niet alleen in zijn scheppend werk, maar ook heel erg in zijn beschouwend werk als vertaler van werken van andere dichters. Een mooi stuk historisch besef dat zo zichtbaar blijft in het straatbeeld.”
Hengelo Leest komt komende tijd met meer initiatieven om literatuur in het straatbeeld te krijgen: “Rond het marktplein komen de werken te staan van alle voormalige stadsdichters van Hengelo. In de nieuwe fietskelder komt een gedicht van stadsdichter Wouter Munsterman te hangen”, aldus Van Deuveren. “Er zijn nog genoeg lege muren in de Hengelose binnenstad waar we wel wat mee kunnen.”