Het energiebeleid van het nieuwe college van Gedeputeerde Staten in Overijssel krijgt steeds meer vorm. De al eerder aangekondigde wijzigingen in het beleid voor zonneparken en windturbines zijn uitgewerkt en worden op korte termijn voorgelegd aan de Statenfracties. Ondanks bezwaren van gemeenten houdt het provinciebestuur vast aan het verbod op zonnevelden op landbouwgrond. En de focus om te liggen op windturbines die het liefst in dezelfde gebieden staan.
De maatregelen zijn dus niet nieuw. Rondom de vorming van de nieuwe provinciale coalitie tussen BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP werd al duidelijk dat er nieuwe regels zouden gelden voor windturbines en zonneparken. Alleen was het nog wachten op de verdere gedetailleerde uitwerking van die nieuwe regels. Dat is nu - na gesprekken met gemeenten - afgerond.
De wethouders van de veertien gemeenten die zijn aangesloten bij de Regionale Energiestrategie Twente stuurden onlangs een stevige brief aan gedeputeerde Tijs de Bree. Ze vinden de invulling van de voorgestelde 'windclusters' onduidelijk en zeggen dat het draagvlak voor zonneparken waar soms jaren aan is gewerkt op het spel staat als het tot een definitief verbod komt. Maar op het gebied van zonneparken hoeven de Twentse wethouders niet op versoepeling te rekenen.
Zonnevelden blijven in beperkte vorm mogelijk. Projecten van maximaal 2 hectare groot in zogeheten stadsrandzones, zoals bij de Stokhorstvijver in Enschede, kunnen ontwikkeld blijven worden. Ook kleine veldjes van enkele zonnepanelen naast een erf blijven toegestaan. Zonnedaken (zowel op bedrijven als boven parkeerplaatsen) zijn zowel in stedelijk gebied als in het buitengebied mogelijk.
De provincie zet het voorgenomen verbod op zonnevelden op landbouwgrond gewoon door. Dat betekent dat als er in de politieke besluitvorming geen veranderingen worden aangebracht - tientallen prille ideeën voor zonneparken de prullenbak in kunnen. Alleen concrete projecten waarvoor gemeenteraden al expliciet toestemming hebben gegeven mogen nog ontwikkeld worden.
En dat lijkt bijvoorbeeld niet het geval bij het plan voor een bijna 50 hectare groot zonnepark in de Enschedese buurtschap Broekheurne. Er is immers geen vergunning of 'verklaring van geen bedenking' gegeven. De gemeente denkt dat het zonnepark nog altijd kan doorgaan. In de zogeheten gebiedsaanpak, waartegen de gemeenteraad 'ja' heeft gezegd, is het zonnepark een belangrijke factor. Sterker: dat project ligt aan de basis van de gebiedsaanpak.
Doelstellingen die zijn besproken in de Regionale Energiestrategieën (RES'en) van Twente en West-Overijssel blijven staan. Lang verhaal kort: er wordt aangestuurd op de bouw van meer windturbines. Zo komt volgens Gedeputeerde Staten de gewenste verhouding van 60% windenergie / 40% zonne-energie niet in gevaar.
Veel gemeenten zijn terughoudend geweest met het aanbieden van zoekgebieden voor windturbines, waardoor de doelstelling ver uit beeld is. Vorig jaar heeft de provincie daarom besloten om meer regie te pakken. Er zijn zogeheten clustergebieden aangewezen waar bij voorkeur het gros van de windturbines wordt ontwikkeld. Voor Twente zijn de gebieden in de driehoek Almelo-Tubbergen-Twenterand en langs de A1/A35 (met een doorloop tot Buurse) van belang.
Volgens het provinciebestuur willen veel gemeenten best een stapje extra zetten door meer windturbines op hun grondgebied mogelijk te maken, maar vragen ze wel afspraken over maximumaantallen. Aanvankelijk was dat volgens Gedeputeerde Staten niet mogelijk, maar via een omweg is er toch een manier gevonden een grens te stellen aan de hoeveelheid (duurzame) energie die in de openbare ruimte mag worden opgewekt. De provincie verwacht in maart een kaart met de verdeling van windturbines klaar te leggen.
De regie die het provinciebestuur pakt (en die het volgens de wet ook kan pakken) is een doorn in het oog bij verschillende duurzaamheidswethouders in de regio. In hun eerder aangehaalde brief refereren ze naar participatie en draagvlak van de omgeving, die nu op het spel zou staan.
Ook de Twentse gemeentebesturen worden in gelegenheid gesteld om voor eind januari een definitief aanbod te doen op het gebied van windenergie. Concreet: wat zijn de definitieve zoekgebieden, hoeveel turbines mogen er maximaal geplaatst worden en op welke termijn? Daarmee is volgens Gedeputeerde Staten voldaan aan 'draagvlak'. Uiteindelijk bepaalt de provincie de daadwerkelijke invulling van windenergie in Overijssel.