In het nieuwe windbeleid dat door Gedeputeerde Staten van Overijssel is vastgesteld, is een maximumaantal op te wekken GWh per voorkeursgebied (voorheen de vier grote clusters) opgenomen. Op deze manier krijgen gemeenten en inwoners duidelijkheid over het maximum aantal turbines in hun omgeving. Jaimi van Essen, wethouder in Losser en bestuurlijk trekker van de RES Twente, vindt het een verstandige stap: “Fijn dat er nu ruimte is gecreëerd om samen met de provincie programmeringsafspraken te kunnen maken over windenergie, voor de gemeenten die daar gebruik van willen maken.”
De provincie legt het maximum van de hoeveelheid windenergie die tot 2030 in de provincie mag worden opgewekt vast in de Omgevingsverordening. Er wordt in het Provinciaal Programma Energiestrategie (PPE) een voorlopige toedeling gemaakt voor de maxima per voorkeursgebied. Die cijfers liggen nog niet vast.
Over deze conceptaantallen en andere programmeringsafspraken gaat de provincie in de periode tot 1 maart 2024 in gesprek met gemeenten. Tijdens die gesprekken wordt bepaald wat het definitieve maximum aan op te wekken GWh per voorkeursgebied wordt. Het uiteindelijke gezamenlijk doel is een realisatie van 2TWh windenergie in 2030 in Overijssel.
Verantwoordelijk gedeputeerde Tijs de Bree: “Het is belangrijk dat we gezamenlijk verstandige afwegingen maken. Goed overleg staat centraal en stelt ons in staat om zowel ruimtelijke kwaliteit te behouden als onze duurzaamheidsdoelen te halen. Met rust en ruimte in dit proces kunnen we met de gemeenten nieuwe en goede afspraken maken over hoe en waar windturbines in de provincie kunnen worden ingepast.”
Door een maximum aantal op te wekken GWh per voorkeursgebied vast te leggen kan de Provincie het verlenen van vergunningen ook in aantal en tijd sturen. De provincie is wettelijk verplicht om formele aanvragen voor windturbines in behandeling te nemen en wil dat in goede banen leiden door dat proces te faseren. Zo maakt de provincie het mogelijk om binnen een voorkeursgebied bijvoorbeeld eerst in het ene deelgebied en daarna pas in het andere deelgebied vergunningen af te geven.
Door deze aanpak weten inwoners ook wanneer vergunningverlening in hun omgeving aan de orde is en wanneer die periode afgelopen is. De provincie wil zo een zorgvuldig en goed bestuurbaar proces inrichten.
Naast het windbeleid, komt er nu ook duidelijkheid over het ontwerp-zonbeleid dat GS heeft vastgesteld. Hierin is de zonneladder aangescherpt, zodat zonneparken op natuur- en landbouwgronden niet langer zijn toegestaan en is opgenomen hoe omgegaan wordt met initiatieven die al vergaand in voorbereiding zijn.
Om te voorkomen dat de komende periode, totdat het definitieve windbeleid van kracht is, een grote hoeveelheid aanvragen voor windturbines bij de provincie worden neergelegd, heeft GS een voorbereidingsbesluit genomen. Dit betekent dat vergunningsaanvragen voor windturbines vanaf 18 januari niet aan de oude regels, maar conform de nieuwe beleidskaders en de programmeringsafspraken getoetst kunnen worden.
Bij het vaststellen van het Windbeleid voor de gemeente Dinkelland riep de gemeenteraad onlangs de provincie Overijssel op de gemeente meer vrijheid te geven om de energiestrategie samen met de inwoners te realiseren. Waarbij dan de wettelijke doelstelling van 55 procent broeikasreductie tot 2030 centraal moet staan en niet het opleggen van manieren waarop die reductie gerealiseerd wordt. Dit alles, met in het achterhoofd de stille hoop, dat het provinciale windbeleid ook in deze zin zou worden aangepast.
In de gemeente Dinkelland bestaat, zowel bij inwoners als politiek, veel weerstand tegen de voorgenomen plaatsing van vier industriële windturbines aan de rand van een Natura 2000 gebied, dicht bij de bebouwde kom van Denekamp.
Om het zon- en windbeleid te wijzigen zijn het Provinciaal Programma Energiestrategie (PPE), de bijbehorende OER (omgevingseffectrapport) en de aanpassing van de Omgevingsverordening vanaf donderdag 18 januari voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Zodra het advies van de Commissie m.e.r., de onafhankelijke organisatie die adviseert over de inhoud van de milieueffectrapporten, is ontvangen en de ingediende zienswijzen zijn behandeld, stelt GS het gewijzigde PPE vast en legt een voorstel aan Provinciale Staten voor om de aanpassingen van de Omgevingsverordening vast te stellen.