Op het grasveldje tussen de kleuterschool en het gebouw waar middelbaar onderwijs plaatsvond, voetballen twee jongetjes. Liudmyla Victorivna Malash, directrice van ‘de middelbare’, staat er met de rug naartoe en wijst naar het schoolterrein, dat nu bouwplaats is. “Daar stond een tank, pal tegen de muur. Die werd geraakt en explodeerde.”
Ploske, een dorp even ten noordoosten van de Oekraïense hoofdstad Kyiv, was even bezet. Het ligt even boven de invalsweg naar het noordelijke deel van Kyiv waarlangs de Russen eind februari 2022 de hoofdstad wilden binnenvallen. De opmars stokte aan de stadsgrens. Ploske zat in de val.
Er is zwaar gevochten in die weken. De Oekraïense strijdkrachten verdedigden de stad en drongen enkele weken later de Russen terug. Tot over de grens met Belarus en Rusland. In Ploske staan de ruïnes van tientallen kapotgeschoten en uitgebrande huizen. En die van de school waarvan Malash directrice is.
Het schoolgebouw raakte, na de voltreffer op de Russische tank, ontwricht en brandde uit. De herstelwerkzaamheden zijn begonnen, maar voorlopig wordt er nog steeds les gegeven in de vlakbij gelegen kleuterschool. Alleen ’s middags. In de ochtenden is het gebouw als vanouds voor de kleintjes.
Volgens door Unicef verzamelde gegevens zijn sinds de Russische invasie 1.300 schoolgebouwen in Oekraïne zodanig verwoest dat ze niet meer gebruikt kunnen worden.
Een klas vol kinderen van vijftien krijgt vandaag voorlichting van militairen over mijnen, niet ontplofte granaten en booby-traps. Op het bord verschijnen plaatjes van oorlogstuig, de bordjes waarmee mijnenvelden worden aangegeven en van voetballen, poppen en chocoladedozen waarin explosieven zijn verstopt.
De plaatjes, ook die van de booby-traps, zijn echt. “Niet hier aangetroffen”, vertelt soldaat Max, “maar wel in dorpen even verderop.” De mijnen in dit gebied zijn geruimd. Maar dat wil niet zeggen dat alle rotzooi ook echt weg is. ‘Wees op je hoede’ is de boodschap. En als je toch nog iets vindt: ‘doe dit wel en dit vooral niet’.
Lees verder onder de afbeelding.
Voor me zitten twee opgeschoten knapen. Vijftien zijn ze. Te lange ledematen, nog geen spoor van een beginnend baardje. Ze luisteren en friemelen zenuwachtig met hun vingers; vermoedelijk de normale reflex van tieners die te lang stilzitten in een schoolbank. Of is het meer, vraag ik me af? Als deze oorlog nog twee, drie jaar duurt, zijn ook zij aan de beurt.
Wiskunde, taal, natuurkunde, biologie. En explosievenkennis. Onderdeel van het normale curriculum. Malash knikt kort en haalt dan de schouders op als ik opmerk hoe bizar het op mij overkomt. “Dit is de realiteit. Daar moeten we zo goed mogelijk mee omgaan.”
Negentwintig van de in totaal circa tweehonderdvijftig leerlingen zaten nog in het dorp toen er werd gevochten. De rest was gevlucht. Een aantal van hen worstelt met beelden, geluiden, de herinneringen aan traumatische gebeurtenissen in die periode waarin geweld en angst heersten. Anderen leven met de zorg om naasten aan het front: vaders, broers, ooms, neven. Of met het verdriet om verlies.
Hoe leidt je een school, hoe geef je les in oorlogstijd? Leerlingen die worstelen met trauma’s en spanningen krijgen hulp van psychologen, vertelt Malash. “En ik heb een goed team om me heen.” De verhoudingen zijn drastisch veranderd, blijkt als ik daar naar vraag. De directrice kijkt me even aan en zegt dan: “Voor de oorlog waren we collega’s. Nu zijn we familie.”
Dit artikel maakt deel uit van een serie portretten van Oekraïners, in aanloop naar een vierdelig reisverslag waarvan het eerste deel verschijnt op 24 februari 2024. Alle publicaties over Oekraïne vind je in het dossier ‘Van Twente tot Oekraïne’ op de website van 1Twente.
Aflevering 1: Transport uit Twente
24 februari 2024
Aflevering 2: Mijnenles op de middelbare
2 maart 2024
Aflevering 3: Het offer
9 maart 2024
Aflevering 4: Verlies en veerkracht
16 maart 2024
Deze productie kwam mede tot stand met een bijdrage van het Fonds Bijzondere Journalistieke Producties.