Het Enschedese armoedebeleid werpt vruchten af, maar van een aantal regelingen wordt weinig gebruik gemaakt. Te weinig, vinden ambtenarij en politiek. Het betekent namelijk dat inwoners die hulp of een extraatje goed kunnen gebruiken daarvan verstoken blijven. Hamvraag is of dat komt door een gebrek aan bekendheid met regelingen of schaamte dan wel een gebrek aan vertrouwen in de overheid.
Volgens berekeningen van het Nibud komt de helft van de Enschedese huishoudens die rond moeten komen van 100-130 procent van het minimum maandelijks geld tekort. Dat is: zonder rekening te houden met de energietoeslag, die met ingang van dit jaar wordt afgeschaft. Eénoudergezinnen en paren met kinderen op de middelbare school met een minimuminkomen hebben het ’t zwaarst.
In Enschede moeten bijna één op de vijf huishoudens het zien te rooien met een minimuminkomen. Dat gaat om zo’n 14.000 huishoudens. Bijna de helft van die huishoudens bestaat uit een een- of meeroudergezin met kinderen. En ook één op de vijf Enschedese kinderen groeit op in armoede.
Het aantal huishoudens met een uitkering in de stad daalt wel. Er is in de voorbije jaren dan ook veel aandacht, tijd en geld gestoken in armoedebeleid. Desondanks blijf Enschede een van de armere steden van het land.
In 2020 stelde de gemeenteraad nieuw beleid vast, gericht op ondersteuning van inwoners met een kleine beurs: Rondkomen met je Inkomen. Daarin werd extra geld vrijgemaakt voor bijvoorbeeld kinderen uit minima-huishoudens; via Stichting Leergeld kunnen die aanspraak maken op vergoedingen voor een mobieltje of een computer. Dat zogeheten ‘kindpakket’ is ruimer dan voorheen.
Daarnaast is er aandacht besteed aan inwoners die kampen met schulden. Dat gaat om kwijtschelding, maar ook om budgetbegeleiding om (grotere) problemen te voorkomen.
Er is (en wordt) veel gedaan om de groep inwoners die aanspraak maken op die ondersteuning te bereiken. Bijna iedereen vraagt inmiddels wel iets aan, zo blijkt uit een evaluatie van dat ‘Rondkomen met je Inkomen’. Maar lang niet alle hulp die beschikbaar is, wordt benut. Zo is aan 118 jongeren schuldhulp aangeboden, van wie de helft inmiddels schuldenvrij is of in een saneringstraject zit. Maar het daadwerkelijke aantal jongeren met problematische schulden is veel groter.
Dat inwoners hulp laten liggen, heeft volgens beleidsmakers en hulpverleners meerdere oorzaken. Soms zijn regelingen niet bekend, of weten inwoners niet dat ook zij ervoor in aanmerking komen. Zelfstandigen met een inkomen rond het minimum denken bijvoorbeeld dat een voorziening als vrijstelling van gemeentelijke belastingen alleen voor mensen met een uitkering is.
Vermoedelijk speelt schaamte een nog belangrijker rol. Wie in de problemen zit, probeert dat zo lang mogelijk zelf op te lossen; niemand legt zijn sores gemakkelijk bij een instantie op tafel. Daarbij speelt ook wantrouwen in die instanties en in overheden; gedupeerden van het Toeslagenschandaal zijn soms doodsbang om zorg- of huurtoeslag aan te vragen - stel je voor dat het opnieuw tot terugvorderingen leidt.
Overheden - niet alleen in Enschede - hebben vaak grote moeite om hun ‘waar aan de man te krijgen’, hoeveel campagnes zij er ook tegenaan gooien. En hoe goed bedoeld ook. De tragiek is dat mensen die hulp soms hard nodig hebben daarvan verstoken blijven.
Nibud staat voor ‘Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting’. Het is hèt kennis- en adviescentrum voor huishoudfinanciën. Het Nibud doet onderzoek en signaleert de effecten van het inkomensbeleid van de overheid op de huishoudboekjes van verschillende groepen Nederlanders.
In opdracht van de gemeente steekt het Nibud periodiek de peilstok in het Enschedese armoedebeleid. Die ‘minima-effectrapportage’ geeft een beeld van de financiële situatie van verschillende huishoudens in de stad die rondkomen van een klein inkomen. Dat geeft het bestuur en de gemeenteraad handvatten om het armoedebeleid te evalueren en bij te stellen, waar dat nodig is.
Daar komt bij dat regelingen lang niet altijd even makkelijk te vinden zijn en dat aanvragen soms ook ingewikkeld is. Iets vergelijkbaars geldt voor wijkwijzers en wijkcoaches: waar vind je die, wanneer zijn ze open en hoe neem je contact op? De drempel kan hoog zijn.
Het is de belangrijkste reden voor een advies van het Nibud: verstrek één budget voor kinderen. Nu zijn er verschillende regelingen om kinderen uit gezinnen met een klein inkomen een steuntje in de rug te geven, waarvoor verschillende procedures gelden om ervoor in aanmerking te komen.
Het belangrijkste woord dat maandagavond viel, afgaand op de geluiden van hulpverleners en politiek, was ‘waardigheid’. Met geld en programma’s alleen ben je er niet, was de algemene mening. “Mensen willen waardig behandeld worden”, stelde voorzitter van het Diaconaal Platform Enschede Jan Veldhuizen.
Arjan Kampman, als wethouder verantwoordelijk voor het armoedebeleid in de stad, noemde de praktijk ‘weerbarstig en complex’, maar sloot zich aan bij de woorden van Veldhuizen: “In deze wereld gaat het heel vaak over het toevoegen van geld en regelingen, maar in essentie gaat het om andere dingen. Het gaat over waardigheid. Het gaat erom dat mensen grip krijgen en blijven krijgen op hun eigen leven.”
Gemeenten hebben maar voor een deel invloed op wat groepen inwoners te besteden hebben. Kort door de bocht geformuleerd beperkt die invloed van lokale bestuurders en gemeenteraden zich tot het plakken van pleisters, als rijksbeleid onvoldoende is. Dat komt omdat gemeenten niet aan inkomensknoppen draaien. Het is het kabinet en de Tweede Kamer die bijvoorbeeld de hoogte van het minimumloon, uitkeringen en toeslagen bepalen.
Het Nibud signaleert bijvoorbeeld al jaren dat het minimumloon - en daarmee de bijstandsnorm - voor grote groepen bijstandsgerechtigden structureel te laag is. Gemeenten kunnen dan alleen noodverbanden aanleggen. Denk aan kortingen op voorzieningen, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, vergoedingen voor schoolspullen en hulp bij schulden.
Welk effect de verschillende maatregelen op de bestrijding van armoede precies hebben, is op dit moment nog niet goed te meten. De gemeente is wel druk bezig om daar een beter beeld van te krijgen. In februari komt het college met een voorstel voor een vervolg op het ingezette armoedebeleid. Het is dan aan de gemeenteraad om keuzes te maken over het vervolg op 'Rondkomen met je Inkomen'.
Behalve dat Diaconaal Platform van Veldhuizen, gingen maandagavond ook andere hulporganisaties uit de stad met gemeenteraad en bestuur in gesprek. Dat ging onder meer om stichting Leergeld, de Weekendschool, Humanitas, de Voedselbank en stichting Present.