Trijp. De rijken der aarde zaten op stoelen bekleed met het spul, de Titanic was ermee gestoffeerd en onze koninginnen lieten er kleding van vervaardigen. Het is een van de duurste textielsoorten die er zijn en het kwam gewoon uit een Hengelose fabriek. Gert Banis (71) schreef er een boek over en op 15 februari wordt er in museum Oyfo een tentoonstelling geopend over het product dat onder de merknaam 'Hengelo Velours' de wereld over ging.
In Hengelo herinnert nog weinig aan de roemruchte in 1901 opgerichte fabriek. Er is de Trijpstraat en iets verderop rijdt het verkeer via de Velourstunnel onder het spoor door. De Hengelose Trijpweverij was tot 1981 in bedrijf aan de Twekkelerweg en maakte daarna een doorstart in Haaksbergen. Twintig van de vijftig werknemers verhuisden mee. Begin deze eeuw ging de stekker er definitief uit. "Niet omdat het product niet meer goed was, maar omdat ze geen goede verkopers konden vinden. De afzetmarkt moest je vooral zoeken in landen als Zwitserland en de VS. Die markt wisten ze vanaf 1981 kennelijk niet goed meer te bereiken."
Gert Banis' vader werkte in de fabriek. Hij was baas van de ververij, het lab en het ketelhuis. "Aan hem heb ik het boek opgedragen. Hij was zo’n beetje getrouwd met de fabriek, alles draaide bij ons thuis om trijp. In mijn ouderlijk huis aan de Leeuwerikstraat waren de gordijnen en de stoelbekleding gemaakt van Hengelo Velours."
Trijp is een zogenaamd 'poolweefsel', met een katoenen gronddoek, waar glanzende, opstaande haartjes zijn ingeweven van peperduur mohair, afkomstig van de angorageit. De stof was niet stuk te krijgen en van wereldklasse, zegt Banis. Trijp kon worden geverfd, bedrukt met allerlei motieven en er kon ook meteen een patroon ingeweven worden. Banis: "Maar dat was extreem duur. Daar zijn ze al rond de oorlog mee gestopt, volgens mij." Banis heeft niet alles uit het verleden kunnen achterhalen, omdat het complete archief is verdwenen.
Trijp uit Hengelo vond en vind je in gebouwen als Kasteel Twickel, het Vredespaleis, de Beurs van Berlage, het Mauritshuis, de hutten van de Titanic, de Amsterdamse bioscoop Tuschinski, in KLM-vliegtuigen en eersteklascoupés van de NS en de Oriënt-Express.
Voordat Banis begin 2023 begon met schrijven, had hij er al een paar jaar onderzoek opzitten. "Samen met m'n zoon en m'n broer heb ik musea en fabrieken bezocht. Zo is er in Helmond nog een trijpweverij en staat er in het Franse Amiens een fabriek waar ze met dezelfde oude walsen werken als waarmee ze in Hengelo werkten. Daar wordt heel veel trijp gemaakt voor restauratieprojecten."
Het boek van Gert Banis telt 360 pagina’s en is rijkelijk voorzien van foto’s, nota’s, brieven en verslagen. Het is te koop bij Boekhandel Broekhuis, Museum Hengelo en bij Oyfo, waar donderdag 15 februari een tentoonstelling van start gaat, die tot na de zomer te bezoeken is. Tegelijk met deze expositie is er werk te zien van de Finse beeldend kunstenaar Dafna Maimon. Onder de noemer 'Felt Sense' daagt zij de bezoeker uit om 'opvattingen en overtuigingen over denken versus voelen te onderzoeken'.
Gert Banis heeft 150 boeken laten drukken. Daarvan zijn er nog twintig over. "Mensen moeten snel zijn. Bij Broekhuis zijn er direct al zo'n dertig verkocht. Daar was ik best wel verrast over. Kennelijk zijn er toch relatief veel mensen die om welke reden dan ook geïnteresseerd zijn in dit stukje vergeten geschiedenis van Hengelo."
Een bijzondere anekdote mag niet onvermeld blijven. Zowel Hitler als Stalin zaten ooit op met trijp bespannen stoelen. Banis: "Let wel, trijp dus uit Hengelo. Die stoelen stonden in een belangrijke zaal van de beroemde Praagse burcht. Niet dat dat per se iets is om trots op te zijn, maar daar hebben die twee ook op gezeten."