De Boeskoolstad is er klaar voor en Anton Reef, voorzitter van de optochtcommissie van de Kadolstermennekes, ook: De Grote Twentse Carnavalsoptocht. Voor velen de ‘hoogmis’ van het zottenfeest, die zondagmiddag naar verwachting zo’n 100.000 bezoekers naar Oldenzaal zal trekken. Anton Reef is positief gestemd. “Maar wel vol spanning dat het een mooie optocht gaat worden.” Daarnaast is er bij de voorzitter de spanning of de bonte stoet zich zonder logistieke problemen door de knelpunten op de route zal kronkelen. Daar komt heel wat bij kijken. Reef: “Vergunningen worden steeds strenger. We moeten veel meer op de veiligheid letten, maar dat is ook terecht.”
Nieuw dit jaar is dat de optocht zich in vergelijking met vorig jaar de andere kant op beweegt. Reef: “De route blijft hetzelfde, maar we lopen andersom. Daarmee hopen we de gaten in de optocht beter te kunnen dichten. Als dePlechelmus in zicht kwam ging iedereen versnellen om de prijsuitreiking af te wachten. Dat drukte de boel in elkaar. Als een paard de stal ruikt, gaat’ie rennen. Dit is eigenlijk makkelijker.”
De bonte stoet zet zich zondagmiddag om 12.30 u. in de Wilhelminastraat in beweging en gaat dan, links om het Plechelmusplein heen, voor de Plechelmusbasiliek langs, de Steenstraat in. Anton Reef verwacht dat de laatste deelnemer rond 16.30 u. weer binnen, waarna zo snel mogelijk de prijsuitreiking kan plaats vinden. Een moment, waarnaar vooral door de makers van de grote praalwagens reikhalzend wordt uitgekeken.
De Grote Twentse Carnavalsoptocht telt dit jaar precies 100 nummers. Grote praalwagens, kleine wagens, grote en kleine loopgroepen en natuurlijk de krenten in de carnavalspap, de een- en tweelingen. De eerste grote praalwagen komen zondagmorgen al rond acht uur, half negen naar Oldenzaal. Met grote hijskranen moeten dan nog onderdelen op de wagens worden getakeld. Anton Reef: “Dat is ook al een mooi spektakel om te bekijken.” Hij adviseert bezoekers van buiten Oldenzaal met het openbaar vervoer te komen. “De parkeergelegenheid is krap.”