‘Passend Sporten 2.0’ groot succes in Tubbergen en Dinkelland: ‘Ieder kind heeft talent’

Zestien weken lang proberen kinderen en jongeren van 4 tot en met 17 jaar uiteenlopende sporten uit. Zij stromen vervolgens, onder supervisie van deskundige begeleiding, uit naar een reguliere sportvereniging van hun keuze. Rick Ravenshorst, sociaal werker jeugd bij SWTD beoordeelt het eerste sportcluster als een groot succes.

Positieve ervaringen

De SWTD begint vanaf 26 en 28 februari vol vertrouwen aan het tweede cluster van Passend Sporten 2.0. “Kunnen blijven meedoen is wat elk kind uiteindelijk het liefste wil. En het mooie is: we zien naast het gezonde, sportieve aspect tevens een groeiend zelfvertrouwen bij de deelnemers”, aldus Ravenshorst.

Het concept Passend Sporten 2.0 kwam tot leven als invulling van een toenemende behoefte. “De doelgroep, kinderen en jongeren met ASS (Autismespectrum) en ADHD gedragskenmerken, vinden vaak geen of moeizaam aansluiting bij leeftijdsgenoten”, vertelt Ravenshorst. “Wij maakten de vertaalslag naar sport.”

Negatieve term

“Binnen het ASS/ADHD spectrum zijn er legio verschijningsvormen”, legt Ravenshorst uit. “Daarom kijken we naar de individuele talenten en behoeften. Die heeft elk kind. Het is opvallend dat er dikwijls gesproken wordt over ASS- en ADHD ‘problematiek’. Best een negatieve term, vinden wij. Deze doelgroep is anders, denkt anders, gedraagt zich anders, maar is zeker geen ‘probleemcategorie’.”

Verschil met G-sport

Volgens Ravenshorst is bij de deelnemers de creativiteit, originaliteit, spontaniteit en vrolijkheid slechts een aantal van hun positieve krachten die ze terugzien bij Passend Sporten 2.0. “Het verschil met de G-sport is dat de motorische vaardigheden van onze doelgroep gelijkwaardig zijn aan die binnen de reguliere sport”, legt de sociaal werker uit.

Andere sporten proberen

De groepen in de beide gemeenten bestaan uit maximaal acht deelnemers. Na de eerste drie kennismakingslessen volgen er clinics. “Door elke week een andere sport te proberen, komen de deelnemers erachter welke sport zij leuk vinden”, aldus Ravenshorst.

Uitstroming naar reguliere sportclubs betekent niet dat de deelnemers volledig ‘los’ worden gelaten. Het contact met begeleiding van Passend Sporten 2.0 blijft bestaan. “Ook binnen sportclubs is er behoefte aan pedagogische begeleiding”, licht Rick toe. “De individuele benadering bespreken wij met de betrokkenen. Dit zorgt in de praktijk voor meer duidelijkheid, begrip en vooral positieve aandacht en plezier. De reacties van de deelnemers, maar ook van hun ouders zijn hartverwarmend.”

‘Volleybal…of voetbal, nee dansen!’

Een van die enthousiaste ouders is Mariëlle Brokelman. Samen met haar echtgenoot Brian is zij de moeder van dochter Jenthe (8). Jenthe heeft vanwege een gen mutatie en ASS kenmerken moeite met het vinden van aansluiting bij leeftijdsgenoten. Ze deed mee aan Passend Sporten 2.0 en vond in dansen haar ultieme sport. “Na volleybal riep ze blij: ‘dat wil ik doen’. Om vervolgens na voetbal zeker te weten dat ze dát graag wilde”, vertelt Brokelman.

Lastig inschatten

Vanwege haar andere perceptie kan Jenthe volgens haar moeder zelf lastig inschatten welke sport er minder goed bij haar past. “Sporten in groepsverband kan ze wel”, vervolgt Mariëlle. “Maar vanwege haar gen mutatie oogt ze fysiek groter en is ze sociaal-emotioneel een paar jaar jonger dan haar kalenderleeftijd. Hierdoor loopt ze het risico dat ze al snel wordt overvraagd en daardoor ondersneeuwt. Passend Sporten 2.0 is echt een schot in de roos, merken we aan Jenthe. We kunnen het aan alle kinderen, jongeren en hun ouders van harte aanbevelen.”