Een perkje aan de voet van het onafhankelijkheidsmonument op het Maidanplein in Kyiv. In het gras zijn tienduizenden plastic vlaggetjes geprikt. Of meer; er is geen tellen aan. Eén blauwgeel vaantje voor één omgekomen soldaat. Levensgrote letters in cyrillisch schrift lijken een motief te verraden. Een verontschuldiging misschien, of een aansporing. Ik hou van Oekraïne.
Dat Maidanplein was in 2014 het decor voor een maandenlang protest tegen het regime van Viktor Janoekovitsj, een marionet in het poppenspel van het Kremlin. Het leidde, na brute pogingen om de protesten neer te slaan en 114 doden, tot diens val en vlucht naar Moskou. En tot de ‘revolutie van de waardigheid’, waarin Oekraïne een ruk richting Europa maakte.
Ergens vertellen dat monument en het plein waarop het staat het hele verhaal. De 61 meter hoge gedenkzuil lijkt opgericht in vervlogen tijden, maar niets is minder waar. Het dateert uit 2001 en is gebouwd ter gelegenheid van de tienjarige onafhankelijkheid van Oekraïne. De revolutie van 2014 en die plastic vlaggetjes vertolken een droom van vrijheid en democratie. En de offers die het kost om die droom te verwezenlijken.
In de Triokhsviatytelska-straat, op een steenworp afstand, krijgen die vlaggetjes gezichten. Voordat je daar bent, passeer je een selectie verroest, uitgebrand, kapotgeschoten oorlogstuig. Russisch. Trofeeën uit Bachmut, het stadje dat na tien maanden verbeten strijd in loopgraven en talloze doden aan puin geschoten door de Russen werd ingenomen. Kinderen klauteren in en over het gehavende staal. Rechts ervan, aan de andere kant van het plein, op de lichtblauwe muur die het duizend jaar oude Sint-Michielsklooster omringt, prijken tienduizenden portretjes.
Lees verder onder de afbeelding.
Een plakbord van vierhonderd meter lang en drie meter hoog, die muur. Bij benadering. Rechts boompjes en bankjes, mensen die bloemen leggen, met de handen op de rug stilstaan, zwijgend langs slenteren. Kijkend naar die zee van portretten. Behalve een foto van de gesneuvelde soldaat, die hier wordt herdacht, staat er een naam vermeld, een geboorte- en een sterfdatum. Soms nog wat aanvullende informatie in voor ons onleesbaar schrift.
De sterfdata lopen op, van links naar rechts. De oudste portretten dateren van 2014, het jaar waarin Rusland de Krim, de Donbas en Luhansk annexeerde, nadat Janoekovitsj was afgezet en Oekraïne de blik op Europa richtte. Voor Oekraïne begon de oorlog met Rusland in dat jaar; 24 februari 2022 markeert voor hen een voortzetting, het begin van de ‘full scale war’.
Lees verder onder de afbeelding.
Meest mannen, die portretten. Maar ook vrouwen. Vrijwel allemaal in camouflage-outfit of ceremonieel uniform, soms met een helm op het hoofd of een automatisch wapen in de hand. Strijdbaar maar gevallen; en de dood maalt niet om leeftijd. Of om nationaliteit. Er hangen zwartwit-foto’s van Belarussen, ‘gestorven voor Oekraïne’. Van sommigen alleen een naamloos silhouet. Met een tekst die weinig prijsgeeft: strijder van dit-of-dat regiment en een sterfdatum. De rest is vertrouwelijk, staat erbij, om vervolging van nabestaanden in Belarus te voorkomen.
In mijn ooghoek zie ik een vrouw naderbij komen. Een zwarte nylon winterjas, een zwarte baret en een bril. Op leeftijd. Ze oogt fragiel en klein, maar dat kan verbeelding zijn: ze heeft een schuifelende gang en draagt het hoofd tussen de schouders. Bij de muur strekt ze haar lijf en legt een hand op een van de portretjes. Even maar. Ik druk net te laat op de sluiterknop. Dan deinst ze achterwaarts, gaat op een van de bankjes langs de stoep zitten en begint hartverscheurend te huilen.
Mijn ogen prikken. Ik schuif naast haar en sla een arm om haar heen. Ze staat op, legt het hoofd tegen mijn borst en laat zich vasthouden. Haar lichaam schokt. “Dyakuyu, dyakuyu”, stamelt ze tussen het snikken door. Voorzichtig duw ik haar weer in het bankje, blijf nog even zitten.
Als ik wegloop, de anderen achterna, vraag ik me af wat ik nu precies heb omhelsd. Ik heb alleen dat ‘dankjewel’ verstaan en meer heeft ze ook niet gezegd. Is zij de oma van een omgekomen soldaat? Of de moeder? Een tante, misschien? Ik weet het niet. En toch ook wel. Het zijn niet alleen soldaten die de prijs betalen.
Dit artikel maakt deel uit van een serie portretten van Oekraïners, in aanloop naar een vierdelig reisverslag waarvan het eerste deel verschijnt op 24 februari 2024. Alle publicaties over Oekraïne vind je in het dossier ‘Van Twente tot Oekraïne’ op de website van 1Twente.
Deze productie kwam mede tot stand met een bijdrage van het Fonds Bijzondere Journalistieke Producties.