Het is vrijdag een komen en gaan van Twentse buschauffeurs in het FNV-gebouw in Hengelo. De hele dag door worden er gesprekken gevoerd tussen leden en bestuurders. De hamvraag? Of ze collectief gaan actievoeren voor een beter dienstpakket.
Sinds Arriva op 10 december het busvervoer in de regio Twente overnam van Keolis rommelt het aan alle kanten. Reizigers werden geconfronteerd met bussen die uitvielen of te laat vertrokken. Buschauffeurs kregen te maken met een nieuwe werkgever, die een hogere werkdruk, knellende dienstroosters en technische problemen met bussen meebracht.
"Het wordt steeds harder jagen van hot naar her om überhaupt nog de reizigers op te kunnen halen", zegt FNV-bestuurder Marijn van der Gaag. "Daarnaast is er dus een nieuw volledig elektrisch wagenpark, dat ook nog allemaal mankementen vertoont. Dat betekent dat de chauffeurs niet twee minuten te laat komen, maar tien minuten of een kwartier. Dan krijg je ook wrijving met passagiers."
Vandaag liet Arriva weten een toenaderingspoging te hebben gedaan. Er wordt gewerkt aan een nieuw dienstpakket dat naar verwachting eind april klaar is. Daarnaast belooft Arriva zich 'in te spannen' om een aaneengesloten pauze van 25 minuten te realiseren, terwijl de buschauffeurs dertig minuten eisen.
Van der Gaag noemt het mooi dat er een stapje is gezet. "Maar er moet meer gebeuren om de werkdruk, die ineens plots is veranderd door de komst van Arriva, weer op een gezond level te krijgen.
"Vakbonden FNV en CNV dringen er al weken bij Arriva op aan dat de nieuwe streekvervoerder de rij- en rusttijden overneemt die golden onder Keolis.
Wat er de komende dagen gaat gebeuren, is afwachten. De hele avond zijn er nog gesprekken met vakbondsleden en wordt aan hen de keiharde vraag gesteld: ben je bereid tot actievoeren? Als er ruimvoldoende draagvlak is, kan de vakbond opnieuw een ultimatum stellen. Mocht Arriva daar niet op reageren, dan volgen er acties. Maar zover is het nog niet. "Na vanavond weten we welke koers we opgaan", zegt Van der Gaag.
“Er ging teveel tegelijk níet goed. En het viel voor jullie ook niet meer te overzien. Het spijt mij dat dat zo gelopen is. En het spijt mij dat deze weken een rottige ervaring vormde in jullie loopbaan als chauffeur. Ik trek me dat aan. Werken in het OV vind ik hartstikke mooi en eervol.
Dat gaat me aan het hart. Als we alles vooraf hadden geweten, hadden we - dat erken ik zeker - hier en daar ook andere keuzes gemaakt. Maar, zo weten we allemaal ook, dat draaien we niet meer terug. Daarom zetten we de weg voorwaarts in.”