Met een krappe meerderheid van een stem zette de Enschedese gemeenteraad de deur naar een volksraadpleging in de stad open. Tijdens de raadsvergadering van vorige maand lag dezelfde referendumverordering ook al voor, maar toen staakten de stemmen.
In het Enschedese voorstel, dat in eerste aanleg werd opgesteld door de PVV-fractie in de gemeenteraad, gaat het om een correctief referendum. Een volksraadpleging waarbij de uitslag bindend is, is op dit moment in Nederland niet mogelijk. Dat betekent dat inwoners zich kunnen uitspreken over een voorstel waarover de gemeenteraad nog moet beslissen.
Inwoners kunnen een verzoek om een volksraadpleging indienen bij de gemeenteraad. Daarbij moet het gaan om voorstellen die grote impact hebben op maatschappij, economie, milieu of ruimte. Zo’n verzoek moet door in elk geval vijfhonderd inwoners zijn ondertekend.
In het oorspronkelijke voorstel van de PVV konden raadsleden voorafgaand aan een referendum aangeven of zij zich wilden binden aan de uitslag of niet. Dat was een aantal raadsfracties een brug te ver. D66 diende een wijzigingsvoorstel in, mede ondertekend door BurgerBelangen en EnschedeAnders, om die bepalingen te schrappen. Daar ging een krappe raadsmeerderheid in mee en dat bleek voor eenzelfde meerderheid voldoende om met de gewijzigde verordening in te stemmen.
De referendumverordening regelt verder de manier waarop een referendum gehouden moet worden - onder andere met het instellen van een referendumcommissie.
Partijen die tegen het voorstel van de PVV stemden (VVD, PvdA, GroenLinks, CDA, CU en Volt), vrezen dat referenda vaak over controversiële onderwerpen gaan. Zij zien als risico’s verdeeldheid in de samenleving, beïnvloeding van kiezers, stemgedrag op sentimenten en teleurstelling (of zelfs woede) over de uitslag.
Na elke raadsperiode wordt bekeken of deze opzet van volksraadpleging voldoet aan wat de Enschedese politiek beoogt.