Enschede gaat plek bieden aan 10 tiny houses en (uiteindelijk) 500 flexwoningen
Nu de woningnood en de huizenprijzen hoog zijn, staan er allerlei nieuwe woningbouwconcepten op. Met als doel onder meer om 'betaalbare woonruimte' te bieden. De gemeente Enschede gaat daarom ruimte geven voor het plaatsen van zogeheten tiny houses en verplaatsbare woningen. Hoewel de twee projecten - die los van elkaar staan - nog niet in beton zijn gegoten, zijn de eerste contouren nu duidelijk. Binnen twee jaar zouden de eerste flexwoningen al ergens moeten staan.
De wens voor de komst van tiny houses is er al wat langer. Die ontwikkeling wordt niet per se via aanbod gestuurd, maar is ook onderdeel van een beweging in de samenleving. Vanuit minimalistische, kostenbesparende of duurzame motieven kiezen steeds meer mensen ervoor om klein te wonen. Een tiny house is vaak niet groter dan zo'n 50 vierkante meter.
Tien mini-woningen
Ook in Enschede zou die specifieke woonwens er zijn. Op het Robson-terrein aan de Blekerstraat zijn door woningcorporatie Domijn al drie tiny houses gerealiseerd, maar vanuit de lokale politiek is ook al eens opgeroepen om meer initiatieven mogelijk te maken. Daar wil Enschede nu mee gaan experimenteren. En de uitgangspunten zijn daarbij simpel: de gemeente stelt geen gronden of subsidies beschikbaar. En ook commerciële partijen komen niet in aanmerking voor de pilot.
De tiny houses moeten dus volledig vanuit initiatiefnemers zelf van de grond komen, bijvoorbeeld op privéterrein, zolang dat maar binnen de bebouwde kom is. De gemeente toetst wel op bepaalde criteria, zoals verplaatsbaarheid, duurzaamheid en landschappelijke inpassing. De komende drie jaar worden zodoende maximaal 10 tiny houses gefaciliteerd. De ervaringen gebruikt de gemeente om nieuw beleid te maken.
Maximaal vijftien jaar
Ook een andere nieuwe woonvorm krijgt voet aan de grond in Enschede. Het gaat om het concept Flex City. Dat is een onder de vleugels van het Ministerie van Binnenlandse Zaken uitgerold model dat uitgaat van een flexibele woningvoorraad in strijd tegen woningnood. Met andere woorden: verplaatsbare woningen die op 'tijdelijke' basis ergens kunnen worden neergezet, zolang de betreffende locatie beschikbaar is. In de praktijk gaat het om vergunningen voor 10 tot 15 jaar.
Enschede behoort naast Apeldoorn, Doetinchem en Goes tot de eerste gemeenten die een intentie-overeenkomst met het ministerie hebben gesloten. Dit betekent dat er voor 1 januari 2028 plek moet worden geboden aan 300 modulair (in componenten) gefabriceerde woningen. Gemeenten krijgen daarbij begeleiding van de zogeheten Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting en het Expertteam Woningbouw van RVO. Saillant is dat oud-wethouder van Enschede Jeroen Hatenboer (VVD) lid is van het laatstgenoemde team.
9 miljoen euro subsidie
Veel concrete dingen zijn er niet te zeggen over de komst van de flexwoningen. Er moet namelijk nog veel geregeld en uitgezocht worden voor het zover is. De gemeente zal met meerdere locaties verspreid over de hele stad op de proppen komen om de eerste 300 woningen te kunnen faciliteren. Daarvoor is al een overeenkomst gesloten met woningbouwcorporaties. Voor het project, dat lokaal is omgedoopt tot 'Host City', krijgt Enschede een Rijkssubsidie van bijna 9 miljoen euro.
Vier kavels vrijhouden
Deelname aan de landelijke pilot is overigens niet zonder verplichtingen. Behalve de eerste 300 woningen, belooft Enschede in de overeenkomst met het Rijk ook om tot het jaar 2060 te allen tijde vier bouwrijpe kavels vrij te houden. Hier zouden in totaal nog eens 200 flexwoningen (dus 4 x 50) geplaatst moeten worden.
Het gaat in dit geval om woningen die ergens anders in het land zijn geplaatst, maar waarvan de tijdelijke vergunning is verlopen. Met deze garantie voor herplaatsing komt het Rijk de eigenaren van de flexwoningen (vaak woningcorporaties) tegemoet; een flexwoning betaalt zich in vijftien jaar namelijk niet terug. En als de vergunning verloopt moet er dus elders een nieuwe locatie direct beschikbaar zijn.
