Zes - of eigenlijk vijf-en-een-halve - Enschedese cultuurinstellingen vragen gezamenlijk ruim 18,5 miljoen landelijke subsidie aan. Dat gaat om geld uit de pot die is bedoeld voor de ‘culturele basisinfrastructuur’ (BIS).
Die BIS-subsidies worden vastgesteld voor een periode van vier jaar en zijn bedoeld voor cultuurinstellingen die als onmisbaar worden beschouwd. Daarbij gaat het om cultuur in de brede betekenis van dat begrip: podiumkunsten, musea en beeldende kunst, maar ook fotografie, film en de letteren.
Een aantal Enschedese cultuurinstellingen is vaste BIS-klant, een enkele kreeg bij de vorige ronde (2021 t/m 2024) voor het eerst geld toegekend, maar zekerheidjes zijn er niet in (cultuur)subsidieland. Elke vier jaar moet er opnieuw worden aangevraagd. Inclusief de onderbouwing van dat stempel ‘onmisbaar’. Het gaat om substantiële bedragen; wordt een aanvraag onverhoopt niet toegekend, dan heeft dat ingrijpende gevolgen voor programmering en voortbestaan.
Enschede telt twee gebruikers die enkele miljoenen aanvragen. Stichting Phion, het fusieorkest van het Orkest van het Oosten en het Gelders Orkest, vraagt zelfs het meest aan van alle aanvragers op de hele lijst: 9,5 miljoen. Formeel resideert Phion in Enschede en Arnhem, in de praktijk is het orkest zo goed als uit Twente verdwenen. Voor dit overzicht rekenen we het als halve Enschede cultuurinstelling mee.
Phion (symfonieorkesten) - 9.459.300 euro
Nederlandse Reisopera (Overig opera-aanbod) - 5.658.300 euro
Theater Sonnevanck (Jeugdpodiumkunsten) - 1.350.000 euro
PlanetArt (Festivals ontwerp, beeldende kunst of crossover) - 650.000 euro
Tetem Kunstruimte (Ontwikkelinstellingen) - 625.000 euro
Theater Producties Twente (Ontwikkelinstellingen) - 845.000 euro
De Nederlandse Reisopera is, net als Phion, vaste BIS-klant en groot-gebruiker. Het Enschedese operagezelschap vraagt voor de komende vier jaar ruim 5,6 miljoen euro aan. Daarmee nemen die twee instellingen ruim 15 miljoen van het totaal aangevraagde Twentse BIS-budget voor hun rekening.
Stichting Theater Producties Twente (845.000 euro) is de aan het Wilmink-theater gelieerde producent van grootschalige theaterproducties zoals Stork!, De Boerenopstand en De Bende van Losser.
De overige vier aanvragers gaan voor bedragen tussen de 1,3 miljoen (Sonnevanck) en 625.000 euro (Tetem). Dat zijn relatief gemiddelde bedragen; bij de laagste bedragen op de lijst gaat het om zo’n 2 tot 3 ton.
PlanetArt (650.000 euro) is de relatieve nieuwkomer in het aanvraaggezelschap. De organisator van GogBot staat voor de tweede keer op de lijst, maar kreeg in de vorige periode iets meer dan de helft van het nu aangevraagde bedrag.
Vorig jaar stootte PlanetArt haar activiteiten aan het Enschedese Stationsplein af, gedwongen door een penibele financiële situatie. Dat betekende onder meer het einde van broedplaats WARP en het Museum of the Future. Inspirator en directeur Kees de Groot gaf het stokje over aan Guido Bertling en de organisatie wil met een hernieuwde BIS-subsidie een gezonde basis leggen voor een herstart.
In totaal wordt er in de periode 2025-2028 vanuit de BIS bijna 295 miljoen uitgekeerd. Enschede plukt 6,3 procent uit die ruif. Dat is relatief veel; nog geen procent van de Nederlandse bevolking woont in de stad. Ook als je Enschede beschouwt als de belangrijkste pleisterplaats voor cultuur en kunst in de hele regio, is het Twentse aandeel uit die BIS-gelden het dubbele van wat je op inwonertal zou verwachten. Zo’n 3,6 procent van de Nederlandse bevolking woont in Twente.
BIS-aanvragen worden onder aanvoering van de Raad voor Cultuur beoordeeld door een hele zwik onafhankelijke commissies, een voor elke discipline. Medio dit jaar ligt er een advies bij staatssecretaris van Cultuur en Media Fleur Gräper-van Koolwijk. De voorgenomen toewijzing wordt op Prinsjesdag bekendgemaakt, waarna de Tweede Kamer er een formele klap op moet geven.
Ook regionale musea kunnen een BIS-subsidie aanvragen, maar er wordt aan maar één museum per provincie uitgekeerd. Elk museum ontvangt niet meer dan 250.000 euro. Dat geld ging in de vorige periode naar De Fundatie in Zwolle. Voor de komende ronde droeg de Raad voor Cultuur De MuseumFabriek en Oyfo (gezamenlijk) voor.