Apothekers kwamen in vroeger tijden bij het volk over de vloer. Hoef je tegenwoordig niet meer om te komen, maar aan het begin van de vorige eeuw werden medicijnen aan huis geleverd of in elkaar gedraaid. Cornelis Jan Snuif was er zo een. Maar hij legde gedurende zijn loopbaan in Enschede vooral een imponerende verzameling aan cultuur-historische informatie aan.
Cornelis Jan (1873-1929) was import-Tukker; zijn wieg stond in Zaandijk. Op zijn 22ste vestigde hij zich als apotheker in Enschede, destijds een mondaine, bruisende stad. Hij trad toe tot de elite, raakte bevriend met Gerrit Jan ter Kuile en Ko van Deinse, en ontwikkelde zich tot een regionalist van formaat.
Volgens meerdere geschriften en artikelen over die periode ging de godfather van de historie van Twente, Ko van Deinse, dikwijls bij Snuif te rade. De apotheker-regionalist verzamelde informatie bij burgers, boeren en buitenlui bij wie hij over de vloer kwam. In het depot van de Enschedese MuseumFabriek liggen een paar dozen aantekeningenboekjes van Snuif. Volgeschreven. In klein, opeengeperst handschrift.
Behalve de verhalen van Tukkers die Snuif vastlegde, vroeg hij om oude documenten. Eigendomsakten, boedelbeschrijvingen, bouwtekeningen, het maakte niet uit. Het leverde een duizelingwekkende verzameling beschrijvingen van Twentse cultuurhistorie op.
Lees verder onder de afbeelding.
Het In memoriam dat vriend Gerrit Jan ter Kuile schreef na het overlijden van Van Deinse bevat een levendige beschrijving van hoe dat eraan toeging.
‘Zo zijn wij beiden, dikwijls ook in gezelschap van vriend C.J. Snuif, jaren lang te voet of per fiets er op uit getrokken, 'de boer op'. Daar hij met iedereen direct gemeenzaam, 'kunnig', was, werd overal gepleisterd, 'gemeierd', geinterviewd, en maar vragen, maar uithoren naar de vroegere gesteldheid van 't voorvaderlijk erf, naar de waargerechtigheid, naar oogstgebruiken, levensverhoudingen, plechtigheden bij 's levens hoogtijden en kerkelijke hoge feesten. En dan maar noteren, voorlopig vastleggen.’
Die ‘kunnigheid’ van Van Deinse was een eigenschap die ook Snuif bezat. Hij was gemakkelijk in de omgang en rang of stand maakte voor hem daarbij weinig verschil. Maar als het om informatie ging, legde hij een zekere medogenloosheid aan de dag. Van Deinse zelf typeerde de apotheker als volgt:
‘Een benijdenswaardige vrijmoedigheid om menschen te bewegen hem hun oude papieren enz. af te staan’ en: ‘onder het gereedmaken van medicamenten knoopte hij menige kennis aan en werd vele bijzonderheden gewaar.’
Lees verder onder de afbeelding.
Die Snuif was een bijtertje. Het verhaal gaat dat geleende documenten lang niet altijd netjes terug werden bezorgd. Dik kans dat die terecht zijn gekomen in de paperassen die de MuseumFabriek nu in depot heeft.
De amateur-historicus - dat was Van Deinse overigens ook - stierf in 1929, op 56-jarige leeftijd. Hij was toen onder meer secretaris van de recent opgerichte Oudheidkamer Twente en regent van het enige weeshuis dat Enschede ooit heeft gehad. Plaats van overlijden was Enschede en hij had naam gemaakt in Twente. Desalniettemin vond de uitvaart in Driehuis plaats, onder de rook van IJmuiden. Snuif wilde gecremeerd worden en Nederland telde maar een crematorium.
Lees verder onder de afbeelding.
De complete high-society van Enschede gaf acte de présence. Toespraken waren er van - natuurlijk - Gerrit Jan ter Kuile, Jan Herman van Heek en Gerrit Albertus Lasonder. En van Ko van Deinse, die zei zich niet te schamen dat hij Snuif vaak als vraagbaak had gebruikt.
Enschede heeft inmiddels een straat naar de apotheker-regionalist vernoemd.