Aadorp kan niet leven met de Economisch Ruimtelijke Visie 2040 van de gemeente Almelo. De concept visie is een paradigma, verzekert Bram Reinders van de Dorpscoöperatie Aadorp. ”De norm van nu is snelle economische vooruitgang. Er wordt voorbijgegaan aan welzijn op de lange termijn. Dit is het moment om het tij te doen keren.”
‘Nieuw denkend perspectief’ noemen ze het in Aadorp. En ze zijn er ook al de boer mee opgegaan om in Den Haag en Brussel draagvlak te creëren. ‘Welvaart betekent maximaliseren van korte termijnwinsten en dat gaat ten koste van duurzaamheid en welzijn op de lange termijn’ luidt de stelling van de Aadorpers. En het lijkt erop dat ze sympathie kweken met hun nieuw denkend perspectief. ”Zeker is dat zo. Brussel komt daarvoor binnenkort zelfs naar ons toe”, verklapt Bram Reinders. ”Op dat niveau denkt men al langer richting temperen van snelle, lokale economische groei. Almelo gaat het niet trekken als deze toekomstvisie het haalt. Dat is nu al voelbaar, evenals in een aantal vergelijkbare gemeenten in Nederland. De problematiek als gevolg van die enorme drang tot economische groei, tekent zich af in de samenleving. Groei zou welvaart moeten opleveren en daarmee het welzijn bevorderen. De dagelijkse praktijk laat het tegenovergestelde zien.”
Reinders noemt de enorme bedrijfsterreinen, volgepakt met hectares grote distributiecentra als tastbare voorbeelden waar het fout gaat in Almelo. ”Groeiende werkgelegenheid met enorme problemen op de arbeidsmarkt resulteert in ellende op straat en in de wijk omdat Almelo geen arbeidsmigratiebeleid heeft ontwikkeld. Honderden arbeidsmigranten in een voormalig bedrijfspand huisvesten is niet de oplossing. Je moet om te beginnen van die verderfelijke lage lonen economie af. Het bedrijfsleven grijpt de lusten, de samenleving zit opgescheept met onbeheersbare lasten.”
Almelo heeft het plaatje van de economische ruimtelijke invulling wel zo’n beetje rond. De gemeenteraad buigt zich momenteel over de inhoud. De visie kan rekenen op de steun van onder meer de industriële kring (IKT) als belanghebbende partij en ook Havenbedrijf Twente lijkt content met de afgeronde toekomstschets. Ze vraagt zich alleen af of de gemeente een rol kan spelen in de combinatie van goederenvervoer over de weg met de binnenvaart. Een praktisch dingetje vergeleken met de oproep vanuit Aadorp het hele plan om te gooien. Dat de gemeenteraad een zware kluif gaat krijgen aan de beoordeling van sowieso een ingewikkelde materie als economisch ruimtelijke ontwikkeling is evident.
En dan komt er ook nog een dorpscoöperatie om de hoek kijken die de vloer aanveegt met de plannen. Volgens het dorpsbestuur is de rek er bij de samenleving wel zo’n beetje uit als het gaat om bijvoorbeeld de gevolgen van de lage lonen economie. ”En dat vinden we niet omdat om de hoek nabij Aadorp arbeidsmigranten zijn gehuisvest”, benadrukt Reinders. ”Het ontbreekt in Almelo aan een lokaal arbeidsmigratiebeleid waar de samenleving bij moet worden betrokken. Goed beleid is beter voor zowel de arbeidsmigrant zelf als voor de leefbaarheid in de stad. Deze mensen eindigen steeds vaker op straat omdat we het niet goed hebben geregeld.”
Reinders doet een beroep op de Almelose gemeenteraad om in de economisch ruimtelijke visie niet alleen te luisteren naar de stem van bedrijven, maar meer naar die van bewoners. ”We naderen de grens waarbij de samenleving gevolgen van een lage lonen economie nog tolereert. Ook in Almelo.” Reinders gaat nog een stap verder: ”Almelo schendt mogelijk de universele rechten van de mens. Dan gaat het onder meer om gelijkheid op de arbeidsmarkt en gelijkwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij voor eenieder.”
In de praktijk leggen ideeën als die van de Dorpscoöperatie Aadorp het doorgaans af tegen een moloch van een toekomstvisie zoals Almelo die voorlegt. Bram Reinders is er echter van overtuigd dat ze poot aan de grond krijgen met hun ‘nieuw denkend perspectief’. ”We zijn zelfs op weg met Aadorp als rolmodel voor dit initiatief te fungeren. Niet voor niets trekt onze visie de aandacht in Den Haag en Brussel. En waar we ongewenste ontwikkelingen niet hebben kunnen tegenhouden, zullen we aan de slag moeten ze anders te organiseren. We zijn ook realistisch.”