Ondernemen is risico’s durven nemen. Of je nu een ondernemende stad bent of cultuurclub van dat kaliber. Enschede ontwikkelt en wil vooruit, net als een rij organisaties die er gelden als pijlers voor de cultuur. Er liggen ambitieuze plannen om dat waar te maken, maar de kaarten zijn nog niet geschud. Sterker: het is de vraag of het pakje kaarten wel compleet is.
Over die cultuurdragers-met-ambitie: dat zijn niet de minste. De gebruikers van Het Muziekkwartier (Wilmink, Metropool en Kaliber) willen uitbreiding van mogelijkheden en/of efficiënter ruimtegebruik. Ook Concordia en Sonnevanck willen meer armslag en zijn van plan te verhuizen. De bibliotheek voelt de hete adem van een veranderende tijd in de nek en ziet de noodzaak van een upgrade van faciliteiten.
Aangewezen plekken om dat allemaal waar te maken zijn het Muziekkwartier en het oude V&D-pand op kruispunt De Graaff. En het bieb-pand aan de Pijpenstraat (of toch niet).
Het zijn de cultuurpartijen zelf die de aanzet tot ontwikkeling gaven. De meeste drijven voor een goed deel op gemeentelijke subsidies, waarmee het stadsbestuur een stevige vinger in de pap heeft. Anders gezegd: de afweging van kansen en risico’s is er een die ook in de politieke arena plaatsvindt of plaats moet vinden. Want links- of rechtsom: er zijn flinke sommen gemeenschapsgeld mee gemoeid.
Op enkele partijen na, die sowieso niks in gesubsidieerde cultuur zien, is dat niet het probleem. Maar het moet niet uit de klauwen lopen. Enschede heeft een verleden met vergezichten voor cultuur die duur uitpakten - dat Muziekkwartier is er een voorbeeld van - en niemand zit te wachten op een nieuwe kostenstrop. Lees: een miljoeneninvestering die bij de exploitatie op langere termijn tot bestuurlijke migraine leidt.
De puzzel waar gemeente en cultuurclubs voor staan is er een van ruimte, geld en belangen. Dat V&D-pand is een architectonische parel en het idee dat daar weer leven in wordt geblazen, is aanlokkelijk. Plek zat voor Concordia en Sonnevanck, de partijen die er op azen, maar die zitten er te ruim in het jasje. Er moet een partij bij. De Podiumacademie van ROC Twente, die aanvankelijk enthousiast leek en daar volgens een onderzoek van Berenschot ook als een vis in het water zou zijn, trok zich terug. De redenen voor die schielijke aftocht zijn niet helemaal duidelijk.
Bij een presentatie voor de gemeenteraad, twee weken geleden, schetsten Concordia en de jeugdtheatermaker een beeld waar weinigen niet blij van worden. Dat oude warenhuis hersteld in oude glorie, een bruisende hub waar Enschedeërs (èn liefhebbers van buiten) van alle rangen en standen drie dagdelen lang cultuur komen snuiven. Niet in de laatste plaats vanwege een aantrekkelijke en ruime horecagelegenheid. Alfons Ariëns zou er ‘zijn’ pand aan de Oude Markt met liefde voor opofferen.
Lees verder onder de afbeelding.
Hoe aantrekkelijk ook, die duo-presentatie roept ook vragen op. Concordia noch Sonnevanck zijn partijen die een constante stroom publiek trekken, zeker niet uit alle hoeken en gaten van de samenleving. Of nòg een horecagelegenheid in de stad dat wel doet en voldoende omzet gaat maken, buiten de momenten rond (film)voorstellingen om, is zeer de vraag. Er is geen theater of filmzaal in het land die daar in slaagt en dat moet dan wel een heel toffe plek worden.
Daar komt nog een aspect bij: Sonnevanck is een BIS-instelling. De theaterproducent leunt op een vaste - en fikse - bijdrage van het Rijk. Dat lijkt een solide basis, maar dat is het niet. Zo’n BIS-bijdrage moet elke vier jaar opnieuw worden aangevraagd. Sonnevanck krijgt ‘m al jaren, maar niets is zeker in cultuursubsidieland. Daarbij is de hoogte van de BIS-uitkeringen afhankelijk van de politieke wind die er in het land waait.
Anders gezegd: verbouwing van dat oude V&D-pand gaat een lieve duit kosten (er is 13,2 miljoen geraamd) en dat zal voor een goed deel de hoogte bepalen van de huur die Sonnevanck en Concordia gaan betalen. Valt die BIS-basis in de toekomst onverhoopt toch (deels) weg, wat niet te hopen is, dan ontstaat er een acuut probleem. Ook voor Concordia en daarmee voor de stad.
Daar komt nog iets bij: het voormalige V&D-pand is geen gemeentepand, maar particulier bezit. Geen gelukkige combinatie, concludeert ook Berenschot; vastgoedeigenaren hebben legitieme belangen, die vaak niet stroken met het publieke belang van cultuurinstellingen. Het onderzoeksbureau beveelt de gemeente dan ook sterk aan het pand te kopen, alvorens het te ontwikkelen tot cultuurhub.
Wat Het Warenhuis voor de zuidelijke toegang tot de binnenstad moet worden, geldt voor het Muziekkwartier aan de oostpoort. Andere partijen, een vergelijkbaar concept: vriendelijk, open, voor iedereen, met toffe horeca; een Huiskamer van de Stad. Twee ‘hippe’ entrees voor de stad op een steenworp afstand van elkaar. Nog een overeenkomst is dat ook de partijen van die 'huiskamer' - Kaliber, Metropool en het Wilmink - een vierde partij nodig hebben om het plaatje van ruimte en geld rond te krijgen.
Concordia
Cultuurmakelaar en ‘mogelijkmaker’. Filmhuisexploitant en -programmeur. Educatie en ondersteuning van cultuurinstellingen in stad en regio. Organisator van een aantal kleinere (en leuke!) evenementen in de stad: o.a. Van Haag tot Wal Festival, Balkonfestival en Stadsherberg. Stootte onlangs de theatertak af. Nam het initiatief voor verhuizing naar (en uitbreiding in) het oude V&D-pand aan kruispunt de Graaff.
Theater Sonnevanck
Landelijk toonaangevend jeugdtheater. Eigen productiehuis met diverse bekroonde voorstellingen. Relatief klein behuisd, heeft in de stad zelf te weinig plek om voorstellingen te maken en in première te laten gaan. Wil dat wel, maar geeft aan meer ruimte nodig te hebben en zichtbaarder te willen zijn. Partner van Concordia bij verhuizing naar het oude V&D-pand.
Poppodium Metropool
Een van de grotere poppodia in Nederland. Talentontwikkeling, gevoed door onder meer studenten ArtEZ Conservatorium. Thuisbasis in Hengelo, dependance in Enschede. Wil breder programmeren en heeft plannen voor aanpassingen van het Muziekkwartier, inclusief de concertzaal van het Muziekcentrum.
Kaliber Kunstenschool
Hotspot voor de ontwikkeling van jong muziek-, zang-, dans-, theater- en kunstenaarstalent. Heeft minder vierkante meters dan het zou willen.
Wilmink Theater
Grootste theaterpartij van de stad. Ontwikkelt steeds meer eigen producties. Zit goed in z’n jas als het om faciliteiten gaat, maar wil graag een andere entree en een betere, meer open publieksuitstraling. Ziet de mogelijkheden daarvoor, net als de andere Muziekkwartier-partijen, aan de zijde van het Wilminkplein.
Bibliotheek
Staat stevig op eigen benen en timmert flink aan de weg met nieuwe eigen activiteiten en samenwerkingspartners. Pand is in eigendom, huisvestingskosten zijn nihil. Is blij met STOET, waar veel bezoekers blijven plakken en werken. Heeft vooral behoefte aan een flinke make-over van het eigen pand om die ontwikkelingen beter te kunnen faciliteren en ruimte te geven.
Groot verschil tussen Warenhuis en Huiskamer is dat de plannen voor dat laatste project concreet zijn. Inclusief het kostenplaatje, dat van aanvankelijk ruim 13 miljoen naar meer dan het dubbele steeg. De schop kan wat dat betreft in de grond. Dat geldt nog niet voor Het Warenhuis.
De samenwerkingspartners in beide projecten hopen op aanzienlijke jaarlijkse besparingen van kosten, maar Berenschot ziet dat er niet zo van komen: de behoeften en bijvoorbeeld openingstijden van de deelnemende partijen verschillen nogal, waardoor die besparing in de praktijk volgens het bureau vermoedelijk tegen zal vallen.
In het rapport van dat onderzoeksbureau door lees je ook dat partijen zonder twijfel heil zien in samenwerking, maar ook dat die niet ten koste mag gaan van de eigen ‘kernactiviteiten’. Anders gezegd: het gaat niet alleen om wat wordt aangeboden, maar ook om wìe dat doet. Oftewel: de puzzel gaat ook over organisatiebelang en maatschappelijk belang.
Lees verder onder de afbeelding.
De discussie daarover is fundamenteel. Allereerst omdat de stad belang heeft bij een rijk en gevarieerd cultuuraanbod; wie dat verzorgt zal inwoners een biet zijn. Voor de stad telt dat organisatiebelang niet. Daarbij is een te dominant organisatiebelang een belangrijke reden geweest waarom de oorspronkelijke visie voor het Muziekkwartier nooit echt van de grond is gekomen.
Het hele idee van, destijds nog, het 'Nationaal Muziekkwartier' was dat van één faciliteit voor een aantal grote cultuurpartijen in de stad: het theater, de Nationale Reisopera, het Orkest van het Oosten en het conservatorium. De deuren tussen die partners moesten open, de programmering tussen de uitvoerende podiumpartijen (theater, opera en orkest) gelijkelijk verdeeld. Daarbij werden grote kansen gezien om ook publiek van over de grens te trekken. Dat gold met name voor uitvoeringen van de opera en het orkest, waarbij geen sprake was van een taalbarrière.
Nog voor de schop in de grond ging voor de realisatie van het Muziekkwartier zoals het er nu staat, werden de eerste deuren - bijna letterlijk - door deelnemende partijen al weer dichtgetimmerd. De belangen liepen te zeer uiteen, er werden piketpaaltjes rond het eigen territorium geslagen.
Van de beoogde samenwerking - de ziel van het hele plan - is weinig terechtgekomen. De stenen staan er wel, maar wegen tot op de dag van vandaag zwaar op de gemeentelijke begroting.
Die afweging van belangen van de stad en de afzonderlijke cultuurorganisaties is bij uitstek politiek en bestuurlijk, maar ligt daar vooralsnog niet op tafel. Net als de kwetsbaarheid van een constructie die mede leunt op BIS-financiering.
De bibliotheek is een belangrijke schakel in het geheel, die zou passen in beide concepten. Dat stelt ook Berenschot. Punt is alleen dat de bieb van haar centrale locatie in de binnenstad inmiddels al een behoorlijk levendig geheel heeft gemaakt. Het is er druk. Niet in de laatste plaats door samenwerking met allerlei maatschappelijke partijen als M-Pact en vrouwencentrum SIVE, maar ook lunchcafé STOET. De bibliotheek staat aardig op eigen benen en heeft vooral behoefte aan eigenstandige vernieuwing.
Daar komt bij dat verhuizing naar Warenhuis of Huiskamer voor de bieb een aanzienlijke extra kostenpost betekent, waar het toch al hosselen is met de middelen. In een stad waar volgens de geleerden een kwart van de bevolking laaggeletterd is. Moet er verhuisd worden, dan is dat omwille van Warenhuis- of Huiskamerpartijen. En als je dan die belangrijke taak van bevordering van lees- en taalvaardigheid overeind wilt houden, is er een fikse extra geldinjectie nodig.
Volgens bieb-baas Jan Hoogenberg kost het vier miljoen om het huidige pand aan de Pijpenstraat op te krikken naar een niveau waarmee de bibliotheek twintig jaar verder kan. Hoeveel verhuizing kost is lastig in één cijfer te vangen, maar het gaat in alle gevallen om vele miljoenen meer.
Dat vertaalt zich in een fors hogere huursom; Berenschot berekent 403.000 euro per jaar bij verhuizing naar het Muziekkwartier, met stip de hoogste huurprijs van de vier beoogd gebruikers. Ter vergelijking: de schouwburg, de eerstvolgende in dat rijtje, betaalt in het voorstel 165.000 euro.
Lees verder onder de afbeelding.
En dat is een financiële strop waarin de bieb haar nek liever niet in steekt. Het pand aan de Pijpenstraat is eigendom van de bibliotheek zelf. Huisvestingskosten: nul. De reden ook waarom Enschede in verhouding toe kan met een heel lage subsidie voor de bibliotheek. Die zou, bij verhuizing naar het Muziekkwartier of Het Warenhuis, fors omhoog moeten.
Tot slot: de meeste partijen in deze cultuurshuffle willen extra vierkante meters podium, dan wel efficiënter gebruik van bestaande vierkante podiummeters. Dat laatste is, in een stad met relatief veel van die vierkante meters, een logische gedachte. Dat eerste - nòg meer vierkante meters - is minder logisch.
Sonnevanck wijkt bijvoorbeeld regelmatig uit naar plekken buiten Enschede om voorstellingen te kunnen maken. Premières worden ook elders gespeeld, waar de Enschedese reus voor kleine(re) theatermakers zegt veel liever in de stad zelf te beginnen en dan pas het land in te gaan. Dat de organisatie meer plek voor maken en spelen in de stad wil, is niet alleen redelijk, het is ook wenselijk.
Maar of de stad meer podia nodig heeft, is de vraag. Het is niet zo dat de voetlichten overal avond aan avond branden. Integendeel: ze branden een stuk minder dan gehoopt en minder dan gemeente en cultuurmakers lief is. Dat gaat niet beter worden als er nog meer vierkante meters planken bij komen.