’t Is zondag 21 april wat koud, maar daar hebben alleen de toeschouwers van de Enschede Marathon last van. De lopers niet, zo lijkt het. Op het Ei van Ko loopt er een met een ontbloot bovenlijf voorbij. De loopwedstrijd is veel meer dan een wedstrijd. Het is een volksfeest waaraan de 11.000 lopers en de tienduizenden toeschouwers meedoen. Een festijn, dat verbindt.
Ze staan langs de kant in groepen, hebben spandoeken bij zich of een stuk karton waarop een bemoedigende kreet voor Jan of Sabine is geschreven. Er zijn vlaggen, toeters en overal is applaus voor de dapperen die langshollen. Nou ja, hollen geldt voor de meest fitten: er zijn er die nogal moeizaam het ene been voor het andere zetten. Dat maalt niet. 5, 10, 21 of 42 kilometer, het maakt niet uit. Iedereen oogst bewondering.
Langs de route, op het Van Heekplein bij de finish is het druk. De namen boven de buiknummers zijn een vondst. Bij de meet komt Laurens uitgewoond binnen, hij wankelt. Daarnaast huppelt Sanne schijnbaar moeiteloos door de finishpoort in de buurt van de Klanderij.
Even later stort Bernard ter aarde en blijft even roerloos liggen. Hij wordt overeind geholpen door de ijlings toegeschoten hulpverleners, maar hangt nog wel even in de touwen.
En daar is Andrew die juichend over de streep komt en Stephan die met open mond naar adem hapt, maar wel met een enorme luchtsprong zijn eigen overwinning viert. Het zijn de echte helden van de Enschedese marathon
Net na de finish staan hulpverleners, de jury en de vrijwilligers die de deelnemers razendsnel de medaille omhangen. Daar is het allemaal om te doen. Laten zien en bewijzen dat je de marathon hebt voltooid en dat die van je bucketlist afgestreept kan worden. Alhoewel, zegt een deelnemer: “Wat was dit leuk, ik ben geen loper, ik heb niet getraind, maar volgend jaar doe ik weer mee.”