Het Enschedese college van burgemeester en wethouders onderschrijft de conclusies uit een kritisch onderzoeksrapport over de manier waarop de gemeente ondernemer Gertjan Ardesch heeft aangepakt. Dat staat in een brief aan de gemeenteraad. Maar in die raadsbrief omzeilt het college ook een heel aantal klippen.
Dat onderzoek is gedaan door Willeke Slingerland, lector ‘Weerbare democratie’ van Hogeschool Saxion. In opdracht van de gemeenteraadsfracties van D66, EnschedeAnders en de SP. Het rapport kwam af op 15 februari van dit jaar, na forse vertraging door een moeizame aanlevering van stukken. Het betrof een zogenaamd verificatieonderzoek, dat is: een beperkt onderzoek op basis van alleen die aangeleverde documenten.
Uit de bij het rapport aangeleverde inventarislijst bleek dat tientallen voor het onderzoek relevante documenten niet zijn aangeleverd. Waaronder cruciale stukken, die antwoord geven op de onderzoeksvragen. Die informatie is wèl boven water gekomen in twee afzonderlijke informatieverzoeken van 1Twente, al veel eerder, naar precies diezelfde vragen.
In de actuele raadsbrief van het college wordt bij herhaling ingegaan op een van de conclusies van Saxion: een volledig onderzoeksdossier ontbrak. Het college ‘beseft’, zo staat in de brief aan de raad, ‘dat het voor de onderzoekers lastig is geweest zich een volledig beeld te vormen’. Maar ‘We hebben alle stukken die zijn opgevraagd … aangeleverd’ en ‘daarbij zijn geen stukken achtergehouden die binnen de uitvraag vielen’.
Wat die uitvraag van Saxion precies is geweest, valt uit het rapport niet op te maken. De onderzoeksvragen zijn wel helder. ‘In eerste instantie is een compleet dossier opgevraagd’, meldt het college, maar ‘dat bestond niet’. Vervolgens is ‘voldaan aan de uitgesplitste uitvraag’. En ‘tijdens het onderzoek zijn geen aanvullende stukken opgevraagd’.
Dat zijn een hoop woorden om uit te leggen hoe het kan dat een aantal belangrijke stukken niet zijn aangeleverd. Woorden die voorbijgaan aan de essentie van een dergelijk onderzoek: er zijn een paar vragen gesteld, wil je daarop een antwoord kunnen geven, dan heb je alle relevante stukken nodig. Als die onderzoeksvraag helder is, zou je van een gemeente die de ambitie heeft - citaat uit de brief - een ‘open overheid te zijn’, dat die stukken worden aangeleverd. Los van de precieze formulering van een ‘uitgesplitste uitvraag’.
Dat er geen compleet dossier van de ‘zaak Ardesch’ bestaat, doet daar dan ook weinig aan af. Daarbij, zoals al gezegd: de stukken over de twee onderzoeksvragen waren (in een moeizaam proces) al veel eerder verzameld en aangeleverd. Bij een informatieverzoek op grond van de Wet open overheid (Woo), wat inhoudt dat die stukken openbaar beschikbaar hadden moeten zijn. Enschede heeft daar alleen nog geen voorziening voor, zoals de Woo voorschrijft.
Een aantal sleutelstukken die niet aan Saxion werden geleverd zijn bovendien herhaaldelijk onderwerp van gesprek geweest in de Enschedese gemeenteraad. En, na maanden soebatten, ook vrijgegeven.
Het onderzoek van Saxion richtte zich op twee hoofdstukken uit die ‘zaak Ardesch’. Het eerste hoofdstuk gaat over een lopende betalingsregeling met Ardesch, die door de gemeente werd stopgezet (onderzoeksvraag was of dat voldoende was onderbouwd).
In de brief stelt het college dat ‘het stoppen van de betalingsregeling een beslissing is geweest in een zakelijk conflict over betalingsachterstanden’. Dat klopt niet. Op het moment dat de gemeente die regeling stopte, was er geen zakelijk conflict. Dat was er het gevolg van.
Het tweede hoofdstuk gaat over een advies van de klachtencommissaris om dat conflict op te lossen, dat de gemeente naast zich neerlegde (onderzoeksvraag was waarom dat is gebeurd en of Ardesch daar mee had ingestemd, zoals altijd is beweerd).
De klachtencommissaris adviseerde om (nog) niet naar de rechter te stappen, maar eerst onafhankelijk onderzoek te laten doen.
Saxion concludeert dat beide beslissingen onvoldoende zijn onderbouwd. Wat Saxion niet kon vaststellen is die onderbouwing er wel is, maar dat die niet deugt. De stukken die dat aantonen, zijn niet aangeleverd.
Dat gaat onder meer om intern e-mailverkeer, een schrijven aan de klachtencommissaris en een brief aan de Nationale ombudsman, die destijds onderzoek naar de kwestie deed. Ook die stelde de vraag waarom het advies van de klachtencommissaris niet werd opgevolgd.
In het antwoord aan de Ombudsman werd een loopje genomen met de waarheid. Ook dat blijkt uit stukken die Saxion niet heeft gekregen.
In de brief aan de raad draait het college semantisch om die vaststellingen heen: onderbouwing van die twee gewraakte beslissingen is ‘niet goed te herleiden’. Dat is alleen waar voor zover het dat onderzoek van Saxion betreft: Slingerland beschikte niet over alle documenten. Maar uit de ontbrekende stukken valt wel degelijk te herleiden wat de redenen voor die beslissingen waren.
Saxion concludeerde dat het beeld is ontstaan dat mondelinge afspraken tussen Ardesch en de gemeente niet schriftelijk zijn vastgelegd, waardoor ze ook niet meer te reconstrueren zijn. Het college zegt die conclusie te ‘begrijpen en herkennen’, maar vergeet te vermelden dat dat beeld van niet klopt. De afspraken tussen Ardesch en de gemeente zijn namelijk wel vastgelegd. Die vastlegging is alleen niet bij Saxion aangeleverd.
Datzelfde geldt voor de reden waarom het advies van de klachtencommissaris niet werd opgevolgd. Ook dat is, volgens Saxion, onvoldoende onderbouwd. Het college begrijpt ook die conclusie, staat in de brief, met de toevoeging dat er geen goede verslaglegging van gesprekken is gedaan en dat reconstructie dus niet goed mogelijk is. Dat is een verdraaiing van de werkelijkheid.
Dat een reconstructie niet goed mogelijk is, is onzin. Afspraken tussen Ardesch en de gemeente zijn vastgelegd in een e-mail aan Ardesch (een bericht waar raadsleden maandenlang om hebben moeten vragen en waaruit bleek dat de kaarten precies andersom lagen dan het college hen destijds voorspiegelde).
De redenen om het advies van de klachtencommissaris niet op te volgen zijn uitgebreid uiteengezet in een schrijven aan de klachtencommissaris. En, veel later, in een brief aan de Nationale Ombudsman.
Die documenten - veelbesproken documenten en sleutelstukken voor de antwoorden die Saxion zocht - zijn niet aan Saxion geleverd.
Het college legt de onderzoekers hier ook woorden in de mond: ‘Het afwijken van het advies van de Klachtencommissaris is zover onderzoekers konden overzien onvoldoende onderbouwd in de richting van de heer Ardesch’.
Saxion concludeert simpelweg: ‘onvoldoende onderbouwd’. Niks: ‘in de richting van Ardesch’. Ardesch heeft die berichten aan de klachtencommissaris en de Nationale ombudsman weliswaar pas veel later onder ogen gekregen (en dat was niet netjes), maar dat heeft weinig te maken met de onderzoeksvraag of de conclusie die Saxion trok.
De vraag waarop Saxion een antwoord zocht, ging niet over wat er al dan niet met Ardesch is besproken of hoe dat met hem is gecommuniceerd, maar of er een onderbouwing was voor twee belangrijke beslissingen die de gemeente in het conflict met hem nam. En of die deugde.
Voor beide beslissingen - het stopzetten van de betalingsregeling èn het niet opvolgen van het advies van de klachtencommissaris - bestaat een glasheldere onderbouwing. Maar de stukken waaruit blijkt dat die niet behoorlijk was, zijn niet aangeleverd en dus niet meegenomen in het onderzoek dat Saxion deed.
In de raadsbrief wordt herhaaldelijk verwezen naar de gerechtelijke uitspraak over het conflict. Dat gebeurde in een viertal vonnissen in een proces dat duurde van juli 2017 tot maart 2019. Er dus alsnog onafhankelijk onderzoek naar de feiten gedaan en daarop is een uitspraak gebaseerd, is de strekking. Dat is een correcte vaststelling. Maar wat die rechter dan precies concludeerde, wordt in de brief niet gezegd. Daarvoor moet je in die vonnissen duiken.
Dan blijkt dat het ook de rechter een raadsel was waarom de gemeente eind 2016 besloot de lopende betalingsregeling met Ardesch stop te zetten. Dat schrijft hij letterlijk in het vonnis. Dat hijzelf die reden was, zal hij allicht hebben vermoed, maar kon hij niet weten.
Een aantal ambtenaren en een vastgoedontwikkelaar, met wie zaken werd gedaan, wilden van Ardesch af en grepen een betalingsachterstand aan om de ondernemer voor de rechter te slepen. Ardesch was een klokkenluider en had gewezen op de dubieuze reputatie van die vastgoedontwikkelaar (Walas BV) en twijfelachtige afspraken met de gemeente over de aankoop van een voormalig industrieel pand (Spinnerij Oosterveld).
De ondernemer trok bij ambtenaren en uiteindelijk ook de politiek aan de bel. Dat zette de deal tussen het gemeentelijke Vastgoedbedrijf en de vastgoedontwikkelaar potentieel op de helling.
Om rechtsgang mogelijk te maken werd de betalingsregeling stopgezet en een incassoprocedure gestart. Dat blijkt allemaal uit intern e-mailverkeer. Dat e-mailverkeer maakte geen deel uit van de gerechtelijke stukken en is ook niet aan Saxion aangeleverd.
De rechter stelde Ardesch verder op alle geschilpunten in het gelijk. De ondernemer moest de gemeente weliswaar een aardige som geld betalen, maar dat ging om een huurschuld die pas ontstond na stopzetting van de betalingsregeling. Ardesch had vier maanden lang geweigerd huur te betalen nadat de gemeente de deur stijf dichthield voor een gesprek over een (veel) te hoge incasso en een te hoge nieuwe huursom.
Ardesch betwistte tijdens de rechtszaak niet dat hij die achterstallige nog huur moest betalen, alleen de hoogte van het verschuldigde bedrag. Ook op dat punt stelde de rechter hem in het gelijk.
Op het moment dat de gemeente de stekker uit de betalingsregeling met Ardesch trok, had de ondernemer nog een netto-huurschuld van 4.000 euro. Dat is: na aftrek van het bedrag dat de gemeente hem nog moest betalen van de rechter (ongeveer 5.000 euro). Ardesch loste 1.000 euro per week af. Ook dat blijkt uit het vonnis.
Het college zegt in de brief aan de raad te ‘beseffen dat het voor de onderzoekers lastig is geweest zich een volledig beeld te vormen’, gelet op ‘de complexiteit van het dossier met verschillende invalshoeken…’. ‘Een contactpersoon binnen de ambtelijke organisatie had daarbij kunnen helpen’.
Maar in het onderzoeksrapport voert Saxion een bij naam genoemde contactpersoon op; dat gaat om de loco-gemeentesecretaris, de op een na hoogste ambtenaar. Het rapport vermeldt daarbij: ‘meerdere malen is ons gevraagd in welke documenten wij graag inzage zouden krijgen’. Het lijntje tussen onderzoekers en de gemeente was dus wel helder. Toch kostte het Saxion kennelijk moeite om het juiste loketje voor de benodigde informatie te vinden.
Dat meerdere malen is gevraagd in welke documenten de onderzoekers inzage wilden, is een klassieke paradox bij dit soort informatieverzoeken. Onderzoekers vragen naar een onbekende weg. Altijd. Het antwoord op hun vraag is dan ook: alle informatie die ons de weg wijst. Specifieker dan dat wordt het niet, als je de weg vraagt. De wedervraag of de vraagsteller wil aangeven welke richtingbordjes hij precies zoekt, is paradoxaal. Het is aan (de kennis en de bereidheid van) degene aan wie de weg wordt gevraagd om antwoord te geven.
Het college schrijft dat het ‘arbeidsintensief was om alle informatie boven tafel te krijgen’. Dat kan in het geval van de informatievoorziening aan Saxion nauwelijks het geval zijn geweest. De belangrijkste stukken waren al verschillende keren onderwerp van verhit gesprek met en herhaalde vragen van de gemeenteraad geweest. En alle relevante informatie was al in Woo-verzoeken bij elkaar geharkt en (digitaal) aangeleverd.
Met de brief aan de Enschedese gemeenteraad heeft het college de zaak gereduceerd tot een communicatie- en archiveringsprobleem. Maar de kwesties die echt schuren, zijn buiten beschouwing gelaten.
Het college sluit de brief af met een handreiking: als de gemeenteraad voor bespreking of verdere onderzoek aanvullende documenten aangeleverd wil hebben, dan kan dat.
Meer weten over de zaak Ardesch? Kijk dan in het dossier op de website van 1Twente.