In Hengelo zijn maandagmiddag de april-meistakingen herdacht. Het was een kleinschalige herdenking op het Industrieplein, nabij de voormalige machinefabriek van Stork, waar de landelijke staking destijds begon. Onder de aanwezigen was burgemeester Olivier Kellner van het Duitse Emsdetten. “We moeten de dappere medewerkers van Stork blijven gedenken.”
Zo'n honderd mensen waren bij de herdenking aanwezig, waaronder burgemeester Sander Schelberg, vertegenwoordigers van Stork, maar ook burgemeester Oliver Kellner van het Duitse Emsdetten. “Vorig jaar hebben we het groots herdacht, maar ik ben vooral blij dat jullie er dit jaar weer bij zijn”, zei Gijs Stork, lid van het herdenkingsbestuur en kleinzoon van toenmalig directeur Frans Stork.
Tijdens de herdenking werden de namen van de omgekomen stakers uit Overijssel opgelezen en er was livemuziek. Ook werd er twee minuten stilte gehouden en klonk het Wilhelmus.
De april-meistakingen waren tijdens de Tweede Wereldoorlog het grootste volksverzet in bezet Europa. De staking begon op 29 april 1943 bij machinefabriek Stork in Hengelo, nadat Nederlandse oud-militairen werden opgeroepen voor dwangarbeid in Duitsland. In heel Nederland legden mensen het werk neer. De staking werd bloedig neergeslagen door de Duitse bezetter. 184 mensen vonden de dood. Het wordt ook wel de vergeten staking genoemd, omdat er jaren bijna geen aandacht aan besteed werd.
Eén van de aanwezigen was burgemeester Olivier Kellner van de Duitse stad Emsdetten. Voor hem was het de eerste keer dat hij aanwezig was bij de herdenking op het Hengelose Industrieplein: “Ik voel mij zeer vereerd dat ik onderdeel mag zijn van deze herdenking.” Hengelo en Emsdetten zijn partnersteden.
Kellner vindt dat in het gepolariseerde heden het van groot belang is om dit soort daden van verzet te blijven gedenken: “We moeten blijven gedenken wat die moedige medewerksters en medewerkers van Stork allemaal hebben gedaan. Zij hebben zich moedig verzet tegen de Duitse bezettingsmacht en het naziregime. Zij stonden voor hun idealen en voor het goede”, aldus Kellner. “We leven nu knap tachtig jaar in vrede. Zowel Duitsland als Nederland staan nu voor diversiteit en democratie. Vroeger was dat niet vanzelfsprekend.”
Dit jaar is er nadrukkelijk aandacht voor de belangrijke rol die vrouwen speelden tijdens de stakingen. Een speciale tentoonstelling over de vrouwen van de staking is te zien in het voormalige dienstengebouw van Stork. Eén van die vrouwen was Femy Efftink, de telefoniste die via de telefoon andere fabrieken en bedrijven aanspoorde ook het werk neer te leggen.
Lees verder onder de afbeelding.
“Femy Efftink was meer dan alleen de telefoniste van Stork, ze was voor de staking al heel actief in het verzet”, zei burgemeester Sander Schelberg tijdens zijn toespraak. “Op sommige plekken waren het vooral de vrouwen die de mannen aanzetten tot staken.” Na de oorlog werden de zelfstandige en moedige vrouwen van het verzet weer geacht thuis voor het gezin te zorgen, zoals voor de oorlog. “Erkenning bleef uit en bagatelliseren kwam daarvoor in de plaats.” De burgemeester vindt het belangrijk dat die erkenning er nu is voor de verzetsvrouwen.
Tijdens de herdenking werd er ook een stilgestaan bij het heden, namelijk de oorlog in Oekraïne. Schrijver Jaap Scholten vertelde over zijn ervaringen in Oekraïne. Net na het uitbreken van de oorlog ging hij vanuit zijn woonplaats in Hongarije naar de grens met Oekraïne om hulp te bieden.
De reizen door Oekraïne hebben hem geraakt en volgens de schrijver weet een groot deel van Europa en het Westen niet wat er in Oekraïne allemaal gebeurt: “Ik denk dat de Russen al een paar jaar geleden ons de hybride oorlog hebben verklaard. Wij moeten naar onze voorouders kijken hoe zij hun rug recht hebben gehouden en met kleine acties iets groots tot stand hebben gebracht”, sloot Scholten af.