Drie bestelbussen met een tandem-asser. Zes reisgenoten. Een ton of twaalf aan hulpgoederen met als eindbestemming een ziekenhuis en een brandweerkorps in Dnipro, Oekraïne. We schrijven de eerste dagen van mei 2024.
Het is trip nummer zeven die Mario Nienkemper uit Borken organiseert. De allereerste, meteen na de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022, niet meegerekend. Dat was het begin, een min of meer toevallige start, geboren uit de impuls niet langs de zijlijn toe te kijken hoe zich even verderop in Europa een drama voltrekt. Een kleinschalig initiatief was geboren.
‘Mario Hilft’ is een druppel op de gloeiende plaat, eentje van de buitencategorie. Eens in de zoveel tijd een paar bestelbussen-met-aanhanger, een handvol collega’s die aanhaken, een werkgever en wat vrienden die helpen met goederen, tijd, vervoer en opslag. Op de schaal van oorlog en nood in het grootste land van Europa stelt het bitter weinig voor. En toch: op de plek waar die druppel valt, maakt het alle verschil van de wereld.
Lees verder onder de afbeelding.
Edwin Menzing, Haaksbergernaar en een van de collega’s die vanaf het begin aanhaakte bij het initiatief van Mario, herinnert zich de eerste keer dat hij spullen bracht nog goed. Het waren vooral de tranen van Ivan Antoniuk die indruk maakten. “Een boom van een kerel.” Hij klapt een keer op zijn buik en lacht: “Net als ik. Bij het uitladen liepen hem de tranen over de wangen.”
De spullen uit dit zevende transport verschillen niet veel van de andere. Zo’n twaalf ton aan medicijnen, incontinentiemateriaal, verbandmiddelen en droog voedsel. Maar ook slaapmatjes en tenten, een scootmobiel, ziekenhuisbedden, rolstoelen, rollators en een kuubszak krukken. Je vraagt je onwillekeurig af welke revaliderende militair die straks gaat gebruiken.
In een andere kuubszak zitten netten. Ze lijken afkomstig van voetbalvelden, Haaksbergse, vermoed ik. Edwin is actief bij SV Bon Boys, Mario is fervent Schalke 04-supporter. Van het soort dat vindt dat de paus en alle heiligen met hem uitsluitend Köningsblau zou moeten dragen. Hij weigert principieel om ook maar een seconde van de Champions League-finale tussen aartsrivaal Dortmund en Paris Saint Germain te kijken. Die netten worden gebruikt om camouflagenetten van te maken.
Lees verder onder de afbeelding.
Een deel van de spullen die we brengen is afkomstig uit het hospice waar de vrouw van Taco Grootenhuis werkt, eveneens een collega van Mario en Edwin en de chauffeur van de bestelbus waarin ik meereis. Een plek waar tijd, aandacht en de best denkbare zorg mensen ‘uit de tijd’ helpt, om het op z’n Wilminks te zeggen. Na het overlijden worden medicijnen en allerhande andere zorgmiddelen niet teruggenomen en normaal gesproken weggegooid. Doodzonde, wat Taco betreft. In Oekraïne is het spul goud waard.
Voor ons is een depot in Novovolynsk de eindbestemming, een in de jaren 50 gesticht mijnwerkersstadje. Het ligt in west-Oekraïne, een dikke honderd kilometer boven Lviv en op vijftien kilometer van de Poolse grens. Een kleine 1.400 kilometer van Enschede. Er is hier in twee jaar oorlog nog geen raket of drone neergekomen. Een van de redenen waarom er een logistieke hub is ontstaan: het is hier veilig.
Evengoed klinkt het luchtalarm vijf keer in het etmaal dat we er zijn. Raketten of drones onderweg naar Lviv. Er kan er eentje van koers raken. Of worden neergehaald. En ook dan kan de schade aanzienlijk zijn.
Op het centrale plein prijkt een standbeeld van Taras Sjevtsjenko (1814 - 1861), de schrijver en boerendichter wiens literaire werk de belangrijkste aanzet was voor de ontwikkeling van de hedendaagse Oekraïense taal. Ik kom er niet achter wanneer het beeld is geplaatst, voor of na de Oekraïense onafhankelijkheid. Taal is identiteit. De Sovjets hebben er alles aan gedaan om het Oekraïens om zeep te helpen, toch oogt het beeld alsof het er al staat sinds de stichting van het stadje. In dat geval hebben de Russen van toen hier het paard van Troje binnengehaald.
Lees verder onder de afbeelding.
Hier en daar staan door oorlogsgeweld beschadigde auto’s langs de stoeprand. Ze zijn achtergelaten door Oekraïners die in de dagen van de invasie de Poolse grens over vluchtten. Kinderen spelen chauffeurtje in wrakken met een gebarsten voorruit en door kogels en granaatscherven doorzeefde flanken. Relieken van een strijd die nog niet voorbij is.
Vadym Konitschu, geboren en getogen in Novovolynsk, neemt me mee naar de eregalerij voor het stadhuis, pal naast ons hotel: een verzameling zuilen van buizen en wit doek met portretten van gesneuvelde plaatsgenoten, zoals je die overal in het land vindt. Hij wijst vrienden aan, kennissen, collega’s. Op dit moment vecht een eenheid uit de stad in Kasny Lyman, een van de zwaarst bevochten streken in Donetsk. Gisteren belde een vriend; hij is zijn been kwijt.
Tussen 2015 en 2022, na de annexatie van de Krim en de Donbas, sneuvelden er tien jongens, vertelt Vadym. In de laatste twee jaar waren dat er 150. Dat zijn de jongens en meiden die geïdentificeerd zijn, eenzelfde aantal is vermist. Vadym heeft vrijwel dagelijks contact met vrienden aan het front. Eén van hen vertelde hem van de Russische ‘tactiek’ in het zwaar belegerde en uiteindelijk ingenomen Avdiivika.
Lees verder onder de afbeelding.
Huis-aan-huisgevechten, vier Oekraïense soldaten in het ene, vier Russen in het andere. Een stormloop, vier Russen neergemaaid. Die worden vervangen door acht verse krachten. Opnieuw een uitval. Acht Russen dood. Dan tien, twaalf… Ononderbroken. Dat wil zeggen: je weet niet wanneer. Slapen, eten, het is er niet bij. Die vier Oekraïners zijn nog steeds dezelfde.
Bij de eerste stormlopen gaat het om nauwelijks getrainde militairen, klassiek kanonnenvoer. De latere eenheden zijn steeds beter getraind. Dat hou je op den duur niet vol.
“Het idee bestaat dat de oorlog duizend kilometers verderop is, maar dat is niet waar”, zegt Vadym. “De oorlog is ook hier.”
De relatieve veiligheid van deze regio lijkt zijn weerslag te hebben op bedrijvigheid en lokale economie. Er rijden relatief veel forse auto’s rond, de mensen op straat zien er verzorgd en goed gekleed uit. Ivan is een van de ondernemers die zijn bedrijf naar hier verplaatste. De tijdelijke opslag voor de spullen bevindt zich op het terrein van zijn zonnebloempitolie-fabriek. Hijzelf rijdt een Mercedes-SUV die makkelijk een van de tandemassers van Twente naar hier had kunnen trekken. Hijzelf trouwens ook, met een beetje fantasie.
Ivan heeft een reputatie die hem onder de collega’s van Ten Brinke, het Nederlands-Duitse bouwbedrijf waar Mario, Edwin en Taco werken, de bijnaam ‘Vodka-Ivan’ opleverde. Hij drinkt, zo wordt mij verzekerd, iedereen onder tafel. En hij schenkt in een moordend tempo bij; noem het Oekraïense gastvrijheid. Edwin schuift tijdens het diner ’s avonds naar het eind van de tafel. Zo ver mogelijk buiten het bereik van Ivan’s rechterhand. De herinnering aan de vorige keer is nog vers.
Lees verder onder de afbeelding.
Edwin had zich geen zorgen hoeven maken. Ivan vast. Zondag is het Pasen in Oekraïne. Hij drinkt veertig dagen geen vodka. Wel wijn, maar dat kieper je niet in een keer achterover. Het tempo van bijschenken ligt relatief laag en met een beetje strategie is een dreigende alcoholvergiftiging best af te wenden.
Erwin Steffens, eveneens Haaksbergernaar en Edwin’s bijrijder, schenkt zo nu en dan heimelijk twee duimen water in zijn vodkaglas. Kaplan Alexander, sinds de invasie aalmoezenier in het Oekraïense leger, houdt zijn wijnglas gevuld, zet het aan zijn lippen als er geproost wordt en veinst een slok. Ik heb de stellige indruk dat de ‘kaplan’ het de hele avond bij één glas heeft gehouden. Twee, misschien. “Slava Ukraini”, klinkt het bij elke keer dat we het glas heffen. En het antwoord: “Slava Hollandia.”
Erwin is aan het eind van de avond evengoed aangeschoten genoeg om bij wijze van grap iets te roepen over bezoek aan een nachtclub. Ivan kent alles en iedereen in het stadje en begint meteen te bellen. De taalbarrière maakt onmiddellijk ingrijpen onmogelijk en het duurt even voordat Ivan de reservering afbestelt.
Lees verder onder de afbeelding.
Op de terugweg naar het hotel zwenkt Ivan zijn Mercedes naar rechts en parkeert voor een drankwinkel. Als hij die nachtclub dan niet kan regelen, moeten er een andere lokale geneugten worden geproefd. Hij staat erop dat wij vijf plastic flessen in de regio gebrouwen bier meenemen. Mario - die om onduidelijke redenen steevast een cowboyhoed draagt, privé in elk geval - doet onderhandelingspogingen om dat aantal tot drie te reduceren, maar Ivan is onvermurwbaar.
Eerder vandaag had hij zich even vasthoudend vastgebeten in een aankoop voor Lara Uhlenbrück, onze enige vrouwelijke reisgenoot. Dochter van een vriend van Mario, die hem zijn bestelbus uitleende. In een winkeltje naast de markt hingen vyshyvanka’s, de traditionele linnen hemden met borduurwerk die iedere Oekraïner heeft, draagt en koestert. Er was geen ontkomen aan. Lara heeft nu een vyshyvanka. Over een paar weken is het Vyshyvanka-dag, waarop werkelijk iedereen er een draagt. Ongeacht geslacht, leeftijd of sociale status. Zelensky dus ook.
In onze ogen heeft het iets kneuterigs, iets potsierlijks zelfs. Alle Tweede Kamerleden en het kabinet op Prinsjesdag op klompen en met een tulp achter de oren, zoiets. Maar ons zelfbewustzijn is eeuwenlang even onaantastbaar als vanzelfsprekend geweest. Voor hen is het de uitdrukking van een nog maar kort geleden hervonden identiteit, die bovendien door oorlog vele malen sterker is geworden.
Lees verder onder de afbeelding.
Taco en ik vragen ons af of Lara hem gaat dragen. Hij denkt van niet. Ik denk van wel, maar ik ben bevooroordeeld; twee dagen na de Russische invasie hadden we een groep even aangeslagen als trotse studenten in de studio. In vyshyvanka. Ik kende dat kledingstuk niet, maar werd op slag verliefd.
De hulpgoederen uit Twente, de Achterhoek en Duitsland worden na Pasen naar Dnipro gebracht. Vaste bestemmingen daar zijn een ziekenhuis en een brandweerkorps. Dnipro ligt in het oosten, op zo’n honderd kilometer van het zuidelijke front. Ruim binnen bereik van raketten en drones. De stad wordt de laatste maanden veelvuldig geteisterd door Russische luchtaanvallen, niet in de laatste plaats omdat de Oekraïense luchtverdediging door munitiegebrek minder goed in staat is die af te slaan.
Lees verder onder de afbeelding.
Dnipro is de thuisstad van Kaplan Alexander. Hij is er voorganger van een protestantse kerk en runt een kliniek voor verslaafden, en hij is een van de sleutelcontacten van Mario. Hij helpt mee met uitladen en stapelen en stelt zich op de hoogte van wat er dit keer is geleverd. Hij kijkt in dozen, knikt goedkeurend, ook als de spullen voor de brandweer worden uitgeladen: een zware haak om puin weg te slepen, een tiental zuurstofflessen en een paar generatoren.
Lees verder onder de afbeelding.
Enkele weken na de reis stromen de foto’s binnen. Hulpgoederen op de plaats van bestemming: dat ziekenhuis, het brandweerkorps en inwoners van Dnipro; tourniquettes, generatoren, gasbranders en levensmiddelen bij frontsoldaten; snoep en hygiënematerialen in de regio Bachmut.
1Twente doet regelmatig verslag van de impact die de oorlog in Oekraïne heeft op Tukkers en Oekraïners. In het dossier op onze website vindt je artikelen, reportages en een vierdelige docu-serie over een eerdere reis in het spoor van Twentse hulpgoederen.